ECLI:NL:RBAMS:2025:5937

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 augustus 2025
Publicatiedatum
14 augustus 2025
Zaaknummer
11798089 \ CV EXPL 25-9700
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ambtshalve toetsing van algemene voorwaarden in consumentenrechtelijke overeenkomst

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 12 augustus 2025, is de eisende partij, BOUWINVEST DUTCH INSTITUTIONAL RESIDENTIAL FUND N.V., opgeroepen om een gedaagde partij te dagvaarden. De gedaagde partij is echter niet verschenen, waardoor er verstek is verleend. De procedure betreft een civiele zaak waarin de kantonrechter moet beoordelen of de overeenkomst die centraal staat in deze procedure voldoet aan de eisen van het Europese en Nederlandse consumentenrecht, met name de Richtlijn 93/13 EG over oneerlijke bedingen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de eisende partij niet de relevante algemene voorwaarden heeft overgelegd, wat essentieel is voor de ambtshalve toetsing van de bedingen in de overeenkomst. Dit heeft geleid tot de conclusie dat de eisende partij niet heeft voldaan aan haar stelplicht, waardoor de kantonrechter niet in staat was om de bedingen op oneerlijkheid te toetsen. De rechter benadrukt dat het van belang is dat de consument niet onterecht wordt benadeeld door bedingen die niet eerlijk zijn.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter de vordering van de eisende partij afgewezen en deze in de proceskosten veroordeeld, waarbij de kosten aan de zijde van de gedaagde partij op nihil zijn begroot, aangezien deze niet in het geding is verschenen. Dit vonnis is openbaar uitgesproken op dezelfde datum als de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11798089 \ CV EXPL 25-9700

Vonnis van 12 augustus 2025

in de zaak van

BOUWINVEST DUTCH INSTITUTIONAL RESIDENTIAL FUND N.V.,

te Amsterdam,
eisende partij,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s.,
tegen

[gedaagde] ,

te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
niet verschenen.

Verloop van de procedure

Eiseres heeft gedaagde partij gedagvaard. Gedaagde partij is niet verschenen. Tegen gedaagde partij is verstek verleend. De datum voor vonnis is bepaald op vandaag.

Gronden van de beslissing

1. De overeenkomst die in deze procedure centraal staat, is gesloten met een consument. Daarom moet ambtshalve worden getoetst aan het Europese en Nederlandse consumentenrecht, met name aan Richtlijn 93/13 EG (de Richtlijn oneerlijke bedingen).
2. De kantonrechter moet in iedere procedure ten aanzien van ieder onderdeel van de vordering beoordelen of daarover in de overeenkomst en in de algemene voorwaarden afspraken zijn gemaakt en of die afspraken al dan niet eerlijk zijn ten opzichte van de consument. Bij die beoordeling is van belang of bedingen waaraan een consument gebonden is, zonder dat daarover afzonderlijk is onderhandeld, in strijd met de goede trouw het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoren. Of eiseres de consument ook daadwerkelijk aan die afspraken houdt, of in de praktijk alleen naleving van wettelijke bepalingen verlangt, is in dit verband niet relevant.
3. Nu eisende partij niet de op de overeenkomst van toepassing verklaarde algemene voorwaarden zoals bedoeld in artikel 11 heeft overgelegd, is toetsing van bedingen op oneerlijkheid niet mogelijk. Door de voor de beoordeling van belang zijnde feiten niet volledig aan te voeren heeft eisende partij de taak van de kantonrechter, te weten ambtshalve toetsing van de algemene voorwaarden, onmogelijk gemaakt. Eisende partij heeft dan ook niet voldaan aan haar stelplicht, zodat de vordering wordt afgewezen.
4. Eisende partij wordt in het ongelijk gesteld en zal daarom in de proceskosten worden veroordeeld. Nu gedaagde partij niet in het geding is verschenen worden de kosten aan de zijde van gedaagde partij begroot op nihil.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vordering af;
veroordeelt eisende partij in de kosten van het geding, aan de zijde van gedaagde partij tot aan deze uitspraak begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H.J. Evers en in het openbaar uitgesproken op 12 augustus 2025.
58984