ECLI:NL:RBAMS:2025:5795

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 juli 2025
Publicatiedatum
7 augustus 2025
Zaaknummer
11344480 \ EA VERZ 24-948
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenvergoeding na intrekking verzoekschrift in civiele procedure

In deze zaak hebben de verzoekers op 2 oktober 2024 een verzoekschrift ingediend met als doel een besluit van de vergadering van de VvE van 3 september 2024 te vernietigen en een vervangende machtiging van de kantonrechter te verkrijgen op basis van artikel 5:121 van het Burgerlijk Wetboek. De gemachtigde van de verzoekers, mr. B.J. Mulder, heeft het verzoek ingediend. Namens de belanghebbenden, vertegenwoordigd door mr. N.A. Berenschot, is een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling die gepland stond op 28 februari 2025 ging niet door vanwege ziekte van de gemachtigde van de verzoekers, en een nieuwe datum werd vastgesteld op 9 september 2025.

Op 27 mei 2025 hebben de verzoekers hun verzoek ingetrokken. De belanghebbenden hebben vervolgens verzocht om de verzoekers te veroordelen in de proceskosten op basis van het liquidatietarief. De verzoekers hebben niet gereageerd op dit verzoek. De kantonrechter heeft geoordeeld dat zolang er nog niet op het verzoekschrift is beslist, het verzoek kan worden ingetrokken. Aangezien de verzoekers hun verzoek hebben ingetrokken, worden zij als de in het ongelijk gestelde partij beschouwd, en de kantonrechter heeft hen veroordeeld in de proceskosten van de belanghebbenden, die zijn begroot op € 609,50.

De beschikking is gegeven door mr. J.H.J. Evers en is openbaar uitgesproken op 28 juli 2025. De verzoekers zijn verplicht om de proceskosten binnen veertien dagen na aanschrijving te betalen, vermeerderd met de kosten van betekening indien zij niet tijdig aan de veroordeling voldoen.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11344480 \ EA VERZ 24-948
Beschikking van 28 juli 2025
in de zaak van
[verzoeker 1] EN [verzoeker 2],
te [woonplaats] ,
verzoekende partij,
hierna te noemen: [verzoekers] ,
gemachtigde: mr. B.J. Mulder,
tegen
V.V.E. [verweerder],
te [vestigingsplaats] ,
verwerende partij,
hierna te noemen: de VvE.

1.De procedure

1.1.
[verzoekers] hebben op 2 oktober 2024 een verzoekschrift met producties ingediend dat strekt tot vernietiging van een besluit van de vergadering van de VvE van 3 september 2024 en het verkrijgen van een vervangende machtiging van de kantonrechter op grond van artikel 5:121 Burgerlijk Wetboek.
1.2.
Door mr. N.A. Berenschot is namens [naam 1] en [naam 2] alsmede [naam 3] en [naam 4] (hierna gezamenlijk: [belanghebbenden] ), belanghebbenden, een verweerschrift met producties ingediend.
1.3.
De mondelinge behandeling op 28 februari 2025 is niet doorgegaan in verband met ziekte van de gemachtigde van [verzoekers] Vervolgens is een nieuwe datum voor de mondelinge behandeling bepaald op 9 september 2025.
1.4.
Bij e-mail van 27 mei 2025 hebben [verzoekers] hun verzoek ingetrokken. [belanghebbenden] hebben bij e-mail van 28 mei 2025 verzocht om [verzoekers] te veroordelen in de proceskosten op basis van het liquidatietarief. [verzoekers] zijn door de griffier in de gelegenheid gesteld om te reageren op dit verzoek van [belanghebbenden] , maar van [verzoekers] is geen reactie ontvangen.
1.5.
Vervolgens is een datum voor beschikking bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Zolang nog niet op het verzoekschrift is beslist, kan het verzoek worden ingetrokken. Bij het verweer is om een kostenveroordeling gevraagd en dat verzoek is na de intrekking van het verzoek gehandhaafd. Daarbij is verzocht om er rekening mee te houden dat een verweerschrift is ingediend en dat de mondelinge behandeling van 28 februari 2025 niet is doorgegaan nadat de gemachtigde van [verzoekers] vlak voor aanvang van de zitting had laten weten niet te kunnen komen wegens ziekte. Belanghebbenden en hun gemachtigde waren toen echter al aanwezig en de zitting was al voorbereid door de gemachtigde. [verzoekers] hebben niet gereageerd op dit verzoek van [belanghebbenden]
2.2.
Nu [verzoekers] hun verzoekschrift hebben ingetrokken in verband met hun verhuizing, gelden zij als de in het ongelijk gestelde partij en ziet de kantonrechter aanleiding om hen in de proceskosten te veroordelen. De proceskosten van [belanghebbenden] worden begroot op:
- salaris gemachtigde
542,00
(2 punten × € 271,00)
- nakosten
67,50
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
609,50

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
veroordeelt [verzoekers] in de proceskosten van € 609,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [verzoekers] niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.H.J. Evers en in het openbaar uitgesproken op 28 juli 2025.
33806