ECLI:NL:RBAMS:2025:5351

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
13/108421-25 en 13/076282-23
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 45-jarige man voor het bezit van kinderporno en dierenporno

Op 10 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een 45-jarige man, die werd beschuldigd van het bezit van kinderporno en dierenporno. De verdachte bekende de ten laste gelegde feiten, die zich in verschillende periodes hebben voorgedaan. De rechtbank oordeelde dat, gezien de kwetsbaarheid van de verdachte en zijn proceshouding, een gevangenisstraf van 180 dagen, waarvan 170 dagen voorwaardelijk, passend was. Daarnaast werd een taakstraf van 120 uur opgelegd, met bijzondere voorwaarden zoals een meldplicht bij de reclassering en ambulante behandeling. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten, waarbij het bezit van kinderporno en dierenporno als bijzonder verwerpelijk werd beschouwd. De verdachte had zich meermalen schuldig gemaakt aan deze feiten, wat niet alleen schadelijk is voor de slachtoffers, maar ook bijdraagt aan de instandhouding van de vraag naar dergelijke beelden. De rechtbank hield rekening met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn ontwikkelingsachterstand en de steun van zijn zus, maar vond geen redenen om hem verminderd toerekeningsvatbaar te achten. De uitspraak is een duidelijke boodschap dat het bezit van dergelijke beelden niet getolereerd wordt en dat er strenge maatregelen worden genomen tegen de daders.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/108421-25 (zaak A) en 13/076282-23 (zaak B) (ter terechtzitting gevoegd)
Datum uitspraak: 10 juli 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
wonende op het [adres 1] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 juli 2025.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. G. Dankers, en van wat verdachte en zijn raadsvrouw, mr. N.C. Reehuis, advocaat te Amsterdam, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Verdachte wordt er – kort weergegeven en na wijziging van de tenlastelegging op zitting – van beschuldigd dat hij in Amsterdam in bezit had;
in zaak A:
kinderporno in de periode van 19 juni 2023 tot en met 24 september 2024;
in zaak B:
kinderporno op 23 maart 2022;
dierenporno op 23 maart 2022.
De volledige tenlastelegging is opgenomen in een
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Voorvragen

De dagvaardingen zijn geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van de ten laste gelegde feiten en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

4.1
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd dat in zaak A in de ten laste gelegde periode en zaak B, feit 1, op de ten laste gelegde datum, het bezit van kinderporno bewezen kan worden. In zaak B, feit 2, kan het bezit van dierenporno op de ten laste gelegde datum volgens de officier van justitie bewezen worden.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft zich wat betreft de bewezenverklaring van de ten laste gelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
4.3
Het oordeel van de rechtbank
Omdat verdachte de ten laste gelegde feiten in zaak A en B heeft bekend, volstaat de rechtbank met toepassing van het bepaalde in artikel 359, derde lid, laatste volzin van het Wetboek van Strafvordering (hierna: Sv) met een opsomming van de bewijsmiddelen. De bewijsmiddelen worden alleen gebruikt voor het bewijs van dat feit of die feiten waarop zij in het bijzonder betrekking hebben.
De rechtbank baseert zich bij de bewezenverklaring op de redengevende feiten en omstandigheden vervat in de inhoud van:
ten aanzien van zaak A en zaak B feit 1 en 2:
1. de bekennende verklaring van verdachte, zoals afgelegd op de zitting van 10 juli 2025;
ten aanzien van zaak A:
2. een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (240b/252 Sr) met nummer 2024 142 485, van 26 november 2024, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde [opsporingsambtenaar 1] , inclusief bijlagen, werkzaam bij de politie Eenheid Amsterdam, doorgenummerde bladzijden 01 064 t/m 01 088;
ten aanzien van zaak B, feit 1 en feit 2:
3. een proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal (TBKK) met nummer 2021246818 van 3 november 2022, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde [opsporingsambtenaar 2] , werkzaam bij de politie Eenheid Amsterdam, inclusief bijlagen, doorgenummerde bladzijden 01 0155 t/m 01 174;

