ECLI:NL:RBAMS:2025:5857

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 augustus 2025
Publicatiedatum
8 augustus 2025
Zaaknummer
AMS 24/2819
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting wegens gebrek aan medische noodzaak

Deze uitspraak betreft de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting. Eiseres is het niet eens met de afwijzing van haar aanvraag, die door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam is gedaan. De rechtbank heeft de zaak behandeld en komt tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. De rechtbank legt uit dat de aanvraag is afgewezen omdat er geen medische redenen zijn die een verhuizing noodzakelijk maken. De woning van eiseres is bereikbaar met een lift en er zijn geen ergonomische belemmeringen die een verhuizing rechtvaardigen. Eiseres heeft een ernstige chronische ziekte en is aangewezen op 24-uurs verzorging, maar de rechtbank oordeelt dat de huidige woning niet ongeschikt is voor de zorg die zij ontvangt. De rechtbank heeft de behandeling van het beroep ter zitting geschorst om aanvullend onderzoek te doen, maar na het verkrijgen van een nieuw advies is de afwijzing van de aanvraag gehandhaafd. Eiseres heeft niet aangetoond dat een nachtzuster per se een aparte logeerkamer nodig heeft, wat ook een reden is voor de afwijzing. De rechtbank concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen en dat eiseres geen recht heeft op terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
Zaaknummer: AMS 24/2819

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 11 augustus 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. P.P. Klokkers),
en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder

(gemachtigde: mr. E.D. Mensing van Charante).

Samenvatting

1.1.
Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting. Eiseres is het niet eens met de afwijzing van de aanvraag. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
1.2.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het beroep ongegrond is. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2.1.
Eiseres heeft een aanvraag ingediend voor een financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting. Verweerder heeft deze aanvraag met het besluit van
12 december 2023 afgewezen omdat er geen medische redenen zijn waarom eiseres zou moeten verhuizen. De woning is bereikbaar met lift en eiseres heeft geen ergonomische belemmeringen in de woning. Met het besluit van 11 april 2024 op het bezwaar van eiseres is verweerder bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen dit besluit. Verweerder heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op 4 november 2024 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de partner van eiseres, de gemachtigde van eiseres, de gemachtigde van verweerder en [naam] van Ymere.
2.4.
De rechtbank heeft de behandeling van het beroep ter zitting geschorst omdat is gebleken dat het onderzoek in de procedure niet volledig is geweest. In het advies van Argonaut, dat ten grondslag ligt aan het besluit van 11 april 2024, wordt namelijk niet ingegaan op de problematiek van eiseres voor wat betreft de mogelijkheid van het onderbrengen van een nachtzuster in de woning. Verweerder heeft daarom een nieuw advies aangevraagd bij Argonaut waarna op 25 februari 2025 een herziene beslissing op bezwaar is genomen. Met deze herziene beslissing op bezwaar is verweerder tevens bij de afwijzing van de aanvraag gebleven. Op 17 maart 2025 heeft eiseres aanvullende beroepsgronden ingediend. Vervolgens heeft de rechtbank partijen laten weten zonder een nadere zitting uitspraak te doen, tenzij partijen binnen een daartoe gestelde termijn aangeven een nieuwe zitting te wensen. Van partijen werd binnen de gestelde termijn geen reactie ontvangen, waarop de rechtbank het onderzoek heeft gesloten.

Beoordeling door de rechtbank

3. Eiseres is vanwege een ernstige chronische ziekte aangewezen op 24-uurs verzorging op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz) waarvoor zij een CIZ [1] -indicatie heeft. Zij wordt voor het grootste deel verzorgd door haar echtgenoot. Eiseres en haar echtgenoot willen echter de mogelijkheid hebben een nachtzuster in te huren voor de zorg in de nacht en dat maakt het noodzakelijk dat zij over een logeerkamer beschikt in de woning. De huidige woning heeft die niet en is daarom niet passend.
4. Op grond van paragraaf 4.8.1, onder b, van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Amsterdam 2024 is de eerste voorwaarde voor het verstrekken van een financiële tegemoetkoming voor verhuizing en inrichting dat een verhuizing wegens beperkingen in het normale gebruik van de woning medisch noodzakelijk is.
5. De rechtbank is van oordeel dat verweerder de aanvraag van eiseres heeft mogen afwijzen omdat een verhuizing wegens beperkingen in het normale gebruik van de woning voor eiseres niet medisch noodzakelijk is. De woning van eiseres is namelijk bereikbaar met een lift en eiseres heeft zelf geen ergonomische belemmeringen in de woning. De rechtbank begrijpt dat eiseres een financiële tegemoetkoming voor verhuizing wenst om daarmee te verhuizen naar een woning die geschikt is om Wlz-zorg te kunnen ontvangen door middel van een nachtzuster. Deze tegemoetkoming biedt namelijk voorrang op bepaalde woningen. Dit is echter niet het doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning. De tegemoetkoming strekt in dit geval namelijk niet tot het compenseren van de beperkingen van eiseres. Daarnaast heeft eiseres niet aangetoond dat de in te huren nachtzuster per se een aparte logeerkamer nodig heeft, en dat het onmogelijk is om in de huidige woning een nachtzuster onder te brengen.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.D. Arnold, rechter, in aanwezigheid van
mr. J.C.M. Schilder, griffier. Uitgesproken in het openbaar op 11 augustus 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Centrum Indicatiestelling Zorg.