Op 5 juni 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een jeugdige verdachte, die eerder was veroordeeld tot een PIJ-maatregel. De officier van justitie had verzocht om verlenging van deze maatregel met veertien maanden. De rechtbank heeft de vordering in openbare raadkamer behandeld, waarbij de verdachte en zijn raadsvrouw aanwezig waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte positieve ontwikkelingen doormaakt, zoals een gemotiveerde houding op school en bij therapieën, en dat hij goed samenwerkt met anderen. Ondanks deze positieve signalen is er nog steeds een matig tot hoog recidiverisico op geweldsdelicten. De rechtbank heeft besloten de PIJ-maatregel met twaalf maanden te verlengen, in plaats van de gevorderde veertien maanden, om de voortgang van het resocialisatietraject te waarborgen en de verdachte te motiveren om zijn positieve lijn door te zetten. De rechtbank heeft de beslissing genomen op basis van de ingediende stukken, waaronder adviezen van deskundigen en eerdere termijnbrieven. De maatregel eindigt voorwaardelijk op 16 mei 2026, tenzij deze opnieuw wordt verlengd.