ECLI:NL:RBAMS:2025:5752

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 juni 2025
Publicatiedatum
5 augustus 2025
Zaaknummer
AWB - 20 _ 3262
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep inzake waterschapsbelasting door gebrek aan bewijs van verzending bezwaarschrift

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 juni 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen het niet tijdig nemen van een besluit op een bezwaar inzake waterschapsbelasting. Eiser, het Algemeen bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, heeft op 16 augustus 2024 beroep ingesteld omdat verweerder niet tijdig had beslist op zijn bezwaar. Verweerder heeft echter in zijn verweerschrift aangegeven dat zowel de ingebrekestelling als het bezwaarschrift niet zijn ontvangen. Eiser heeft gesteld dat hij het bezwaarschrift van 10 mei 2024 en de ingebrekestelling van 1 juli 2024 per e-mail heeft verzonden, maar heeft geen bewijs kunnen overleggen dat deze naar het juiste e-mailadres zijn gestuurd. De rechtbank overweegt dat het aan de verzender is om aan te tonen dat de documenten zijn verzonden. Aangezien eiser geen ontvangstbevestiging heeft overgelegd en niet aannemelijk heeft gemaakt dat de documenten correct zijn verzonden, heeft de rechtbank geoordeeld dat niet is voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep. Daarom heeft de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de mogelijkheid om verzet aan te tekenen binnen zes weken na verzending van de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 24/5380

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiser] , eiser

(gemachtigde: mr. D.R. de Vries),
en

het Algemeen bestuur van Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, verweerder.

(gemachtigde: [gemachtigde] )

Procesverloop

Eiser heeft op 16 augustus 2024, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn bezwaar.
Verweerder heeft een verweerschrift ingestuurd.
Eiser heeft gereageerd op het verweerschrift.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
3. Met een besluit van 30 maart 2024 heeft verweerder eiser een aanslag waterschapsbelasting 2023 opgelegd. Eiser heeft tegen dit besluit bezwaar gemaakt met een bezwaarschrift van 10 mei 2024. Op 1 juli 2024 heeft eiser verweerder in gebreke gesteld. Vervolgens is belanghebbende op 16 augustus 2024 in beroep gegaan wegens het niet tijdig beslissen op het bezwaar. Verweerder stelt, bij verweerschrift van 10 oktober 2024, zowel de ingebrekestelling als het bezwaarschrift niet te hebben ontvangen.
4. De rechtbank overweegt dat uit vaste rechtspraak volgt dat als een geadresseerde stelt dat hij een niet aangetekend verzonden brief niet heeft ontvangen, het in beginsel aan de verzender is om aannemelijk te maken dat en wanneer de brief is verzonden. Eiser stelt dat hij het bezwaarschrift van 10 mei 2024 alsmede de ingebrekestelling van 1 juli 2024 per e-mail heeft verstuurd naar belastingfj@waternet.nl. Ter onderbouwing hiervan heeft eiser een print van de verzendingen ingebracht. Uit de verzendprint kan de rechtbank opmaken dat op zowel 10 mei 2024 als 1 juli 2024 een e-mail is verzonden. Uit de print blijkt niet dat deze e-mails naar het officiële e-mailadres van verweerder zijn verzonden. Eiser heeft hiermee niet aannemelijk gemaakt dat het bezwaarschrift van 10 mei 2024 alsmede de ingebrekestelling van 1 juli 2024 daadwerkelijk naar verweerder zijn verzonden Eiser heeft ook geen ontvangstbevestiging van het bezwaarschrift en/of de ingebrekestelling overgelegd, noch op andere wijze aannemelijk gemaakt dat deze e-mails zijn verzonden.
5.Gezien het bovenstaande is niet voldaan aan de voorwaarden voor het instellen van beroep tegen niet tijdig beslissen, omdat onder andere de ingebrekestelling ontbreekt. De rechtbank verklaart het beroep daarom niet-ontvankelijk.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.W. Speksnijder, rechter, in aanwezigheid van mr. A. Ruijgrok griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op:
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb