Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
SUMITOMO METAL MINING CO., LTD,
1.De procedure
2.De verzoeken en de achtergrond daarvan
Sale and Purchase Agreements(SPA’s). Volgens South32 is Sumitomo op basis van deze SPA’s aansprakelijk voor de Nederlandse heffingen.
impairments) doorgevoerd over de opgebouwde rente over verschillende belastingjaren van 2012 tot en met 2020.
closingvan de transactie was op 22 februari 2022. Na de
closingbesloot South32 om bepaalde afwaarderingen terug te draaien (
reversal) en om de in 2021 al opgebouwde maar niet-betaalde rente niet af te waarderen.
Pre-Closing Taxeskwalificeren in beginsel voor rekening van Sumitomo en komen belastingen die niet als
Pre-Closing Taxeskwalificeren in beginsel voor rekening van South32. In dit kader luidt artikel 6.11 (e) van de SPA’s als volgt:
motion to dismiss) van de vordering van South32 in bij de Trial Court van New York. De Trial Court wees dit verzoek op 27 juni 2024 af. Hiertegen stelde Sumitomo in januari 2025 hoger beroep in bij de Supreme Court of the State of New York, Appellate Division, First Judicial Department (hierna: First Department).
Pre Closing Taxesen komen deze belastingen dus voor rekening van South32. Deze beslissing betekent dat de vorderingen van South32 aanzienlijk zijn beperkt.
3.Het verweer
4.De beoordeling
common lawgeldt bekend is als
pre-trial discovery of documents. Nederland heeft ingevolge dit artikel verklaard dat zij rogatoire commissies die op dergelijke procedures zien niet zal uitvoeren. Daarbij is aangegeven dat de Nederlandse regering in het kader van artikel 23 van het Bewijsverdrag onder een
pre-trial discovery of documents-procedure elke rogatoire commissie verstaat die – onder meer – van een persoon verlangt alle documenten te overleggen, anders dan de specifieke documenten gespecificeerd in de rogatoire commissie, die naar het oordeel van het aangezochte gerecht (waarschijnlijk) in zijn bezit, bewaring of macht zijn. Dit betekent, samengevat, dat het Bewijsverdrag wel toestaat om documenten, ook als deze betrekking hebben op een
pre-trial discovery, te verzoeken mits zij voldoende gespecificeerd zijn. Het door Nederland in het kader van artikel 23 Bewijsverdrag gemaakte voorbehoud vormt dus geen beletsel om het verzoek in behandeling te nemen. Of het verzoek voldoende gespecificeerd is komt hierna aan de orde, nu dat ook een van de vereisten van artikel 843a lid 1 Rv is.
Pre Closing Taxin de zin van artikel 6.11 (e) (iii) zou kwalificeren, zou deze voor rekening van Sumitomo komen. Volgens PwC kunnen de gevraagde bescheiden op geen enkele wijze bijdragen aan de beantwoording van deze interpretatievraag. Los daarvan geldt echter dat het First Department inmiddels op 13 mei jl. de betekenis van genoemd artikellid heeft vastgesteld. Daarmee is de rechtsvraag waarop het verzoek is geënt al beantwoord en is het gros van de vorderingen van South32 komen te vervallen. Met deze beslissing is dan ook ieder belang bij het verzoek komen te vervallen. Voor zover in de Amerikaanse procedure nog vorderingen resteren beroept Sumitomo zich nu plots op artikel 6.11 (e) (ii) van de SPA’s, maar hierop was het verzoek niet geënt. Bovendien zijn, anders dan Sumitomo stelt, de beweegredenen, kennis en analyses van PwC over het terugdraaien van de afwaarderingen niet relevant voor de uitleg van deze bepaling. PwC concludeert dan ook dat Sumitomo geen rechtmatig belang bij het verzoek heeft.
Pre Closing Taxin de zin van artikel 6.11 (e) (iii) is aan te merken. Waar het verzoek (zie onder 2.9) spreekt over
the crucial disputed provision of the SPAwordt kennelijk gedoeld op deze bepaling. Zo wordt op pagina 6 van het verzoek vermeld dat
PwC has knowledge of the key disputed provision of the SPAen wordt vervolgens, waar het gaat over de discussie tussen partijen, op die pagina en pagina 7 uitsluitend verwezen naar artikel 6.11 (e) (iii). In hoofdstuk 8 van het verzoek (
Evidence to be Obtained and Purpose) wordt verder uitgelegd dat de verzochte bescheiden relevant zijn om te bepalen waarom, en op welke basis, PwC heeft besloten tot
reversalvan
impairmentsvan SMM en SGF voor eerdere belastingjaren. Ook Sumitomo rept in haar stukken pas ná de beslissing van het First Department over een beroep op artikel 6.11 (e) (ii) van de SPA’s.
“All Communications”of
“All documents”.
5.De beslissing
mr. J.D. Tameris, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 14 augustus 2025.