ECLI:NL:RBAMS:2025:5999

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
18 juli 2025
Publicatiedatum
18 augustus 2025
Zaaknummer
11626893 \ EA VERZ 25-355
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontslag op staande voet en ontbinding arbeidsovereenkomst wegens nevenwerkzaamheden tijdens ziekte

In deze zaak heeft een werknemer, aangeduid als [verzoeker], op staande voet ontslag gekregen van haar werkgever, Spotzer Digital B.V., omdat zij tijdens haar ziekte werkzaamheden verrichtte voor haar eigen onderneming. De kantonrechter heeft het ontslag op staande voet vernietigd, maar heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden vanwege een ernstig beschadigd wederzijds vertrouwen. De werknemer had sinds 7 juni 2022 voor Spotzer gewerkt en was op 15 augustus 2022 in dienst getreden. Tijdens haar ziekte meldde Spotzer dat zij aanwijzingen had dat [verzoeker] in strijd met haar nevenwerkzaamhedenbeding handelde. Na een reeks van waarschuwingen en gesprekken, waarbij [verzoeker] niet op redelijke verzoeken inging, heeft Spotzer haar op 28 januari 2025 ontslagen. De kantonrechter oordeelde dat het ontslag niet rechtsgeldig was, maar dat de vertrouwensbreuk tussen partijen onherstelbaar was. De kantonrechter heeft Spotzer veroordeeld tot betaling van achterstallig loon, een transitievergoeding en een billijke vergoeding, en heeft de arbeidsovereenkomst ontbonden per 1 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer / rekestnummer: 11626893 \ EA VERZ 25-355
Beschikking van 18 juli 2025
in de zaak van
[verzoeker],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekende partij, verwerende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: [verzoeker] ,
gemachtigde: mr. R. Schepers,
tegen
SPOTZER DIGITAL B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
verwerende partij, verzoekende partij in het tegenverzoek,
hierna te noemen: Spotzer,
gemachtigde: mr. M.A. de Vries en mr. F. Millenaar.

1.De procedure

1.1.
[verzoeker] heeft op 27 maart 2025 een verzoekschrift, met producties, ingediend strekkende tot vernietiging van het ontslag op staande voet, met nevenverzoeken. Spotzer heeft een verweerschrift, met producties en met voorwaardelijk tegenverzoek, ingediend.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 11 juni 2025. [verzoeker] is verschenen en bijgestaan door haar gemachtigde. Aan haar zijde waren ook haar partner en L. Crul (tolk). Namens Spotzer zijn verschenen [naam 1] (HR), [naam 2] (HR-manager) en [naam 3] (CEO), bijgestaan door de gemachtigde. Aan haar zijde was M. Mitsman (tolk).
1.3.
De gemachtigden hebben een pleitnota voorgedragen. Partijen zijn vervolgens gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen tijdens de mondelinge behandeling is besproken.
1.4.
Partijen hebben, na korte aanhouding, ten aanzien van de verzoeken beschikking verzocht. Daarvoor is een datum bepaald. Die datum is vandaag.

2.De feiten

2.1.
[verzoeker] , geboren op [geboortedatum] 1991, heeft voor Spotzer vanaf 7 juni 2022 werkzaamheden verricht in de functie van Talent Acquisition Specialist. Voor deze werkzaamheden heeft zij Spotzer gefactureerd vanuit haar eenmanszaak. Op 15 augustus 2022 is [verzoeker] bij Spotzer in dienst getreden in dezelfde functie, op basis van een arbeidsovereenkomst voor de duur van twaalf maanden met een bruto jaarloon van € 62.730,- inclusief vakantietoeslag.
2.2.
[verzoeker] woont en werkt in Nederland op basis van een verblijfsvergunning als kennismigrant. Voor [verzoeker] geldt de 30% regeling voor hoogopgeleide buitenlandse werknemers.
2.3.
Per 1 december 2022 is de functie van [verzoeker] gewijzigd naar Talent Acquisition Manager, met aanpassing van het salaris. De arbeidsovereenkomst is per 15 augustus 2023 omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Die arbeidsovereenkomst bevat een nevenwerkzaamhedenbeding. Dat beding luidt als volgt:

Article 10. Additional work
1.
