Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de man, bijgestaan door zijn advocaat;
- de advocaat van de vrouw.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 juli 2025 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, die op 18 mei 2023 in Charsadda, Pakistan, zijn gehuwd. De man, met de Nederlandse nationaliteit, heeft verzocht om de echtscheiding uit te spreken, stellende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht. De vrouw heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat de man op het moment van indiening van het verzoekschrift in Nederland woonde. De rechtbank heeft het verzoek tot echtscheiding toegewezen.
Daarnaast heeft de vrouw verzocht om een bijdrage in de kosten van haar levensonderhoud, maar de man heeft dit betwist en aangevoerd dat er geen sprake is van lotsverbondenheid en dat de vrouw in staat is om in haar eigen levensonderhoud te voorzien. De rechtbank heeft overwogen dat de vrouw onvoldoende heeft aangetoond dat zij recht heeft op partneralimentatie. De rechtbank heeft het verzoek van de vrouw om partneralimentatie afgewezen, omdat zij niet voldoende bewijs heeft geleverd van haar behoefte en de man niet in staat is om bij te dragen aan haar onderhoud.
De rechtbank heeft ook de proceskosten gecompenseerd, wat betekent dat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De beschikking is gegeven door rechter M.E.B. Terwee en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van griffier S. Bien.