ECLI:NL:RBAMS:2025:5401

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 juli 2025
Publicatiedatum
23 juli 2025
Zaaknummer
13-150332-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie in de vordering tot behandeling van een ingetrokken Europees aanhoudingsbevel

Op 17 juli 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Circuit Court in Poznań, Polen, op 24 augustus 2009. De officier van justitie had op 16 mei 2025 een vordering ingediend tot het in behandeling nemen van dit EAB. Tijdens de zitting op 17 juli 2025 was de officier van justitie, mr. W.L.M. van Poll, aanwezig, evenals de opgeëiste persoon, vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct was en dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Echter, op 14 juli 2025 heeft het openbaar ministerie meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB had ingetrokken. De raadsvrouw overhandigde een vertaald vonnis van een Poolse rechter van 9 juli 2025, waaruit bleek dat het vonnis waarop het EAB was gebaseerd, was vernietigd. Zowel de raadsvrouw als de officier van justitie waren van mening dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moest worden verklaard in zijn vordering.

De rechtbank heeft deze standpunten gevolgd en geoordeeld dat de officier van justitie niet kon worden ontvangen in zijn vordering tot behandeling van het EAB, aangezien het EAB inmiddels was ingetrokken. De rechtbank verklaarde de officier van justitie niet-ontvankelijk en stelde vast dat de overleveringsdetentie van rechtswege was vervallen. Deze uitspraak werd gedaan door mr. C. Klomp, voorzitter, en mrs. M. Westerman en D.A. Segbedzi, rechters, in aanwezigheid van M.L. Kole, griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde zitting.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13-150332-25
Datum uitspraak: 17 juli 2025
UITSPRAAK
op de vordering van 16 mei 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 24 augustus 2009 door
the Circuit Court in Poznań, Polen (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon] ,
geboren in [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1976,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 17 juli 2025, in aanwezigheid van mr. W.L.M. van Poll, officier van justitie. De opgeëiste persoon is vertegenwoordigd door zijn raadsvrouw, mr. S.W. Kuijpers, advocaat te Hoofddorp.
De rechtbank heeft het onderzoek op de zitting van 17 juli 2025 gesloten en direct uitspraak gedaan.

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Poolse nationaliteit heeft.

3.Ontvankelijkheid officier van justitie

Bij e-mail van 14 juli 2025 heeft het openbaar ministerie meegedeeld dat de uitvaardigende justitiële autoriteit het EAB heeft ingetrokken. De raadsvrouw heeft een vertaald vonnis van een Poolse rechter van 9 juli 2025 overgelegd waaruit kan worden opgemaakt dat het vonnis waarop het EAB is uitgevaardigd, is vernietigd. Zowel de raadsvrouw als de officier van justitie hebben zich daarom op het standpunt gesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.
De rechtbank is met de raadsvrouw en de officier van justitie van oordeel dat de officier van justitie niet kan worden ontvangen in zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB, omdat het EAB inmiddels is ingetrokken.

4.Beslissing

VERKLAARTde officier van justitie
niet-ontvankelijkin zijn vordering tot het in behandeling nemen van het EAB;
STELT VASTdat de overleveringsdetentie van rechtswege is vervallen.
Deze uitspraak is gedaan door
mr. C. Klomp, voorzitter,
mrs. M. Westerman en D.A. Segbedzi, rechters,
in tegenwoordigheid van M.L. Kole, griffier.
en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 17 juli 2025.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 Overleveringswet.