Without prior written consent of Employer, Employee is not permitted, directly or indirectly, to perform work in the service of third parties, whether for remuneration or otherwise, and/or directly or indirectly to engage in business for his/her own account during the term of this contract of employment. The employer can attach conditions to the granting of consent.
2.
Infringement of this clause during the contract of employment shall constitute a reason for Employer to impose a disciplinary penalty on Employee or shall be a compelling reason for terminating the contract of employment with immediate effect (…).’
2.4.
[verzoeker] heeft zich op 26 juli 2023 ziekgemeld.
2.5.
Spotzer heeft in een e-mail van 4 oktober 2023 aan [verzoeker] kenbaar gemaakt dat zij aanwijzingen had dat [verzoeker] in strijd met haar nevenwerkzaamhedenbeding handelde doordat zij – zowel voor als na haar ziekmelding – zonder voorafgaande toestemming betrokken is geweest bij commerciële activiteiten voor [naam eenmanszaak 1] ; een door [verzoeker] opgerichte onderneming. Daarbij heeft Spotzer aangegeven dat zij de kennelijke actieve betrokkenheid bij eigen commerciële activiteiten niet kon rijmen met het niet beschikbaar zijn voor re-integratieoverleg(gen) met Spotzer. In diezelfde e-mail heeft Spotzer [verzoeker] voor onbepaalde tijd geschorst.
2.6.
Naar aanleiding van de e-mail van 4 oktober 2023 hebben er meerdere gesprekken plaatsgevonden. Daarbij is tussen partijen een discussie ontstaan over de (on)bekendheid van Spotzer met de onderneming van [verzoeker] . Spotzer heeft [verzoeker] vervolgens de keuze gegeven tussen haar werk bij Spotzer en het verrichten van werkzaamheden voor [naam eenmanszaak 1] . In een e-mail van 8 november 2023 heeft [verzoeker] daarover onder meer het volgende geschreven:

I am willingly and in good faith, and because I want to continue with my job at Spotzer, going to stop my managerial responsibility from my company as an owner. As I told you many times I already have no operational responsibilities, so this is not a problem for me, and I do this as an indication of good faith.’.
2.7.
Spotzer heeft [verzoeker] per e-mail van 13 november 2023 een schriftelijke waarschuwing gegeven en de schorsing opgeheven.
2.8.
Partijen hebben op 30 november 2023 een plan van aanpak opgesteld.
2.9.
De bedrijfsarts heeft op 12 januari 2024, onder meer, het volgende geadviseerd:

I also recommend staying in conversation with each other, as the work-related tensions are not conductive to recovery”.
2.10.
Zowel voor als na het advies van de bedrijfsarts van 12 januari 2024 heeft Spotzer [verzoeker] meerdere malen verzocht om (online) in gesprek te treden. Er hebben geen gesprekken plaatsgevonden tussen [verzoeker] en Spotzer.
2.11.
Per e-mail van 21 februari 2024 heeft Spotzer [verzoeker] een formele waarschuwing gegeven in verband met het structureel weigeren om gehoor te geven aan redelijke instructies van Spotzer en het niet aanwezig zijn bij meerdere geplande consulten met de bedrijfsarts.
2.12.
Op 12 maart 2024 heeft Spotzer nogmaals een formule waarschuwing gegeven waarbij zij heeft aangezegd het loon stop te zetten, met het verzoek om op 13 maart 2024 een gesprek te voeren. Op 14 maart 2024 heeft Spotzer, nadat [verzoeker] niet is ingegaan op haar voorstel om een gesprek te voeren, het loon stopgezet.
2.13.
De bedrijfsarts heeft op 11 april 2024 geadviseerd om mediation op te starten. Partijen zijn vervolgens een mediationtraject gestart, waarna Spotzer de loondoorbetaling heeft hervat.
2.14.
Op 23 oktober 2024 heeft, op verzoek van [verzoeker] , een second opinion consult plaatsgevonden. De behandeld bedrijfsarts heeft haar advies niet aangepast naar aanleiding van de second opinion.
2.15.
Op 9 december 2024 is [verzoeker] per e-mail geïnformeerd dat haar functie van Talent Acquisition Manager was komen te vervallen.
2.16.
Op dinsdag 21 januari 2025 ontving Spotzer een doorgestuurde e-mail die eerder die dag was verstuurd vanaf het e-mailadres [e-mailadres] . In die e-mail stond onder meer:

My name is [verzoeker] and I am the founder of [naam eenmanszaak 2] . I’m based in [vestigingsplaats] .
I came across the Experience Trading Software Engineer role posted by WEBB Traders for the [vestigingsplaats] , North Holland location on LinkedIn, and I wanted to reach out to explore a potential collaboration.
We have highly qualified candidates in our network and pool whose experience and expertise align closely with the requirements of this position. I would be delighted to share their profile and details with you within the next 7 days if this is of interest.
Additionally, I would love the opportunity to discuss how we can support your hiring needs further.
Would it be possible to schedule a brief online meeting at a time that is convenient for you this week?
My calendar link: https://….
2.17.
Spotzer heeft [verzoeker] op donderdag 23 januari 2025 per e-mail geïnformeerd dat zij heeft vernomen dat [verzoeker] werkzaamheden heeft uitgevoerd voor haar eigen onderneming en [verzoeker] in de gelegenheid gesteld om zich de volgende dag hierover uit te laten tijdens een online meeting.
2.18.
Op vrijdag 24 januari 2025 heeft [verzoeker] per e-mail aan Spotzer laten weten dat zij zich niet herkent in de gestelde nevenwerkzaamheden en verzocht om nadere informatie. Spotzer heeft diezelfde dag per e-mail aan [verzoeker] kenbaar gemaakt dat zij een e-mail heeft ontvangen waarin uit naam van [verzoeker] recruitmentdiensten zijn aangeboden. Spotzer heeft [verzoeker] in die e-mail tevens de mogelijkheid geboden om op maandag 27 januari 2025 in een online meeting haar visie op de situatie toe te lichten.
2.19.
Spotzer heeft op maandag 27 januari 2025, op verzoek van de gemachtigde van [verzoeker] , aanvullende informatie toegestuurd met het verzoek om uiterlijk op dinsdag 28 januari om 13:00 uur een toelichting te geven. De gemachtigde van [verzoeker] heeft op 28 januari 2025 aan Spotzer laten weten dat [verzoeker] wegens haar psychische gesteldheid schriftelijk op vragen kon reageren, maar niet kon deelnemen aan een (online) gesprek.
2.20.
Spotzer heeft [verzoeker] op 28 januari 2025 staande voet ontslagen.

3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek

Het verzoek van [verzoeker]
3.1.
verzoekt samengevat om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, het ontslag op staande voet te vernietigen en Spotzer te veroordelen tot betaling van (achterstallig) loon met de wettelijke verhoging en met toepassing van de 30%-regeling. Ook verzoekt [verzoeker] een verklaring voor recht dat Spotzer aansprakelijk is voor de schade voor zover de 30%-regeling niet (meer) van toepassing is, betaling van die schade bestaande uit extra inkomstenbelasting, betaling van vakantie-uren, vergoeding van juridische en buitengerechtelijke kosten en verstrekking van loonstroken, met dwangsommen, rente en veroordeling in de proceskosten.
3.2.
[verzoeker] stelt daartoe het volgende. Volgens [verzoeker] is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig. Zij betwist dat zij werkzaamheden heeft verricht voor [naam eenmanszaak 1] / [naam eenmanszaak 2] . De e-mail is door een stagiair verstuurd en [verzoeker] is niet meer betrokken bij de onderneming, aldus [verzoeker] . Voor zover er al sprake zou zijn van nevenwerkzaamheden, heeft Spotzer van meet af aan toestemming gegeven (althans daarvan de indruk gewekt) voor het verrichten van nevenwerkzaamheden voor haar eigen onderneming, zo stelt [verzoeker] . Overigens is geen sprake van een objectieve reden voor een beroep op het nevenwerkzaamhedenbeding en is het ontslag niet onverwijld gegeven en medegedeeld. [verzoeker] heeft groot belang bij het behouden van haar baan, aangezien zij momenteel arbeidsongeschikt is en de kans groot is dat haar verblijfsvergunning zonder deze baan zal komen te vervallen.
