ECLI:NL:RBAMS:2025:5338
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening inzake weigering verlenging exploitatievergunning voor alcoholverstrekkend bedrijf
Op 22 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak tussen SB Holland B.V. en de burgemeester van Amsterdam. De zaak betreft een verzoek om een voorlopige voorziening in verband met de weigering van de burgemeester om de exploitatievergunning voor een alcoholverstrekkend bedrijf te verlengen. Verzoekster, SB Holland B.V., heeft op 5 maart 2024 een aanvraag ingediend voor de verlenging van haar vergunning, maar deze is op 23 juni 2025 door de burgemeester geweigerd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening toegewezen, omdat de belangenafweging in het voordeel van verzoekster uitvalt. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er spoedeisend belang bestaat bij het treffen van een voorlopige voorziening, en dat de weigering van de vergunning niet zonder meer kan worden gehandhaafd zonder verder onderzoek naar de omstandigheden van de zaak. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het oordeel voorlopig is en niet bindend voor een eventueel bodemgeding. De burgemeester had de vergunning geweigerd op basis van de Wet Bibob, omdat verzoekster onjuiste informatie zou hebben verstrekt over bestuurlijke boetes. De voorzieningenrechter heeft echter geconcludeerd dat de context van de franchisegever en de vermeende misstanden niet voldoende zijn onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft het verzoek toegewezen en de burgemeester opgedragen het besluit tot zes weken na de beslissing op bezwaar te schorsen, en heeft verweerder veroordeeld tot betaling van griffierecht en proceskosten aan verzoekster.