ECLI:NL:RBAMS:2025:5343
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.M.F. Vastenburg
- M.C.H. Broesterhuizen
- H.H.J. Zevenhuijzen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van vervoer van MDMA in Amsterdam
Op 8 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk vervoeren van ongeveer 2030 gram MDMA. De verdachte, geboren in 1978 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was op dat moment gedetineerd. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, gevorderd dat de verdachte veroordeeld zou worden tot een gevangenisstraf van acht maanden. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. D. Bektesevic, heeft echter aangevoerd dat het tenlastegelegde niet bewezen kon worden en heeft verzocht om vrijspraak.
De rechtbank heeft de zaak zorgvuldig beoordeeld en geconcludeerd dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. De verdachte was bijrijder in een voertuig waarin de MDMA was aangetroffen, maar het voertuig was niet in gebruik door de verdachte. De tas waarin de MDMA was aangetroffen, was van de verdachte, maar zij heeft verklaard niet te hebben geweten dat de MDMA in haar tas zat. De rechtbank heeft vastgesteld dat er reële alternatieve scenario's mogelijk zijn waarin de verdachte geen wetenschap had van de aanwezigheid van de MDMA. Aangezien er geen aanvullend onderzoek is gedaan dat de wetenschap van de verdachte kon bevestigen, heeft de rechtbank besloten om de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde.
De rechtbank heeft ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 8 juli 2025, waarbij de rechters J.M.F. Vastenburg, M.C.H. Broesterhuizen en H.H.J. Zevenhuijzen aanwezig waren, samen met griffier mr. C. Wolswinkel.