3.3.
Spotzer heeft als volgt verweer gevoerd. Spotzer heeft nimmer toestemming verleend voor het verrichten van nevenwerkzaamheden in of namens [naam eenmanszaak 1] , thans [naam eenmanszaak 2] (hierna: [naam eenmanszaak 2] ). [verzoeker] is uitdrukkelijk gewezen op het verbod op nevenwerkzaamheden zonder voorafgaande schriftelijke toestemming en zij heeft uitdrukkelijk verklaard haar betrokkenheid bij [naam eenmanszaak 2] te staken. De e-mail van 21 januari 2025 maakt duidelijk dat [verzoeker] (tijdens ziekte) toch is doorgegaan met haar werkzaamheden voor [naam eenmanszaak 2] . Zij heeft zich in de e-mail als founder gepresenteerd en treedt actief op namens het bedrijf richting een zakelijke relatie. Daarmee heeft [verzoeker] niet alleen de eerdere waarschuwing genegeerd, maar ook het vertrouwen van Spotzer in haar integriteit en professionaliteit geschonden.
Het voorwaardelijk tegenverzoek van Spotzer
3.4.
Spotzer verzoekt samengevat voorwaardelijk om bij beschikking, uitvoerbaar bij voorraad, de arbeidsovereenkomst te ontbinden zonder opzegtermijn, een verklaring voor recht dat [verzoeker] geen recht heeft op de wettelijke transitievergoeding en veroordeling in de proceskosten.
3.5.
Spotzer stelt daartoe dat [verzoeker] ernstig verwijtbaar heeft gehandeld door meermaals redelijke verzoeken van Spotzer te weigeren om in gesprek te gaan met de bedrijfsarts, commerciële nevenactiviteiten te verrichten tijdens arbeidsongeschiktheid en ondanks formele waarschuwingen en een loonstop geen gedragsverandering te laten zien. Ook is er volgens Spotzer, al voor de ziekmelding, sprake van een verstoorde arbeidsverhouding. Deze gronden zowel apart als cumulerend rechtvaardigen een ontbinding, aldus Spotzer.
3.6.
[verzoeker] heeft aangevoerd dat het opzegverbod tijdens ziekte in de weg staat aan ontbinding. De spanningen liggen namelijk ten grondslag aan de ziekte van [verzoeker] . Verder is geen sprake van verwijtbaar handelen, is geen rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van [verzoeker] en is een loonstop en deskundigenoordeel vereist. Daarnaast is de arbeidsverhouding niet ernstig en duurzaam verstoord. Ook samen rechtvaardigen deze gronden geen ontbinding.

4.De beoordeling van het verzoek

Dringende reden
4.1.
De kantonrechter dient te beoordelen of de reden die Spotzer aan het ontslag op staande voet ten grondslag heeft gelegd als een dringende reden kwalificeert als bedoeld in artikel 7:677 BW en of er onverwijld is opgezegd. Bij de beoordeling van de gerechtvaardigdheid van het ontslag moeten de omstandigheden van het geval in onderlinge samenhang worden bezien. De aard en de ernst van het gedrag van de werknemer spelen daarbij een rol, evenals de duur van de arbeidsovereenkomst en ook de (persoonlijke) omstandigheden van de werknemer en de gevolgen die een ontslag op staande voet voor de werknemer heeft.
4.2.
Partijen twisten over de vraag of Spotzer [verzoeker] mocht houden aan het verbod op nevenwerkzaamheden, zoals dat in de arbeidsovereenkomst is opgenomen. [verzoeker] stelt dat Spotzer geen objectieve reden voor deze beperking heeft gegeven. Bovendien stelt zij dat Spotzer al bij aanvang van de werkzaamheden op de hoogte was van het feit dat zij in Turkije een eenmanszaak had en daar nooit een probleem van heeft gemaakt.
4.3.
Wat van deze discussie ook zij, het is goed voorstelbaar dat de situatie waarbij [verzoeker] wel in staat bleek om diverse werkzaamheden te verrichten, waaronder het geven van een webinar voor [naam eenmanszaak 2] op 19 oktober 2023 in Turkije terwijl zij sinds juli 2023 wegens ziekte niet in staat was haar werkzaamheden voor Spotzer te verrichten tot kritische vragen bij Spotzer heeft geleid. Partijen hebben daarover gesprekken gevoerd die er uiteindelijk toe hebben geleid dat [verzoeker] in november 2023 heeft toegezegd dat zij haar betrokkenheid bij [naam eenmanszaak 2] zou beëindigen.
4.4.
De onder 2.16 genoemde e-mail van 21 januari 2025 staat met deze toezegging in schril contrast. Immers, de e-mail is verzonden vanuit het zakelijke e-mailadres van [verzoeker] bij [naam eenmanszaak 2] , [verzoeker] presenteert zich in deze e-mail nadrukkelijk als founder van de onderneming en de geadresseerden worden uitgenodigd voor een online overleg met [verzoeker] . [verzoeker] heeft naar voren gebracht dat deze mailing buiten haar weten om is verzorgd door een stagiair van het bedrijf, maar één en ander laat onverlet dat zij kennelijk nog steeds als het visitekaartje van het bedrijf fungeerde. Desgevraagd heeft [verzoeker] ter zitting verklaard dat zij al vóór haar afspraak met Spotzer haar management taken officieel had neergelegd en meende dat zij daarmee kon volstaan. Zij heeft geen andere acties ondernomen om los te geraken van dit bedrijf. Naar het oordeel van de kantonrechter heeft [verzoeker] onvoldoende ondernomen om haar toezegging aan Spotzer gestand te doen. Zij had haar opvolger moeten instrueren dat haar naam niet langer verbonden kon zijn aan het bedrijf. Dat zij in januari 2023 nog als boegbeeld van [naam eenmanszaak 2] is gebruikt kan haar derhalve worden verweten.
4.5.
Het vertrouwen tussen partijen was door de discussie over de nevenwerkzaamheden na de ziekmelding broos en verslechterde in de loop van de re-integratie toen partijen het niet eens konden worden over de wijze waarop zij tijdens de re-integratie met elkaar zouden communiceren. Dit toch al wankele vertrouwen liep door de e-mail van 21 januari 2025 een extra deuk op. Hieruit volgt echter niet dat deze e-mail een ontslag op staande voet rechtvaardigde. Zoals hierna zal worden uiteengezet kan de omstandigheid dat het wederzijds vertrouwen tussen partijen voorafgaand aan de e-mail van 21 januari 2025 schade had opgelopen niet in overwegende mate aan één van de partijen worden verweten. Dat [verzoeker] opzettelijk achter de rug van Spotzer om haar werkzaamheden bij [naam eenmanszaak 2] heeft voortgezet is niet gebleken. Het verwijt dat [verzoeker] kan worden gemaakt is dat zij te weinig heeft ondernomen om een mailing zoals die van 21 januari 2025 te voorkomen. Dat kan haar worden aangerekend, maar betekent niet dat haar dienstverband met onmiddellijke ingang moest eindigen.
4.6.
De conclusie van het voorgaande is dat [verzoeker] weliswaar verwijtbaar heeft gehandeld door de gemaakte afspraak met Spotzer over haar nevenwerkzaamheden niet na te komen, maar niet zodanig verwijtbaar dat dit een dringende reden opleverde als bedoeld in artikel 7:677 BW. Het ontslag op staande voet is daarmee onterecht gegeven. De kantonrechter zal de opzegging dan ook vernietigen. De vraag of het ontslag onverwijld is gegeven behoeft daarmee geen bespreking meer.
Ontbinding
4.7.
Spotzer heeft, voor het geval de opzegging zou worden vernietigd, een verzoek tot ontbinding gedaan op de -e, -g en -i grond. [verzoeker] heeft zich hiertegen verweerd en wijst er op dat een beëindiging van haar dienstverband ernstige gevolgen voor haar zal hebben. Zij en haar partner zullen daardoor hun verblijfsvergunning in Nederland verliezen terwijl zij inmiddels een leven in Nederland heeft opgebouwd.
4.8.
