ECLI:NL:RBAMS:2025:5737

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
5 augustus 2025
Publicatiedatum
5 augustus 2025
Zaaknummer
13/263974-23 (zaak A), 13/210141-24 (zaak B)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 22-jarige man voor witwassen en poging tot diefstal uit een auto

Op 5 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 22-jarige man, die werd beschuldigd van witwassen en het medeplegen van een poging tot diefstal uit een auto. De rechtbank heeft de zaken, aangeduid als zaak A en zaak B, gevoegd behandeld. In zaak A werd de verdachte veroordeeld tot 12 weken gevangenisstraf, waarvan 3 weken voorwaardelijk, voor het witwassen van een aanzienlijk geldbedrag en een Rolex Datejust horloge. De rechtbank oordeelde dat de verdachte onvoldoende bewijs had geleverd voor de legale herkomst van de aangetroffen goederen, ondanks zijn verklaringen over de herkomst van het geld en de horloge. In zaak B werd de verdachte schuldig bevonden aan het medeplegen van een poging tot diefstal uit een auto, waarbij hij samen met een mededader een auto-inbraak heeft gepleegd. De rechtbank concludeerde dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking tussen de verdachte en zijn mededader, wat leidde tot de bewezenverklaring van de poging tot diefstal. De rechtbank heeft de straffen gemotiveerd door te wijzen op de ernst van de feiten en de impact van witwassen op de samenleving.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummers: 13/263974-23 (
zaak A), 13/210141-24 (
zaak B)
Datum uitspraak: 5 augustus 2025
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 2003,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] , [woonplaats] ,
hierna: verdachte.

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 22 juli 2025.
De rechtbank heeft de zaken, die bij afzonderlijke dagvaardingen onder de bovenvermelde parketnummers zijn aangebracht, gevoegd. Deze zaken worden hierna als respectievelijk zaak A en zaak B aangeduid.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. S. van der Linde en van wat verdachte en zijn raadsman mr. M.P.M. Balemans naar voren hebben gebracht. Ook heeft de rechtbank kennisgenomen van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] .

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan
Zaak A
1. het witwassen van een giraal en contant geldbedrag, dure merkhorloges, kleding en accessoires in de periode van 1 januari 2022 tot en met 23 januari 2024;
2. bezit van en/of handel in cocaïne in de periode van 23 januari 2022 tot en met 23 januari 2024.
Zaak B
het medeplegen van een poging diefstal uit een auto door middel van braak op 29 juni 2024 (primair), dan wel medeplichtigheid hieraan (subsidiair).
De volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Ibij dit vonnis.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

3.Waardering van het bewijs

3.1.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
Verdachte dient in zaak A te worden vrijgesproken van de onder 2 ten laste gelegde handel in harddrugs. Verdachte dient ook te worden vrijgesproken van het in zaak A onder 1 ten laste gelegde witwassen met betrekking tot het geldbedrag van € 95,- en de merkgoederen, met uitzondering van de Rolex Datejust. Het in zaak A onder 1 ten laste gelegde witwassen kan wel worden bewezen met betrekking tot het geldbedrag op de bankrekening van verdachte ter hoogte van € 18.501,98. Dit bedrag is lager dan de € 35.726,26 die op de tenlastelegging staat, omdat het witwassen van een deel van de bedragen die hieraan ten grondslag liggen niet kan worden bewezen. De niet te bewijzen delen zien op de bedragen afkomstig van INPAY AS, de moeder van verdachte, Vinted, [naam moeder verdachte] , Brite AB (unibet) en Your Benefits Assuradeur. Verder kan het witwassen van het contante geldbedrag van € 13.560,- en van het Rolex Datejust horloge worden bewezen. Ook het in zaak B primair ten laste gelegde medeplegen van een poging tot diefstal door middel van een auto-inbraak kan worden bewezen.
3.2.
Standpunt van de verdediging
Verdachte dient volgens de raadsman in zaak A te worden vrijgesproken van het witwassen (feit 1) en de drugs (feit 2). Ten aanzien van het witwassen (feit 1) dient verdachte te worden vrijgesproken van alle posten met betrekking tot het geldbedrag op de bankrekening. Over het geld via hyperWALLET heeft verdachte verklaard dat dit afkomstig is van de verkoop van goederen van zijn zus. Dit heeft zijn zus als getuige bevestigd. Dat het Openbaar Ministerie hier geen nader onderzoek naar heeft gedaan kan de verdediging niet worden verweten. Het geld dat verdachte van zijn vader en zus heeft gekregen, was bestemd voor het afbetalen van boetes. Als er twijfel zou bestaan over de verklaring van de vader van verdachte bij de rechter-commissaris, dan had hij ter terechtzitting moeten worden gehoord. Hetzelfde geldt voor de zus van verdachte. Ook het witwassen van de bedragen afkomstig van Tikkie kan niet worden bewezen. Dat verdachte niet meer weet waar deze bedragen voor waren, is onvoldoende om te stellen dat hij drugs verkocht. Ook de getuigenverklaringen in het dossier zijn hiervoor onvoldoende bewijs. Hetzelfde geldt voor de bedragen van Brinks geldmaat en de losse bedragen anders dan via Tikkie. Dat de verklaringen van getuige [naam getuige 1] en verdachte uiteenlopen, betekent niet dat de verklaring van verdachte niet klopt. Getuige [naam getuige 1] heeft namelijk niet gezegd dat hij drugs heeft gekocht.
Ten aanzien van het aangetroffen contante geldbedrag van € 13.560,- hebben de moeder en zus van verdachte tijdens de inval direct verklaard dat het geld van hen is. In latere verhoren hebben zij duidelijk verklaard dat het geld voor een auto was. Verder heeft verdachte een duidelijke verklaring afgelegd met betrekking tot het Rolex Datejust horloge. Zijn oom [naam oom] heeft in het kader van de klaagschriftprocedure een gelijkluidende verklaring afgelegd. Bovendien is het verzoek om aan getuige [naam getuige 2] , de verkoper van het horloge, foto’s van verdachte en op verdachte lijkende personen voor te leggen, afgewezen. Daarom kan niet worden gesteld dat er voldoende onderzoek is gedaan naar de verklaring van verdachte.
Verdachte dient in zaak B te worden vrijgesproken van zowel het primair als het subsidiair ten laste gelegde. Medeplegen kan niet worden bewezen. Dat het volgens de politie naar de uiterlijke verschijningsvorm leek alsof verdachte op de uitkijk stond, betekent niet dat er sprake was van een nauwe en bewuste samenwerking. Ook medeplichtigheid kan niet worden bewezen, omdat niet kan worden vastgesteld dat verdachte heeft geweten van het plan van [naam 1] . Het is onduidelijk of verdachte wist dat er iets zou worden weggenomen. Mocht de rechtbank toch tot een bewezenverklaring komen, dan dient te worden uitgegaan van medeplichtigheid.
3.3.
Oordeel van de rechtbank
3.3.1.
Zaak A
Feit 1 – witwassen
Beoordelingskader criminele herkomst
De rechtbank stelt voorop dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld dat de voorwerpen die bij verdachte zijn aangetroffen afkomstig zijn uit een specifiek aangeduid misdrijf. Echter, ook als niet duidelijk is uit welk specifiek misdrijf de voorwerpen afkomstig zijn, kan in bepaalde gevallen alsnog de criminele herkomst worden bewezen. Het gaat dan om gevallen waarbij het op grond van de feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat in dit geval de voorwerpen uit misdrijf afkomstig zijn. Als de feiten en omstandigheden in het dossier zodanig zijn dat sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft over de legale herkomst van de voorwerpen. Zo’n verklaring moet concreet, verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn. Als de verdachte een dergelijke verklaring heeft afgelegd, ligt het op de weg van het Openbaar Ministerie om hier nader onderzoek naar te doen. Mede op basis van dit onderzoek moet de rechtbank in dat geval beoordelen of met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat de voorwerpen een legale herkomst hebben. De omstandigheden waaronder, het moment en de manier waarop de verklaring van verdachte tot stand is gekomen spelen daarbij een rol. In dat geval kan het niet anders dan dat de voorwerpen uit misdrijf afkomstig zijn en kan witwassen worden bewezen.
Witwasvermoeden
Uit het dossier blijkt dat verdachte in oktober 2024 twee keer is aangehouden. De politie ziet dan dat verdachte beide keren dure merkkleding draagt en bij de eerste aanhouding in oktober 2024 ook een Rolex. Dit vindt de politie opvallend, omdat niet bekend is of verdachte inkomen heeft. Het horloge wordt onderzocht en blijkt echt te zijn en een waarde te hebben van € 15.000,-. Naar aanleiding van deze bevindingen besluit de politie onderzoek te doen naar het inkomen en het vermogen van verdachte, waaruit naar voren komt dat verdachte weinig legaal inkomen heeft – met een laatste loonopgaaf uit 2020 – in verhouding tot het totaal onverklaarbaar bijgeschreven vermogen op zijn bankrekening van € 35.726,62. De politie besluit de woning van verdachte te doorzoeken en treft daar een contant geldbedrag van € 13.560,- aan en een grote hoeveelheid merkgoederen. Op grond hiervan is naar het oordeel van de rechtbank ten aanzien van zowel het contante geld, het geld op de bankrekening van verdachte, als alle bij de doorzoeking aangetroffen goederen gezamenlijk sprake van een gerechtvaardigd vermoeden van witwassen.
Verklaring verdachte
Daarom mag van verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare verklaring geeft voor de herkomst van deze geldbedragen en voorwerpen, die niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk is. De rechtbank zal hierna per voorwerp of geldbedrag bespreken of verdachte naar haar oordeel een dergelijke verklaring heeft afgelegd, of dit volgens de rechtbank heeft geleid tot bevestiging of weerlegging van die verklaring door nader onderzoek door het Openbaar Ministerie en uiteindelijk concluderen of naar het oordeel van de rechtbank sprake is van witwassen.
Beoordeling per voorwerp/geldbedrag
Geldbedragen op de bankrekening – deels bewezen
Het totaal onverklaarbaar bijgeschreven vermogen van verdachte bedraagt volgens de politie € 35.726,62. Dit bedrag valt uiteen in verschillende posten, die achtereenvolgens zullen worden besproken.
Verdachte heeft geen verklaring afgelegd over de herkomst van het bedrag afkomstig van Vinted (€ 810,-). Desondanks acht de rechtbank het niet aannemelijk dat deze van misdrijf afkomstig zijn. Vinted is volgens openbaar toegankelijke bronnen een legaal verkoopplatform en het bedrag dat verdachte met verkopen op Vinted heeft verdiend, is niet dermate hoog dat dit een vermoeden van witwassen rechtvaardigt. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van de geldbedragen afkomstig van Vinted (€ 810,-).
Ook over de bijschrijvingen van Your Benefits Assuradeur (€ 421,44) heeft verdachte geen verklaring afgelegd. Toch neemt de rechtbank ook voor deze post geen witwasvermoeden aan. Your Benefits Assuradeur is blijkens openbare bronnen een verzekeringsmaatschappij en in de omschrijvingen van de bijschriften staan polisnummers en factuurnummers. Het lijkt daarmee om legale bijschrijvingen te gaan. Daarom spreekt de rechtbank verdachte eveneens vrij van het witwassen van de geldbedragen bijgeschreven door Your Benefits Assuradeur (€ 421,44).
Verdachte heeft geen verklaring afgelegd over de legale herkomst van de bedragen afkomstig van Tikkie (€ 4.810,-), Brinks geldmaat (€ 655,11), [naam 2] (€ 1.262,-), Brite AB (unibet) (€ 500,-) en de losse geldbedragen ontvangen anders dan via Tikkie (€ 811,50). Gelet op het witwasvermoeden is er dan ook geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het geldbedrag van € 950,- afkomstig van [naam moeder verdachte] en van het geldbedrag van € 3.264,- afkomstig van de moeder van verdachte. Verdachte heeft over beide posten een voldoende concrete, verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring afgelegd voor wat betreft de herkomst, maar deze verklaringen zijn niet nader door het Openbaar Ministerie onderzocht.