5.De bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 4.3 opgesomde bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
in zaak A
in de periode van 19 juni 2023 tot en met 24 september 2024 te Amsterdam
in de periode van 19 juni 2023 tot en met 30 juni 2024, artikel 240b Wetboek van Strafrecht
een gegevensdrager bevattende afbeeldingen van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt was betrokken in bezit heeft gehad
en
in de periode van 1 juli 2024 tot en met 24 september 2024, artikel 252 Wetboek van
Strafrecht
meerdere visuele weergaven van seksuele aard en met onmiskenbaar seksuele strekking waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt was betrokken in bezit heeft gehad
- te weten een Samsung telefoon (goednummer 6558494), waarop te zien is dat:
die persoon oraal, vaginaal en/of anaal wordt gepenetreerd met een penis en/of vinger/hand
en/of mond/tong en/of voorwerp
en
een ander persoon vaginaal wordt gepenetreerd met mond/tong door die persoon
en
het eigen lichaam vaginaal wordt gepenetreerd met een vinger/hand of voorwerp door die
persoon
- #04, p. 01 078
- #05, p. 01 078
- #06, p. 01 079
- #07, p. 01 079
- #08, p. 01 080
- #10 p. 01 081
- #12 p. 01 082
- #13 p. 01 082
- #14 p. 01 083
en
het geslachtsdeel en/of de billen van die persoon met een penis en/of vinger/hand en/of met mond/tong wordt/worden aangeraakt
en
die persoon het eigen geslachtsdeel en/of de eigen borsten met een vinger/hand en/of voorwerp aanraakt
- #02, p. 01 077
- #03, p. 01 077
- #13, p. 01 082
- #14, p. 01 083
en
die persoon poserend of in een pose is afgebeeld, waarbij
- die persoon geheel of gedeeltelijk naakt is en/of gekleed is en/of opgemaakt is en/of in een
omgeving en/of in een (erotisch getinte) houding op een wijze die niet bij zijn/haar leeftijd past en/of en/of met sadomasochistische elementen
en
- door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die persoon en/of de uitsnede van de foto’s/films nadrukkelijk het geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die persoon in beeld worden gebracht
- #08, p. 01 080
- #09, p. 01 080
- #11, p. 01 081
en
dat bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon wordt gemasturbeerd
en
bij/op het gezicht en/of het lichaam van die persoon sperma wordt gespoten
en
bij/naast het gezicht en/of het lichaam van die persoon een (stijve) penis wordt gehouden en/of waarbij op dat gezicht en/of lichaam een op sperma gelijkende substantie zichtbaar is
- #10, p. 01 081
- #12, p. 01 082;
in zaak B:
ten aanzien van feit 1:
op 23 maart 2022 te Amsterdam gegevensdragers, te weten een harddisk en een PC Desktop en een telefoon (goednummers 6165473, 6165476 en 6165478), bevattende afbeeldingen van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken, in bezit heeft gehad, welke seksuele gedragingen — zakelijk weergegeven — bestonden uit:
het met de penis en/of een voorwerp, oraal en/of vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de penis, vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door de persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, te weten
p. 160 afbeelding 7 (beschreven op p. 158) en
p. 160 afbeelding 8 en
p. 160 afbeelding 9 en
p. 160 afbeelding 10,
en
het met de penis betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de mond en/of tong en/of met de penis betasten en/of aanraken van de geslachtsdelen en/of billen van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt,
p. 161 afbeelding 1 (beschreven op p. 157) en
p. 161 afbeelding 8 en
p. 161 afbeelding 9,
en/of het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk
de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is met niet bij die leeftijd passende kleding en/of opgemaakt is en/of poseert in een (onnatuurlijke) omgeving
en/of in een erotisch getinte houding en/of een striptease-act/houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van deze persoon nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of de borsten en/of de billen van deze persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) telkens een onmiskenbare seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling
p. 162 afbeelding 2 (beschreven op p. 157) en
p. 157 afbeelding 3 (beschreven op p. 157) en
p. 162 afbeelding 4 (beschreven op p. 157) en
p. 162 afbeelding 5 (beschreven op p. 157) en
p. 162 afbeelding 6 (beschreven op p. 158);
ten aanzien van feit 2:
op 23 maart 2022 te Amsterdam, gegevensdragers, te weten een harddisk en een PC Desktop en een telefoon (goednummers 6165473, 6165476 en 6165478), bevattende afbeeldingen, te weten dierenpornografische films en dierenpornografische video’s,
terwijl op die afbeeldingen/video’s een ontuchtige handeling zichtbaar is, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in het bezit heeft gehad, welke voornoemde ontuchtige handeling — zakelijk weergegeven — bestond uit:
het door een dier oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van volwassen personen en het door volwassen personen oraal, vaginaal en anaal penetreren van het lichaam van een dier en het door een dier likken en betasten/aanraken van het geslachtsdeel en de billen van het lichaam van volwassen personen en het door volwassen personen likken en betasten/aanraken van het geslachtsdeel en de billen van een dier
te weten
- p. 163, 3713, dierenpornografische films/video’s.
Voor zover in de tenlasteleggingen taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

6.De strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

7.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

8.De motivering van de straf

8.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door haar bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 6 (zes) maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 (vijf) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 3 (drie) jaren. Zij heeft gevorderd dat aan deze proeftijd de bijzondere voorwaarden worden verbonden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd. Ook heeft de officier van justitie gevorderd dat aan verdachte een taakstraf van 240 (tweehonderdveertig) uren wordt opgelegd, met bevel, voor het geval dat de veroordeelde de taakstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 120 (honderdtwintig) dagen.
8.2
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft verzocht om bij het bepalen van de strafmaat rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van verdachte. De opvoedsituatie van verdachte als kind heeft ervoor gezorgd dat hij zich onvoldoende heeft kunnen ontwikkelen tot volwassene. Dit heeft voor een sociaal-emotionele ontwikkelingsachterstand gezorgd. Daarnaast heeft ook zuurstofgebrek tijdens een openhartoperatie bij verdachte een negatieve invloed gehad op zijn sociaal-emotionele ontwikkeling. Oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zal ten koste gaan van de opgebouwde stabiliteit in het leven van verdachte. Verzocht is om te bepalen dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is en aan hem een vrijwel geheel voorwaardelijke straf op te leggen, met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
8.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een grotendeels voorwaardelijke gevangenisstraf in combinatie met een taakstraf, en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich meermalen schuldig gemaakt aan het bezit van kinderporno. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het bezit van dierenporno.
Het bezit van kinderporno is bijzonder verwerpelijk. Alhoewel de afbeeldingen worden aangeduid als “kinderporno” gaat het in feite om beelden van het seksueel misbruik van kinderen. Het is een feit van algemene bekendheid dat kinderen die ten behoeve van het vervaardigen van kinderporno seksueel worden misbruikt, ernstig psychisch kunnen worden beschadigd en fysiek letsel kunnen oplopen. Hiervan kunnen zij nog jarenlang de gevolgen ondervinden, zo niet de rest van hun leven. Voor de effectieve bestrijding van kinderporno is het belangrijk dat niet alleen de personen worden aangepakt die kinderporno vervaardigen, maar ook degenen die kinderporno in hun bezit hebben. Deze groep van personen houdt immers de vraag naar kinderporno, en daarmee het seksueel misbruik van kwetsbare minderjarigen, in stand. Verdachte heeft hier ook aan bijgedragen.
Dat geldt ook voor de dierenporno. Voor de vervaardiging van deze afbeeldingen zijn dieren misbruikt en geëxploiteerd ten behoeve van de behoeftebevrediging van mensen. Ook hiervoor geldt dat door het bekijken en bewaren van dit soort afbeeldingen de vraag daarnaar blijft bestaan en het vervaardigen wordt bevorderd.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 2 juni 2025. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor strafbare feiten.