Spotzer verwijt [verzoeker] dat zij haar re-integratieverplichtingen heeft geschonden omdat zij herhaaldelijk geweigerd heeft aan Teams-gesprekken deel te nemen om haar re-integratie met Spotzer te bespreken. Daarnaast verwijt zij [verzoeker] dat zij vóór en tijdens haar arbeidsongeschiktheid werkzaamheden heeft verricht voor [naam eenmanszaak 2] , zonder hiervoor aan Spotzer toestemming te vragen of Spotzer hierover te informeren. Ook hierdoor heeft zij niet aan haar re-integratieverplichtingen voldaan. Bovendien heeft zij zo het vertrouwen van Spotzer geschonden. Formele waarschuwingen en zelfs een loonstop hebben geen gedragsverandering laten zien.
4.9.
[verzoeker] stelt dat zij in verband met haar ziekte niet in staat was om via Teams met Spotzer contact te houden, maar dat zij bereid was via e-mail met haar werkgever over de re-integratie contact te houden. Zij heeft vóór haar ziekmelding tijdens haar vakantie enkele werkzaamheden voor [naam eenmanszaak 2] verricht, maar er is geen sprake van dat zij gedurende haar ziekte voor [naam eenmanszaak 2] heeft gewerkt, laat staan dat haar re-integratie hierdoor is belemmerd.
4.10.
Anders dan Spotzer leest de kantonrechter in geen van de adviezen van de Arbo-arts dat [verzoeker] medisch in staat werd geacht via een on-line gesprek met haar werkgever te communiceren. De Arbo-arts heeft zich op dit punt op de vlakte gehouden en adviseerde partijen slechts om over de manier van communicatie met elkaar in overleg te treden. Spotzer stelt dat de Arbo-arts telefonisch heeft toegelicht dat zij [verzoeker] in staat achtte om aan Teams gesprekken deel te nemen, maar de kantonrechter gaat hieraan voorbij. Nu partijen op dit punt zo verdeeld waren had het op de weg gelegen van Spotzer om één en ander schriftelijk te laten vastleggen. Beide partijen hebben volhard in het eigen standpunt en tot een vruchtbaar overleg is het niet gekomen. Dat valt te betreuren, maar een schending van re-integratieverplichtingen aan de kant van [verzoeker] levert dit niet op, nog daargelaten dat hierover nooit een deskundigenoordeel is gegeven. De loonstop die Spotzer heeft opgelegd is naar het oordeel van de kantonrechter niet terecht geweest.
4.11.
Evenmin is gebleken dat de werkzaamheden van [verzoeker] voor [naam eenmanszaak 2] , zo hiervan gedurende haar ziekte al sprake van is geweest, haar re-integratie hebben belemmerd. Spotzer heeft hier geen deskundigenoordeel over gevraagd. Wel heeft de voortdurende betrokkenheid van [verzoeker] bij haar bedrijf, ook na de toezegging van [verzoeker] om zich van haar bedrijf te distantiëren het vertrouwen van Spotzer beschadigd. Hiervan kan haar een verwijt worden gemaakt.
4.12.
Dit alles leidt tot de volgende slotsom. Het wederzijds vertrouwen tussen partijen is inmiddels ernstig beschadigd. De halsstarrigheid waarmee Spotzer vasthield aan haar wens om het contact via Teams te laten verlopen en de daarop volgende loonstop hebben daaraan bijgedragen. Maar ook het feit dat [verzoeker] haar afspraak om zich van haar bedrijf te distantiëren niet nakwam heeft het vertrouwen ernstig beschadigd. Dat dit vertrouwen nog kan worden hersteld ligt niet in de verwachting. Wat Spotzer betreft is het vertrouwen inmiddels onherstelbaar beschadigd, maar ook [verzoeker] heeft desgevraagd niet toegelicht waarom zij denkt dat in de toekomst nog sprake kan zijn van een vruchtbare samenwerking. Zij heeft weliswaar te kennen gegeven dat zij haar arbeidsovereenkomst graag wenst te behouden, maar die wens is vooral ingegeven door de angst dat zij anders haar verblijfsvergunning verliest. Naar het oordeel van de kantonrechter ontbreekt de noodzakelijke basis om de arbeidsrelatie in de toekomst duurzaam te herstellen.
4.13.