Uit het dossier blijkt dat verdachte bij de politie heeft verklaard dat het geldbedrag van € 7.113,- bijgeschreven door INPAY AS komt van winsten, behaald bij het online casino Bruno Casino. Verdachte heeft inloggegevens van deze digitale casino-omgeving verstrekt aan de politie. Na onderzoek heeft de politie geconstateerd dat de verklaring van verdachte klopt. De rechtbank spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van het geldbedrag ter hoogte van € 7.113,- afkomstig van INPAY AS.
Het geldbedrag van € 2.645,81 van hyperWALLET is volgens de verklaring van verdachte bij de politie afkomstig van
daytrading. In zijn volgende verhoor heeft verdachte echter gezegd dat het afkomstig is van verkoop van spullen van zijn zus. Ter terechtzitting heeft verdachte aangegeven niet meer te weten waar het geldbedrag vandaan komt. De verklaringen van verdachte zijn wisselend en bovendien onvoldoende concreet en verifieerbaar. Het aldus door verdachte geboden tegenwicht tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot nader onderzoek door het Openbaar Ministerie. Er is daarom geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
Het geld dat verdachte van onder meer zijn vader (€ 5.759,87) en zus (€ 1.291,69) heeft gekregen, is volgens de verklaring van verdachte bij de politie bestemd voor het betalen van verkeersboetes. De familie is hierover gehoord en beaamt dit. Dit is een verklaring die concreet, verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk is. De politie heeft onderzoek gedaan naar de (bank)rekeningen van de vader en zus van verdachte en de bevindingen daaruit vergeleken met de bankrekening en verklaringen van verdachte. Hieruit blijkt dat de verklaring van verdachte, namelijk dat hij alleen geld ontving van zijn vader en zus en hij hen nooit geld heeft gegeven of geld naar hen heeft overgeboekt, niet klopt. Uit onderzoek naar de bankrekeningen van verdachte, zijn vader en zijn zus is gebleken dat verdachte ook geld overboekte naar zijn vader en zus. Aanvankelijk heeft vader bij de politie verklaard dat hij contant geld ontving van verdachte, dit dan stortte en overmaakte naar verdachte, hetgeen hij later als getuige bij de rechter-commissaris ontkent. De verklaringen van verdachte en vader wisselen dus. Vader blijkt verder maandelijks een inkomen te ontvangen ter hoogte van gemiddeld € 1.621,-. Dit legale inkomen biedt geen verklaring voor het geldbedrag dat hij aan verdachte heeft overgemaakt. De zus van verdachte ontving daarnaast via hyperWALLET geld en dat boekte zij dan met een kleine aftrek over naar verdachte. Ook maakt verdachte meerdere keren geld naar haar over, dat zij dan kort daarop contant opnam. Dit klopt niet met de verklaring van verdachte en zijn zus dat zijn zus geen geld van verdachte kreeg en de boetes van haar eigen geld betaalde. Gelet hierop is de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld niet aannemelijk geworden. Er is daarmee geen andere conclusie mogelijk dan dat het geld van deze posten uit enig misdrijf afkomstig is.
Over het geldbedrag van € 1.070,- dat in drie keer is bijgeschreven door [naam getuige 1] heeft verdachte bij de politie verklaard dat het geld afkomstig was van de verkoop van een Vespascooter aan [naam getuige 1] . Deze scooter zou eerst op naam van verdachte hebben gestaan en daarna zijn overgeschreven op naam van [naam getuige 1] . Dit is een verklaring die concreet, verifieerbaar en op voorhand niet hoogst onwaarschijnlijk is. De politie heeft deze verklaring vervolgens onderzocht. Uit dit onderzoek van de politie blijkt dat er geen enkel voertuig is dat zowel op naam van verdachte als op naam van [naam getuige 1] heeft gestaan. Objectief is er in het dossier dus geen onderbouwing voor de verklaring van verdachte. [naam getuige 1] is ook nog gehoord als getuige en heeft verklaard dat het geldbedrag voor een fatbike was. Deze had hij via Marktplaats gekocht van een Hollandse man van ongeveer 40 jaar die eruit zag als een drugsgebruiker. De verklaring van getuige [naam getuige 1] komt niet overeen met de verklaring van verdachte. Gelet hierop is de verklaring van verdachte over de herkomst van het geld niet aannemelijk geworden. Er is daarmee geen andere conclusie mogelijk dan dat dit geld uit enig misdrijf afkomstig is.
Contante geldbedragen – vrijspraak
De rechtbank spreekt verdachte vrij van het witwassen van het geldbedrag van € 95,- , omdat zij overeenkomend met de standpunten van de officier van justitie en de raadsman van oordeel is dat onvoldoende is komen vast te staan dat dit geldbedrag van enig misdrijf afkomstig zou zijn.
Met betrekking tot het contante geldbedrag van € 13.560,- dat tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte is aangetroffen, heeft hij verklaard dat dit spaargeld van zijn moeder en zus betreft. Dit spaargeld zou bedoeld zijn voor de aanschaf van een auto. Naar aanleiding van deze verklaring zijn de moeder en de zus van verdachte gehoord. Moeder heeft tijdens haar verhoor bij de politie de verklaring van verdachte bevestigd. Zij heeft ook verklaard bij de doorzoeking al te hebben aangegeven dat het geld van haar en haar dochter was. De zus van verdachte heeft in haar verhoor bij de politie ook de verklaring van verdachte bevestigd. Moeder en zus hebben in hun verhoor bij de politie allebei aangegeven dat een deel van het geld afkomstig was van de verkoop van een auto. Volgens de zus ging het om een Audi Q7 die voor ongeveer € 7.500,- zou zijn verkocht. De politie heeft hier onderzoek naar gedaan en concludeerde dat deze verklaring mogelijk is. Moeder en zus zijn ook een klaagschriftprocedure gestart, waarbij zij ter onderbouwing van hun standpunt stukken met betrekking tot hun contante geldopnamen naar voren hebben gebracht. Dit maakt dat de rechtbank de verklaring van verdachte niet onaannemelijk acht, waardoor de rechtbank niet buiten redelijke twijfel kan vaststellen dat het geldbedrag uit enig misdrijf afkomstig is. Zij spreekt verdachte daarom vrij van het witwassen van het aangetroffen contante geldbedrag van € 13.560,-.
Merkgoederen – deels bewezen
Verdachte heeft met betrekking tot de merkhorloges (met uitzondering van het Rolex Datejust horloge), merksjaals, merkkleding, merkschoenen en merktassen verklaard dat dit geen echte merkgoederen zijn. Verdachte heeft volgens zijn verklaring op zitting al deze goederen ook al teruggekregen van de politie. Of dit echte merkgoederen zijn is niet onderzocht, waardoor de rechtbank niet kan concluderen dat het niet anders kan dan dat deze voorwerpen afkomstig zijn uit enig misdrijf en zij verdachte vrijspreekt van het witwassen hiervan, evenals gevorderd door de officier van justitie en bepleit door de raadsman.
Betreffende het Rolex Datejust horloge heeft verdachte verklaard dat hij dit voor een bruiloft had geleend van zijn oom [naam oom] . Ter onderbouwing heeft hij een kaartje aan de politie overhandigd met daarop de contactgegevens van zijn oom. De politie heeft vervolgens onderzoek gedaan en vond tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte drie Rolex dozen, het echtheidscertificaat en de aankoopbon van het Rolex Datejust horloge op naam van [naam getuige 2] . De politie heeft contact met deze verkoper [naam getuige 2] opgenomen, waarbij [naam getuige 2] heeft aangegeven dat hij het horloge in 2023 heeft verkocht aan een jongen van ongeveer 24 jaar. Ook is er een klaagschriftprocedure gevoerd over de teruggave van het horloge, waarbij de oom van verdachte, [naam oom] , is gehoord. [naam oom] heeft daar verklaard dat hij dacht dat hij het horloge van [naam getuige 2] heeft gekocht, wat volgens [naam oom] zelf vervolgens niet mogelijk bleek gezien de verklaring van [naam getuige 2] . De omschrijving van de koper van de Rolex door [naam getuige 2] strookt naar het oordeel van de rechtbank inderdaad niet met de verklaring van verdachte, aangezien [naam oom] ten tijde van de aankoop van het horloge 50 jaar was. Bovendien zijn de papieren van het horloge aangetroffen in een lade in het huis van verdachte. In zijn verhoor bij de politie heeft verdachte gezegd dat zijn oom de papieren in zijn auto is vergeten na de klaagschriftprocedure en dat hij die daarom thuis heeft opgeborgen. Op de zitting heeft hij echter verklaard dat hij alle papieren gelijktijdig met het horloge van zijn oom heeft gekregen voor de bruiloft in oktober 2024. De rechtbank concludeert daarom dat de verklaring van verdachte niet aannemelijk is geworden en dat het niet anders kan dan dat het Rolex Datejust horloge van enig misdrijf afkomstig is.
Wetenschap en conclusie
De rechtbank concludeert dat in totaal € 19.001,98 aan diverse geldbedragen op de bankrekening van verdachte en het Rolex Datejust horloge ter waarde van € 15.000,- van misdrijf afkomstig waren. Gelet op de voorgaande feiten en omstandigheden stelt de rechtbank ook de wetenschap van verdachte vast. De rechtbank acht dan ook bewezen dat verdachte deze bedragen heeft witgewassen.
Feit 2 – vrijspraak handel in cocaïne
De rechtbank spreekt verdachte vrij van handel in cocaïne. Net als de standpunten van de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat dit feit niet kan worden bewezen.
3.3.2.
Zaak B
De rechtbank acht het aan verdachte primair tenlastegelegde (medeplegen aan poging tot diefstal met braak), gelet op de bewijsmiddelen in bijlage II, bewezen.
Medeplegen poging diefstal door middel van braak
Uit de bevindingen van de politie ter plaatse volgt dat verdachte op 29 juni 2024 een motorscooter met kenteken [kenteken] heeft bestuurd en dat [naam 1] zijn bijrijder was. De motorscooter bleef stilstaan op de Leidsegracht ter hoogte van huisnummer [nummer] , waar op dat moment een witte Volkswagen Golf Gte met kenteken [kenteken] (hierna: de auto) geparkeerd stond. Verdachte zette de motorscooter uit ging ernaast staan. De bijrijder [naam 1] stapte van de motorscooter af en liep naar de auto. Vervolgens scheen [naam 1] door de ramen van de auto naar binnen. Beiden keken volgens de politie schichtig om zich heen. De politie zag dat er drie mannen aan kwamen lopen, dat verdachte [naam 1] aansprak en dat [naam 1] direct stopte met schijnen in de ramen van de auto. Vervolgens liep [naam 1] , nadat de voorbijgangers doorliepen, terug naar de auto en scheen weer de auto in. De politie hoorde vervolgens een harde knal en zag [naam 1] met zijn rechterarm door het raam van de auto. Toen de politie zich kenbaar maakte rende [naam 1] terug naar de motorscooter om bij verdachte achterop de scooter te springen. Verdachte gaf gas en werd samen met [naam 1] ten val gebracht door de politie. Op de vluchtroute van [naam 1] heeft de politie een zaklamp en een kraspen gevonden. Ook heeft een van de verbalisanten verklaard dat op de achterbank van de auto meerdere T-shirts van het merk “Dsquared2” lagen en dat dit soort T-shirts een aankoopbedrag hebben van ongeveer € 200,-. Op de zitting heeft verdachte verklaard dat het klopt dat hij op 29 juni 2024 samen met [naam 1] op de motorscooter zat.
Bewijsoverweging
De rechtbank stelt op basis van voorstaande feiten en omstandigheden vast dat [naam 1] de ruit van de auto heeft ingeslagen met als oogmerk het wegnemen van goederen die op dat moment in de auto aanwezig waren.
Anders dan de verdediging heeft bepleit is de rechtbank van oordeel dat de handelingen, zoals uitgevoerd door verdachte, als medeplegen zijn aan te merken. De wijze van gezamenlijk aankomen op de motor, de waargenomen gedragingen van verdachte – het afstappen van de motor, rondkijken en [naam 1] waarschuwen voor voorbijgangers – en het gezamenlijk willen vluchten nadat de politie zich kenbaar heeft gemaakt, duiden op een gezamenlijk plan met als doel diefstal uit de auto. Gelet hierop is de rechtbank van oordeel dat de verklaring van verdachte dat hij [naam 1] slechts een lift gaf en dat hij niet wist wat [naam 1] ging doen ongeloofwaardig is. De rechtbank komt tot het oordeel dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en [naam 1] en dat de bijdrage van verdachte aan het gepleegde feit van voldoende gewicht was om medeplegen vast te stellen.
De rechtbank acht de poging tot diefstal door middel van braak in vereniging dan ook bewezen.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
Zaak A
Feit 1
in de periode van 1 januari 2022 tot en met 23 januari 2024, te Amsterdam, in elk geval in Nederland, van voorwerpen, te weten:
- een geldbedrag van ongeveer 19.001,98 euro op zijn bankrekening en
- een merkhorloge van het merk Rolex
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen,
terwijl hij, verdachte, wist dat die voorwerpen - onmiddellijk of middellijk - afkomstig waren uit enig misdrijf.
Zaak B
primair
op 29 juni 2024 te Amsterdam, tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door verdachte en zijn mededader voorgenomen misdrijf om uit een personenauto een of meerdere Dsquared2 T-shirt(s) en/of hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [benadeelde partij] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, door met zijn mededader naar voornoemde personenauto te gaan, waarna zijn mededader de linker achterruit van het voertuig heeft ingeslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen geachte feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregel

7.1.
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor het door haar in zaak A onder 1 (het witwassen) en in zaak B (de poging auto-inbraak) bewezen geachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 16 weken, met aftrek van voorarrest.
7.2.
Standpunt van de verdediging
Mocht de rechtbank toch tot een veroordeling komen, dan verzoekt de raadsman tot een deels voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden in de vorm van reclasseringstoezicht.
7.3.
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een totaalbedrag van € 19.001,98 en een Rolex Datejust horloge ter waarde van € 15.000,-. Witwassen schaadt niet alleen de integriteit van het financiële systeem, maar zorgt er ook voor dat andere vormen van ernstige criminaliteit zoals (georganiseerde) drugshandel en wapenhandel worden gefinancierd. Daarnaast zorgt witwassen voor ontwrichting van het economische en financiële verkeer, wat een ondermijning vormt voor de samenleving. Ook heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van een poging diefstal door middel van braak. Daarbij hebben verdachte en zijn medeverdachte het eigendom van een ander beschadigd, terwijl de uiteindelijke diefstal door ontdekking op heterdaad niet gelukt is. Verdachte heeft bij zijn handelen alleen gedacht aan zijn eigen gewin en heeft zich niet bekommerd om de potentiële gevolgen voor anderen.
De persoon van verdachte
De rechtbank heeft acht geslagen op het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 8 juli 2025. Hieruit blijkt dat verdachte eerder onherroepelijk is veroordeeld voor diefstal door middel van braak, hetgeen in het nadeel van verdachte meeweegt bij de strafbepaling. Ook heeft de rechtbank acht geslagen op diverse reclasseringsrapportages over verdachte, in het bijzonder de reclasseringsrapportage van 16 juli 2025 voor de onderhavige zitting. Hierin geeft de reclassering aan dat verdachte zich niet coöperatief naar de reclassering opstelt. De reclassering acht geen interventies aangewezen of uitvoerbaar.
Straf
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank gekeken naar de door het Landelijk
Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) vastgestelde oriëntatiepunten, ofwel de afspraken die de gerechten onderling maken over gelijke bestraffing van soortgelijke zaken. Deze oriëntatiepunten gaan bij diefstal uit een auto uit van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 weken. Dit oriëntatiepunt houdt echter geen rekening met medeplegen of met poging. Er is geen oriëntatiepunt met betrekking tot witwassen.
De rechtbank acht, al het bovenstaande afwegende, een gevangenisstraf voor de duur van 12 weken met aftrek van voorarrest, waarvan 3 weken voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden. Gelet op het advies van de reclassering ziet de rechtbank geen aanknopingspunten om bijzondere voorwaarden aan het voorwaardelijke strafdeel te verbinden.

8.Beslag

Onder verdachte zijn de volgende goederen in beslag genomen:
Zaak A
  • 13560 EUR; IBGN 23-01-2024 (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6453045);
  • €1.009,00 van 1 STK Personenauto [kenteken] (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6413700, Grijs, merk: Opel Corsa, chassisnr: [nummer] );
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6453022, Zilverkleurig, merk: Rolex Day-Date);
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6453025, Goudkleurig, merk: Hublot);
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6405466, Zilverkleurig, merk: Rolex Datejust);
Zaak B
1 STK Motorfiets (Omschrijving: PL1300-2024152191-6494646, Yahama).
Verbeurdverklaring
Het Rolex Datejust horloge behoort aan verdachte toe. Nu met behulp van dit voorwerp het in zaak A onder 1 bewezen geachte witwassen is begaan, wordt dit voorwerp verbeurd verklaard. Ook de Yahama motorfiets behoort aan verdachte toe. Nu met behulp van dit voorwerp de in zaak B bewezen geachte poging auto-inbraak in vereniging is begaan, wordt dit voorwerp verbeurd verklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Nu het Rolex Day-Date horloge en het Hublot horloge zijn aangetroffen in het onderzoek naar het misdrijf waarvan verdachte wordt verdacht, terwijl zij van zodanige aard zijn, dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.
Teruggave
Gelast de teruggave aan verdachte van de personenauto van het merk Opel Corsa.
Gelast de teruggave aan de rechthebbende van het geldbedrag van
€ 13.560,-.

9.Ten aanzien van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

De benadeelde partij [benadeelde partij] vordert € 3.098,- aan vergoeding van materiële schade en € 50.000,- aan vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente en met oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De officier van justitie en de raadsman hebben verzocht om de vordering van de benadeelde partij niet-ontvankelijk te verklaren.
De rechtbank verklaart de vordering niet-ontvankelijk, omdat de vordering onvoldoende is onderbouwd en het toelaten van nadere onderbouwing door de benadeelde partij, een onevenredige verzwaring van het strafproces zou opleveren.

10.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf en maatregel zijn gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a, 36b, 36d, 45, 57, 63, 311, 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

11.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het in
zaak A onder 2ten laste gelegde niet bewezen en
spreektverdachte
daarvan vrij.
Verklaart
bewezendat verdachte het in
zaak A onder 1 en het in zaak Bten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Zaak A
Ten aanzien van feit 1:
witwassen
Zaak B
poging diefstal door middel van braak door twee verenigde personen
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Bepaalt dat een gedeelte, groot
3 (drie) weken, van deze gevangenisstraf niet ten uitvoer gelegd zal worden, tenzij later anders wordt bevolen.
Stelt daarbij een
proeftijd van 2 (twee) jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden bevolen als de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Nu verdachte het onvoorwaardelijk gedeelte van de opgelegde gevangenisstraf reeds
in voorarrest heeft doorgebracht, komt hij niet in aanmerking voor deelname aan een
penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet,
en is de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10
van het Wetboek van Strafvordering, niet aan de orde.
Beslag
Verklaart
verbeurd:
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6405466, Zilverkleurig, merk: Rolex Datejust);
  • 1 STK Motorfiets (Omschrijving: PL1300-2024152191-6494646, Yahama).
Verklaart
onttrokken aan het verkeer:
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6453022, Zilverkleurig, merk: Rolex Day-Date);
  • 1 STK Horloge (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6453025, Goudkleurig, merk: Hublot).
Gelast de
teruggave aan verdachte van:
- €1.009,00 €1.009,00 van 1 STK Personenauto [kenteken] (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6413700, Grijs, merk: Opel Corsa, chassisnr: [nummer] ).
Gelast de
teruggave aan de rechthebbende van:
13560 EUR; IBGN 23-01-2024 (Omschrijving: PL1300-2023227155-G6453045).
Benadeelde partij
De benadeelde partij zal in de vordering
niet-ontvankelijkworden verklaard, omdat onvoldoende is komen vast te staan dat de schade waarvan vergoeding wordt gevorderd rechtstreeks verband houdt met het in zaak B bewezen verklaarde feit.
De benadeelde partij en de verdachte zullen ieder de eigen kosten dragen.
Heft op het - geschorste - bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. M. Vaandrager, voorzitter,
mrs. B. Kuppens en M. Smayel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. A.V. Koppelman, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 5 augustus 2025.