ECLI:NL:RBAMS:2025:5674
Rechtbank Amsterdam
- Wraking
- N.C.H. Blankevoort
- R.A. Dudok van Heel
- M.W. de Vries
- Rechtspraak.nl
Wraking van de rechter-commissaris in een strafzaak met betrekking tot gebrekkige motivering en onpartijdigheid
Op 17 juli 2025 heeft verzoeker een wrakingsverzoek ingediend tegen de rechter-commissaris te Amsterdam, met als argument dat de rechter niet op een redelijke manier rechtsbescherming heeft geboden. Verzoeker, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.T. van Berge Henegouwen, stelde dat de rechter de argumenten in zijn bezwaarschrift niet had besproken en dat dit leidde tot een schending van zijn recht op een eerlijk proces, zoals vastgelegd in de artikelen 6 EVRM en 14 IVBPR. De zaak betreft een strafzaak waarin verzoeker wordt beschuldigd van betrokkenheid bij een criminele organisatie en het ongeoorloofd verstrekken van boodschappen buiten de penitentiaire inrichting.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de processtukken en de schriftelijke reactie van de rechter. De rechter heeft het bezwaar van verzoeker ongegrond verklaard, maar verzoeker betwist dit en stelt dat de rechterlijke onpartijdigheid in het geding is. De wrakingskamer heeft de gronden van het verzoek beoordeeld en geconcludeerd dat de wrakingsgronden niet kunnen leiden tot een gegrond verzoek. De wrakingskamer heeft overwogen dat de motivering van de rechter niet kan worden aangemerkt als vooringenomenheid en dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen niet toestaat dat een (tussen)beslissing als grond voor wraking kan dienen.
Uiteindelijk heeft de wrakingskamer het verzoek tot wraking afgewezen, met de overweging dat de gronden kennelijk ongegrond zijn. De beslissing is genomen op 24 juli 2025, en tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.