Op 19 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de feitelijke overlevering van een opgeëiste persoon. Het verzoek om aanhouding van de beslissing omtrent de tijd en plaats van de feitelijke overlevering, ingediend door de raadsvrouw mr. C.G.J.E. Lut, is toegewezen. De rechtbank oordeelde dat de opgeëiste persoon, die voorwaardelijk in vrijheid was gesteld, nog onderworpen is aan voorwaarden en dat er een kans bestaat dat hij zijn resterende straf moet uitzitten. Dit is van belang omdat het Openbaar Ministerie heeft gevorderd dat de voorwaardelijke invrijheidsstelling zal worden herroepen. De rechtbank heeft de beslissing omtrent de feitelijke overlevering aangehouden voor tien dagen en de vrijheidsbeneming met tien dagen verlengd. De behandeling van het verzoek zal worden hervat op 22 augustus 2025. De rechtbank heeft in haar overwegingen rekening gehouden met de belangen van de opgeëiste persoon en de vertraging in de reactie van het Openbaar Ministerie op het verzoek om uitstel.