ECLI:NL:RBAMS:2025:5478

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 juli 2025
Publicatiedatum
24 juli 2025
Zaaknummer
C/13/772626 / KG ZA 25-573
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Opheffing van conservatoire derdenbeslagen onder voorwaarde van bankgarantie in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 24 juli 2025, heeft eiseres, een besloten vennootschap, een kort geding aangespannen tegen twee gedaagden, eveneens besloten vennootschappen, met als doel de opheffing van conservatoire derdenbeslagen die door de gedaagden waren gelegd. De eiseres heeft op 18 juli 2025 een dagvaarding ingediend, waarbij zij verzocht om de beslagen op te heffen, onder het aanbieden van een bankgarantie ter waarde van € 135.000,00. Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2025 heeft de voorzieningenrechter, mr. W.M. de Vries, de zaak gehoord. Eiseres heeft haar vordering toegelicht en gedaagden hebben verweer gevoerd, waarbij zij een conclusie van antwoord hebben ingediend. De voorzieningenrechter heeft na de behandeling van de zaak mondeling uitspraak gedaan. De rechter oordeelde dat de conservatoire beslagen opgeheven moesten worden, op voorwaarde dat eiseres de bankgarantie conform het overgelegde concept zou stellen. De rechter heeft ook bepaald dat gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van eiseres moesten worden veroordeeld, en dat de uitspraak uitvoerbaar bij voorraad is verklaard. De beslissing houdt in dat gedaagden binnen twee werkdagen na het stellen van de bankgarantie schriftelijk mededeling moeten doen van de opheffing van de beslagen aan de betrokken partijen.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/772626 / KG ZA 25-573 MdV/MAH
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding van 24 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiseres] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 1] ,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 18 juli 2025,
advocaat mr. F.W. Aartsen te Harderwijk,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats 2] ,
gedaagden,
vertegenwoordigd door [naam 1] en [naam 2] , bestuurders.
Partijen zullen hierna [eiseres] en [gedaagden] (of gedaagden) worden genoemd.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van deze rechtbank ter behandeling van een vordering in kort geding.
Tegenwoordig zijn mr. W.M. de Vries, voorzieningenrechter, en mr. M.A.H. Verburgh, griffier.
Na uitroeping van de zaak verschijnen:
- aan de kant van: [eiseres] : [naam 3] , [naam 4] (bestuurders) en [naam 5] (adviseur), met mr. Aartsen,
- aan de kant van [gedaagden] : [naam 1] en [naam 2] (bestuurders van beide vennootschappen), bijgestaan door mr. B.T.J. de Kok en mr. B.S. Suurbier (beiden: Wessel juristen).

1.De procedure

Tijdens de mondelinge behandeling op 24 juli 2025 heeft [eiseres] de dagvaarding toegelicht. Zij vordert, samengevat, opheffing van de door [gedaagden] gelegde conservatoire derdenbeslagen. [gedaagden] heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van een tevoren ingediende conclusie van antwoord. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht en [eiseres] ook een pleitnota. De behandeling van de zaak is gesloten en de voorzieningenrechter heeft op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 29a lid 3 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering dit proces-verbaal opgemaakt, dat op 24 juli 2025 na de zitting aan partijen is verstrekt.

2.De mondelinge uitspraak

2.1.
Een conservatoir beslag voor een geldvordering moet (onder meer) worden opgeheven als voor deze vordering voldoende zekerheid is gesteld.
2.2.
[eiseres] heeft zekerheid aangeboden in de vorm van een bankgarantie voor het begrote bedrag van € 135.000,00. Uitgangspunt is dat een standaard bankgarantie zoals aangeboden door [eiseres] voldoende zekerheid biedt. In dit geval is dat niet anders; de door [gedaagden] aangevoerde bezwaren tegen de tekst van de overgelegde concept-bankgarantie betreffen niet de deugdelijkheid van de zekerheid.
2.3.
Hoewel de door [gedaagden] voorgestelde aanpassingen te overzien zijn, zou het doorvoeren daarvan door de bank wel tot vertraging leiden. Het is begrijpelijk dat [eiseres] , zeker nu er een half miljoen euro is beslagen, dat problematisch vindt.
2.4.
De conclusie is dat de door [gedaagden] ten laste van [eiseres] gelegde beslagen zullen worden opgeheven op voorwaarde dat de bankgarantie conform het concept wordt gesteld. De tevens gevorderde mededeling over deze opheffing moet geschieden binnen twee werkdagen na het stellen van de bankgarantie. De gevorderde dwangsom zal worden afgewezen, omdat van de noodzaak van het opleggen van een dwangsom niet is gebleken. Nu de vorderingen grotendeels worden toegewezen, zullen gedaagden hoofdelijk in de proceskosten worden veroordeeld. De beslissing wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

3.De beslissing

De voorzieningenrechter
3.1.
heft op de door gedaagden ten laste van [eiseres] gelegde beslagen, onder de opschortende voorwaarde dat [eiseres] conform het door haar als productie 5 overgelegde concept een bankgarantie door de Coöperatieve Rabobank U.A. heeft doen stellen;
3.2.
gebiedt ieder van gedaagden om binnen twee werkdagen na het stellen van deze bankgarantie schriftelijk mededeling te doen van de opheffing van de
beslagen aan de Rabobank en aan American Express,
3.3.
veroordeelt gedaagden hoofdelijk in de proceskosten van [eiseres] , tot op heden begroot op:
- dagvaarding € 125,30
- griffierecht 714,00
- salaris 1.107,00
- nakosten 178,00
Totaal € 2.124,30,
te vermeerderen – indien het vonnis wordt betekend – met een bedrag van € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening,
3.4.
verklaart deze uitspraak tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
3.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.
Type: MAH
Coll: