In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 23 juli 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een man en een vrouw die een affectieve relatie hebben gehad. De man heeft de vrouw € 500.000 geschonken voor de aankoop van een woning, maar stelt dat deze schenking onder invloed van dwaling, bedrog of misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. De vrouw heeft de schenking gebruikt voor de aankoop van een woning samen met haar nieuwe partner, wat de man niet had voorzien. De rechtbank heeft vastgesteld dat er geen afspraken zijn gemaakt die de vrouw verplichtten het geschonken geld uitsluitend voor haar eigen woning te gebruiken. De man heeft niet voldoende aangetoond dat hij onder dwaling of bedrog heeft gehandeld, en de rechtbank concludeert dat de schenkingsovereenkomst niet vernietigbaar is. De vorderingen van de man worden afgewezen, en de proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt.