Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
Het verzuim is op basis van een medische aandoening, werkgerelateerde factoren hebben bijgedragen aan het verzuim.
Het inzetbaarheidsprofiel
Visie (bedrijfs)arts: Conform het vorige advies 07-01-2025, is er medisch gezien geen reden waarom er geen start gemaakt kan worden met de werkhervatting met werkzaamheden horend bij de eigen functie, ik verwacht dat uw werknemer volledig inzetbaar is voor zijn eigen functie (mits er geleidelijk word opgebouwd in uren), medisch gezien kan de ziekmelding daarom worden afgesloten. Echter speelt er een arbeidsconflict waardoor de re-integratie tot op heden nog niet is gestart, terwijl uw werknemer medisch gezien wel kan werken, er lijkt sprake te zijn van situatieve arbeidsongeschiktheid.
3.Het geschil
4.De beoordeling
Het verzuim is op basis van een medische aandoening, werkgerelateerde factoren hebben bijgedragen aan het verzuim.” Er was dus sprake van ziekte. In de evaluatie van 18 juni 2024 wordt voor de beperkingen verwezen naar dit eerdere verslag. Op 18 februari 2025, het moment dat [eiser] langer dan 52 weken was ziekgemeld, waren het inzetbaarheidsprofiel en de evaluatie de bedrijfsarts van beiden 7 januari 2025 het meest recent. Op dat moment was [eiser]
nog beperkt in zijn energieen kon er een
startworden gemaakt met de re-integratie. Hieruit volgt niet dat er geen sprake meer was van medische beperkingen. Er moet dan ook van uitgegaan worden dat er nog steeds sprake is van medische beperkingen. Pas uit de evaluatie van 7 april 2025 volgt, in ondubbelzinnige bewoordingen, dat er géén medische beperkingen meer zijn bij [eiser] . Zo schrijft de bedrijfsarts: “
ten tijde van dit consult acht ik hem[lees: [eiser] ]
volledig inzetbaar voor zijn eigen werk (…), medisch gezien kan de ziekmelding daarom worden afgesloten, (…) er lijkt sprake te zijn van situatieve arbeidsongeschiktheid. (…), Er zijn geen functionele beperkingen meer te duiden ten aanzien van de in Nederland gangbare arbeid, er is geen arbeidsongeschiktheid ten gevolge van ziekte of gebrek. (…) Medisch gezien is uw werknemer hersteld en is er geen verdere verzuimbegeleiding vanuit Zorg van de Zaak noodzakelijk. (…)”. Het had in het licht voor voornoemde adviezen van de bedrijfsarts op de weg van [eiser] gelegen om aannemelijk te maken dat hij op 18 februari 2025 niet meer door ziekte arbeidsongeschikt was. Dit heeft hij onvoldoende gedaan. Dit maakt dat het voorlopig oordeel is dat [eiser] op 18 februari 2025 nog ziek was in de zin van artikel 7:629 BW en dat er geen sprake was van situatieve arbeidsongeschiktheid. Artikel 7:628 lid 1 BW is dan niet van toepassing. Dat, zoals de bedrijfsarts heeft gerapporteerd, “
werkgerelateerde factoren hebben bijgedragen aan het verzuim” maakt nog niet dat sprake is van situatieve arbeidsongeschiktheid. De Gemeente Amsterdam heeft terecht over voornoemde periode 70% van het overeengekomen loon uitbetaald. De vorderingen van [eiser] worden afgewezen.