In strafmatigende zin neemt de rechtbank mee dat verdachte ter terechtzitting de ten laste gelegde feiten heeft bekend en hij verklaard heeft de schadelijkheid van zijn handelen in te zien en spijt te hebben zich schuldig te hebben gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. Ook heeft verdachte aangegeven gemotiveerd te zijn voor het behandelen van zijn seksuele deviaties en fantasieën. Verdachte komt hierin oprecht over.
De rechtbank heeft daarnaast kennisgenomen van het rapport van de reclassering van 24 juni 2025. Volgens de reclassering is er bij verdachte mogelijk sprake van een relatie tussen het psychosociaal functioneren en het delictgedrag. Verdachte heeft een sociaal- emotionele en cognitieve ontwikkelingsachterstand, hetgeen van invloed is op zijn denken en doen. De reclassering acht het zorgelijk dat verdachte tweemaal voor het bezit van kinderporno met justitie in aanraking is gekomen en dus onvoldoende in staat is gebleken tot zelfbeheersing. Risicofactoren zijn het sociaal isolement waarin verdachte zit, zijn beperkte vermogens en mogelijkheden tot het vormen van een stabiele relatie en een emotionele identificatie met kinderen. Een positieve factor is dat de zus van verdachte zijn telefoongebruik monitort en hem ondersteunt bij het opbouwen van een zelfstandig leven en het verkrijgen van een passend sociaal netwerk. Daarnaast ervaart verdachte gevoelens van schuld en schaamte en is er sprake van motivatie voor hulpverlening en interventies gericht op gedragsverandering. Tot slot ziet de reclassering de dagbesteding van verdachte ook als een beschermende factor.
De reclassering adviseert om bij een veroordeling de door de rechter-commissaris in het kader van de schorsing van de voorlopige hechtenis opgelegde bijzondere voorwaarden te continueren, te weten: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het vermijden van kinder- en dierenporno, waarbij controle op digitale gegevensdragers kan plaatsvinden door de reclassering.
Anders dan de raadsvrouw heeft betoogd, vindt de rechtbank dat het dossier onvoldoende aanknopingspunten bevat om te bepalen dat verdachte verminderd toerekeningsvatbaar is. Tegelijkertijd ziet de rechtbank dat verdachte een kwetsbaar persoon is en zal zij hier in sterke mate rekening mee houden bij het bepalen van de op te leggen straf. Gelet op die kwetsbaarheid en de proceshouding van verdachte, acht de rechtbank het niet wenselijk om aan verdachte een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen die langer is dan de duur die hij reeds in voorarrest heeft gezeten. De rechtbank ziet aanleiding om een groot deel van de op te leggen gevangenisstraf voorwaardelijk aan verdachte op te leggen met daaraan verbonden de bijzondere voorwaarden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd.
Conclusie
De rechtbank is van oordeel dat gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden aanleiding bestaat om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd.
Alles afwegende acht de rechtbank oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 180 (honderdtachtig) dagen met aftrek van voorarrest, waarvan 170 (honderdzeventig) dagen voorwaardelijk, met daaraan verbonden een proeftijd van 3 (drie) jaren passend. De rechtbank zal aan het voorwaardelijk strafdeel de bijzondere voorwaarden verbinden zoals die door de reclassering zijn geadviseerd, te weten: een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling en het vermijden van kinder- en dierenporno, waarbij controle op digitale gegevensdragers kan plaatsvinden door de reclassering. Ook zal de rechtbank aan verdachte opleggen een taakstraf van 120 (honderdtwintig) uur, subsidiair 60 (zestig) dagen hechtenis.

9.Het beslag

9.1
De inbeslaggenomen voorwerpen
Onder verdachte is in zaak A een telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024142485-6558494, SAMSUNG S-23) in beslag genomen.
In zaak B zijn onder verdachte twee “niet te definiëren goederen” (Omschrijving: PL1300-2021246818-G6165473, kp beslag en Omschrijving: PL1300-2021246818-G6165478) en een computer (Omschrijving: PL1300-2021246818-G6165478) in beslag genomen.
9.2
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de in beslag genomen goederen verbeurd worden verklaard.
9.3
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft ten aanzien van het beslag geen standpunt ingenomen.
9.4
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank komt ten aanzien van het beslag tot het volgende oordeel.
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen dienen onttrokken te worden aan het verkeer en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de bewezen geachte feiten zijn begaan en het beeld- en videomateriaal dat op deze voorwerpen is aangetroffen van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 36b, 36c, 57, 240b, 252, en 254a van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze artikelen luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 5 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van zaak A:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
en
een visuele weergave van seksuele aard waarbij een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van zaak B, feit 1:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd;
Ten aanzien van zaak B, feit 2:
een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een ontuchtige handeling, waarbij een mens en een dier zijn betrokken, in bezit hebben, meermalen gepleegd.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstrafvoor de duur van
180 (honderdtachtig) dagen.
Beveelt dat de tijd die door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte,
170 (honderdzeventig) dagen, van deze gevangenisstraf
niet tenuitvoergelegdzal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een proeftijd van
3 (drie) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden bevolen als de veroordeelde gedurende de proeftijd niet aan de hierna vermelde bijzondere voorwaarden voldoet.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
Meldplicht bij de Reclassering
De veroordeelde meldt zich na oproep bij Reclassering Nederland, [adres 2] De veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt;
Ambulante behandeling
De veroordeelde laat zich behandelen door [GGZ-instelling] of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. De veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling.
Vermijden kinderporno en dierenporno
Dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
digitale omgevingen vermijdt waarin hij in aanraking kan komen met kinderpornografisch materiaal en dierenpornografisch materiaal;
digitale omgevingen vermijdt waarin over seksuele handelingen met minderjarigen en dieren wordt gecommuniceerd;
geen gebruik maakt van virtuele machines, versleutelprogramma’s (zoals Bitlocker, Veracrypt) of applicaties die helpen de identiteit te verbergen (zoals een VPN), tenzij de reclassering toestemming heeft gegeven voor het gebruik (zoals voor werk of voor bankzaken);
inzicht geeft in de wijze waarop hij de omgevingen genoemd onder a en b zal vermijden en bespreekt hoe dit verlopen is voor het verstreken deel van de proeftijd.
Het toezicht op de naleving van de onderdelen a. tot en met c. beperkt zich tot geautomatiseerde controles van digitale apparaten (zoals computers, smart devices, USB-sticks, SD-kaarten, externe harde schijven) waarop bestanden kunnen worden opgeslagen en/of waarmee internet kan worden benaderd en die de veroordeelde in gebruik heeft.
De veroordeelde werkt mee aan deze controles tijdens (on)aangekondigde huisbezoeken en verschaft toegang tot alle aanwezige digitale apparaten die de veroordeelde in gebruik heeft. Hieronder wordt begrepen het verstrekken van wachtwoorden, codes of andere wijzen van ontgrendeling of ontsluiting zoals vingerafdrukken, die nodig zijn voor toegang. Op verzoek past de veroordeelde de instellingen zodanig aan dat controle mogelijk is. De wijzigingen mogen niet leiden tot definitieve wijzigingen aan het apparaat en worden aan het einde van de controle weer teruggezet.
De controles worden uitgevoerd door de reclassering. Indien en voor zover noodzakelijk mag de reclassering voor ondersteuning op technisch en digitaal gebied een specialist, niet zijnde een opsporingsambtenaar meenemen.
De controles mogen gedurende de proeftijd maximaal (circa) drie keer worden uitgevoerd, waarbij de persoonlijke levenssfeer van de veroordeelde zoveel mogelijk wordt geëerbiedigd. De controles strekken er in het bijzonder niet toe een min of meer volledig beeld te krijgen van het persoonlijke leven van de veroordeelde.
Geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
  • ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt; en
  • medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Veroordeelt verdachte tot
een taakstraf van 120 (honderdtwintig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat
vervangende hechteniszal worden toegepast van
60 (zestig) dagen.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
in zaak A:
1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: PL1300-2024142485-6558494, SAMSUNG S-23)
in zaak B:
  • 1 STK Niet te definiëren goederen (Omschrijving: PL1300-2021246818-G6165476, kp Beslag);
  • 1 STK Niet te definiëren goederen Omschrijving: PL1300-2021246818-G6165473, kp beslag);
  • 1 STK Computer (Omschrijving: PL1300-2021246818-G6165478).
Heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door:
mr. C.P.E. Meewisse, voorzitter,
mr. C. Wildeman en mr. N.T. Arnoldussen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.M. Zoetelief, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 10 juli 2025.
De jongste rechter is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
[...]