De kwaliteitscriteria GMC 2.1 en GMC 2.2 zijn in par. 4.1.2 als volgt omschreven:
“ GMC 2.1 Implementatieplan (…):
Inschrijver dient een Implementatieplan aan te leveren omtrent levering, implementatie, training en nazorg van de dienstverlening. Het Implementatieplan moet ervan uitgaan dat alle Apparatuur, Software en de bijhorende dienstverlening, door inschrijver, gebruiksklaar voor de eindgebruiker moet worden opgeleverd. Tevens moet het Implementatieplan uitgaan van een niet onderbroken proces. De zittende leverancier vult dit gunningscriterium in alsof zij moeten implementeren bij een nieuwe Deelnemer.
Het werkproces van Opdrachtgever mag niet onder druk komen te staan door de
implementatie van dienstverlening. In het door de Inschrijver te formuleren
Implementatieplan dienen minimaal de volgende aspecten aan de orde te komen:
1. Indicatie van de doorlooptijd inclusief start- en einddatum en mijlpalenplanning;
2. Beschrijving PoC-fase voor oplevering van de Apparatuur;
3. Het capaciteitsplan, met daarin een omschrijving van uw projectorganisatie
Risicoanalyse inclusief beheersmaatregelen;
4. Welke verantwoordelijkheden bij wie liggen (deelnemer/opdrachtnemer). Geef
hierbij ook aan van welke functionaris de verwachte inzet is wat betreft uren, van
zowel de Deelnemer als de Opdrachtnemer;
5. De wijze waarop de opdrachtnemer omgaat met escalaties, bijvoorbeeld bij het
plaatsvinden van een risico of uitloop van de planning, inclusief escalatiematrix;
6. Een risicoanalyse met mitigerende acties;
7. Hoe de onboarding (trainingen voor gebruikers en functioneel beheerder) er uitziet;
8. De wijze waarop opdrachtnemer kwaliteitsbewaking uitvoert.
GMC 2.2 Functioneel & Technisch ontwerp (…):
In een functioneel- en technisch ontwerp dienen de volgende onderwerpen aan de orde te komen:
1. Technische tekening van de oplossing – In deze tekening verwachten wij de
verschillende (netwerk) componenten die ter zake zijn voor de geboden oplossing,
de veronderstelde/geadviseerde netwerk segmenten en de dataverbindingen die
lopen vanaf deze componenten naar de online print omgeving.
1) De wijze waarop de oplossing koppelt met de omgeving van Opdrachtgever
(communicatielijnen); In dit schematische overzicht verwachten we ook de
procesworkflow van de oplossing terug te zien vanuit de verschillende
benaderingen/os types.
2) De (verschillende) wijzen waarop gebruikers/externen met een BYOD-device gebruik kunnen maken van de printoplossing.
3) Welke functionele beheer taken rondom de componenten zijn voorzien voor de
Opdrachtgever en hoe groot is de beheerlast?”