Dat betekent dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding zodanig dat van Spotzer in redelijkheid niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. De vertrouwensbreuk overstijgt de vraag of [verzoeker] haar functie naar behoren uitoefent en raakt de verhouding tussen partijen als geheel. In zo’n geval is herplaatsing in een andere functie niet aan de orde.
4.14.
Het ontslagverbod wegens ziekte staat niet aan ontbinding aan de weg. Het voorwaardelijke verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst zal worden toegewezen met ingang van 1 september 2025 op grond van artikel 7:669 lid 1en 3 onder g BW.
Loon en schade
4.15.
Nu de arbeidsovereenkomst eerst per 1 september 2025 eindigt, is Spotzer gehouden het salaris en emolumenten tot die datum te betalen. Tevens acht de kantonrechter toewijzing van de wettelijke verhoging op zijn plaats, welke zal worden gematigd tot 25% . Compensatie van de schade die [verzoeker] mogelijk lijdt omdat zij niet in aanmerking komt voor de 30% regeling, zo daar al sprake van is, hoeft Spotzer niet te betalen. Hoe de fiscus omgaat met de ontstane situatie is van meer factoren afhankelijk en valt buiten de invloedsfeer van Spotzer.
4.16.
Spotzer heeft niet weersproken dat [verzoeker] in de twee maanden voorafgaand aan haar dienstverband feitelijk ook op basis van een arbeidsovereenkomst voor Spotzer werkzaam is geweest en dat Spotzer over die periode aan [verzoeker] nog bedrag van € 606,64 bruto aan vakantiegeld en een bedrag van € 761,35 bruto aan niet toegekende vakantie-uren verschuldigd is. Deze bedragen zullen worden toegewezen, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 25%.
4.17.
Hiervoor onder 4.10 is overwogen dat Spotzer ten onrechte een loonstop heeft toegepast over de periode van 13 maart tot en met 11 april 2024. Dat betekent dat het verschuldigde loon over deze periode ter hoogte van € 3.957,57 bruto alsnog verschuldigd is, vermeerderd met de wettelijke verhoging van 25%. In verband met deze loonstop heeft [verzoeker] bovendien juridische kosten ten bedrage van € 3.097,60 inclusief BTW en kantoorkosten moeten maken. Spotzer heeft de hoogte van deze kosten niet betwist. De kantonrechter acht het op grond van goed werkgeverschap redelijk dat Spotzer deze kosten vergoedt.
4.18.
Spotzer dient [verzoeker] te voorzien van een deugdelijke eindafrekening.
Gefixeerde schadevergoeding en transitievergoeding
4.19.
Omdat de opzegging wordt vernietigd, zal de gevorderde gefixeerde schadevergoeding worden afgewezen.
4.20.
Nu de arbeidsovereenkomst door Spotzer is opgezegd, heeft [verzoeker] in beginsel recht op een transitievergoeding. Spotzer heeft aangevoerd dat zij deze transitievergoeding niet is verschuldigd omdat het niet voortzetten van het dienstverband het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van [verzoeker] . Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen kan [verzoeker] mede verwijt worden gemaakt terzake van het einde van het dienstverband. De verwijten aan het adres van [verzoeker] wegen echter niet zodanig zwaar dat aan haar de transitievergoeding moet worden ontzegd. De kantonrechter stelt de transitievergoeding vast op € 6.295,82 bruto.
Billijke vergoeding
4.21.
Nu Spotzer de arbeidsovereenkomst met [verzoeker] heeft opgezegd in strijd met artikel 7:671 BW kan aan [verzoeker] een billijke vergoeding worden toegekend. Voor de hoogte van deze vergoeding is mede van belang wat de hoogte is van het loon dat [verzoeker] zou hebben genoten als de opzegging zou zijn vernietigd. Ook is van belang of Spotzer ook op rechtmatige wijze de arbeidsovereenkomst zou hebben kunnen beëindigen, of [verzoeker] inmiddels ander werk heeft gevonden en in hoeverre Spotzer een verwijt treft van de vernietigbaarheid van de opzegging.
4.22.
