Uitspraak
beslissing
RECHTBANK AMSTERDAM
Beslissing van 11 juni 2025
hierna gezamenlijk te noemen: verzoekster
De procedure
- het proces-verbaal van 8 mei 2025, met daarin opgenomen het wrakingsverzoek;
- de schriftelijke reactie van de rechter.
- de heer [naam 1] (een van de bestuurders van verzoekster), bijgestaan door zijn advocaat;
- de rechter, vergezeld van mr. A..J. Wesdorp, teamvoorzitter kanton;
- mr. F.A. Dijkstra, advocaat van de wederpartij in de hoofdzaak.
De feiten
“
De kantonrechter is bevoegd kennis te nemen van het geschil. Artikel 93 Rv bepaalt dat door de kantonrechter worden behandeld en beslist (onder meer) zaken betreffende een arbeidsovereenkomst. Partijen verschillen van mening over de vraag of tussen hen een arbeidsovereenkomst heeft bestaan. Verzoekster stelt van wel, verweerder betwist dit. Alle partijen zijn het erover eens dat dit de kern van de zaak betreft. Voor de beoordeling of de kantonrechter bevoegd is, heeft de kantonrechter kennis genomen van de door verzoekster aangevoerde rechtsgrond namelijk (de opzegging van) een arbeidsovereenkomst en de daarop gebaseerde verzoeken, zoals de toekenning van een billijke vergoeding. Daarmee is sprake van een zaak betreffende een arbeidsovereenkomst. Hiermee wordt uitdrukkelijk niet vooruitgelopen op de inhoudelijke beslissing of tussen partijen daadwerkelijk een arbeidsovereenkomst heeft bestaan. Voor de beantwoording van die vraag zal de zaak inhoudelijk behandeld moeten worden. Een andere beslissing zou betekenen dat elke beweerdelijke werkgever een beweerdelijke werknemer weg kan houden van de laagdrempelige toegang tot de kantonrechter. Dat is nadrukkelijk niet de bedoeling geweest van de wetgever.”
Het wrakingsverzoek en de gronden daarvan
De beoordeling
De beslissing
- wijst het verzoek tot wraking af;
- bepaalt dat de zaak met kenmerk 11565564 / EA VERZ 25-205 wordt voortgezet in de stand waarin deze zich ten tijde van het indienen van het verzoek tot wraking bevond.
mr. W.M. de Vries in tegenwoordigheid van de griffier en in openbaar uitgesprokenop 11 juni 2025.