Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
- € 3.006,54 aan (nog openstaande) hoofdsom, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding totdat alles is betaald,
- € 298,13 aan wettelijke rente, berekend tot aan de dagvaarding,
- € 515,04 aan buitengerechtelijke incassokosten,
- de proceskosten.
4.De beoordeling
en de renteniet zijn betaald binnen de termijn van 14 dagen die ingaat de dag na ontvangst van de brief. In het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke kosten is bepaald dat de hoogte van de buitengerechtelijke kosten wordt bepaald aan de hand van de
hoofdsom. Als blijkt dat de schuldenaar de volledige hoofdsom heeft betaald binnen voormelde termijn van 14 dagen, maar niet de rente heeft voldaan, dan is de schuldenaar geen buitengerechtelijke kosten meer verschuldigd. Uit de wijze waarop de betreffende aanmaningsbrief is opgesteld, volgt echter dat ook als de rente niet is voldaan, nog buitengerechtelijke kosten betaald moeten worden. Daarmee wordt de schuldenaar – die consument is – in de brief onjuist geïnformeerd en dat staat aan toewijzing van de buitengerechtelijke kosten in de weg.
5.De beslissing
- € 3.006,54, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over het toegewezen bedrag, met ingang van 27 februari 2025, tot de dag van volledige betaling,
- € 298,13 aan tot 27 februari 2025 verschenen wettelijke rente,