Spotzer heeft te snel naar het middel van ontslag op staande voet gegrepen, maar dat laat onverlet dat het, zoals hiervoor is beschreven, in redelijkheid niet langer van haar gevergd hoefde te worden de arbeidsovereenkomst te laten voortduren. Bij de bepaling van de hoogte van deze billijke vergoeding wordt daarom meegewogen dat de arbeidsovereenkomst, met inachtneming van de voor [verzoeker] geldende opzegtermijn en de tijd die een ontbindingsverzoek gemiddeld in beslag neemt, naar alle waarschijnlijkheid op zijn vroegst per 1 juni 2025 zou zijn ontbonden. De omstandigheid dat [verzoeker] ziek is waardoor zij mogelijk langere tijd met een inkomensterugval zal worden geconfronteerd alsmede de omstandigheid dat het behoud van een verblijfsvergunning voor haar onzeker is wegen voor de hoogte van de billijke vergoeding slechts in geringe mate mee, nu deze factoren onverlet laten dat Spotzer een grond had om ontbinding van de arbeidsovereenkomst te verzoeken en haar terzake van die grond geen ernstig verwijt valt te maken. Tevens weegt mee dat de loondoorbetalingsverplichting van Spotzer na twee jaar ziekte van [verzoeker] ten einde zal komen.
4.23.
De kantonrechter stelt de billijke vergoeding vast op een bedrag ter hoogte van één bruto maandsalaris vermeerderd met vakantietoeslag, te weten € 5.833,24 bruto.
4.24.
De vordering van [verzoeker] tot verstrekking van een deugdelijke bruto- netto-specificatie zal worden toegewezen. De vordering om aan de toe te wijzen bedragen een dwangsom te koppelen zal worden afgewezen, nu niet gebleken is van omstandigheden die een extra stok achter de deur noodzakelijk maken.
Wettelijke rente, (buiten)gerechtelijke kosten
4.25.
De wettelijke rente over de transitievergoeding en de billijke vergoeding is toewijsbaar met ingang van 1 oktober 2025 tot de dag der algehele voldoening.
4.26.
Zoals hiervoor onder 4.17 is overwogen dient Spotzer de door [verzoeker] gemaakte juridische kosten in verband met de onterechte loonstop te vergoeden. Gelet op de uitkomst van deze procedure ziet de kantonrechter voor het overige geen aanleiding tot toewijzing van (buiten)gerechtelijke kosten.
4.27.
De proceskosten zullen worden gecompenseerd, in die zin dat partijen ieder de eigen kosten dragen.
BESLISSING
De kantonrechter:
I. vernietigt de opzegging van de arbeidsovereenkomst;
II. veroordeelt Spotzer om tegen behoorlijk bewijs van kwijting en onder afgifte van deugdelijke specificaties aan [verzoeker] te betalen:
- het achterstallige salaris en emolumenten vanaf 28 januari 2025
- een bedrag van € 606,64 bruto aan achterstallig salaris van 7 juni 2022 tot en met 14 augustus 2022
- een bedrag van € 761,36 bruto aan vakantie-uren over de periode van 7 juni 2022 tot en met 14 augustus 2022
- een bedrag van € 3.957,57 bruto aan achterstallig salaris over de periode van 13 maart 2024 tot 11 april 2024
- een bedrag van € 541,77 aan vakantie-uren over de periode van 13 maart 2024 tot 11 april 2024
- de wettelijke verhoging van 25% over de hiervoor genoemde bedragen
- een bedrag van € 3.097,60 inclusief BTW en kantoorkosten aan juridische kosten
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 26 maart 2025 tot de dag der algehele voldoening;
III. ontbindt de arbeidsovereenkomst tussen partijen per 1 september 2025;
IV. veroordeelt Spotzer om tegen behoorlijk bewijs van kwijting onder afgifte van deugdelijke specificaties aan [verzoeker] te betalen:
- de transitievergoeding ten bedrage van € 6.295,82 bruto;
- de billijke vergoeding van € 5.833,24 pbruto;
vermeerderd met de wettelijke rente over deze bedragen vanaf 1 oktober 2025 tot de dag der algehele voldoening;
V. wijst af het meer of anders verzochte;
VI. verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. I.M. Bilderbeek, kantonrechter en op 18 juli 2025 in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter