In deze zaak verzoekt de verzoeker, een werknemer van Struyk Verwo Infra B.V., om vernietiging van zijn ontslag op staande voet. De kantonrechter oordeelt dat het ontslag niet rechtsgeldig is, omdat de werkgever niet voldoende dringende redenen heeft aangetoond. De verzoeker heeft sinds 2002 bij Struyk gewerkt en heeft in januari 2025 nog positieve feedback ontvangen. De kantonrechter wijst het verzoek tot vernietiging van het ontslag toe en kent de verzoeker een transitievergoeding toe. De werkgever had echter ook een tegenverzoek ingediend tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, wat de kantonrechter uiteindelijk toewijst vanwege een verstoorde arbeidsrelatie. De kantonrechter concludeert dat er geen sprake is van ernstig verwijtbaar handelen van de verzoeker, maar dat de arbeidsrelatie door de omstandigheden onwerkbaar is geworden. De arbeidsovereenkomst wordt ontbonden met ingang van 1 september 2025, en de verzoeker heeft recht op een transitievergoeding van € 61.435,62 bruto.