Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court in Poznań, Polen, op 24 augustus 2009. De officier van justitie had op 16 mei 2025 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van dit EAB. Tijdens de zitting op 17 juli 2025 was de officier van justitie, mr. W.L.M. van Poll, aanwezig, evenals de opgeëiste persoon, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Echter, op 14 juli 2025 heeft het openbaar ministerie meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB had ingetrokken. De raadsvrouw overhandigde een vertaald vonnis van een Poolse rechter van 9 juli 2025, waaruit bleek dat het vonnis waarop het EAB was gebaseerd, was vernietigd. Zowel de raadsvrouw als de officier van justitie waren van mening dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering.
De rechtbank heeft deze standpunten gevolgd en geoordeeld dat de officier van justitie niet kon worden ontvangen in zijn vordering tot behandeling van het EAB, aangezien het EAB inmiddels was ingetrokken. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk en stelde vast dat de overleveringsdetentie van rechtswege was vervallen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M. Westerman en D.A. Segbedzi, rechters, in aanwezigheid van M.L. Kole, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde zitting.