Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
primair:feitelijke aanranding van de eerbaarheid door het dwingen van [aangeefster 3] en/of [aangeefster 4] en/of [aangeefster 1] en/of [aangeefster 5] en/of [aangeefster 2] tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 12 maart 2024 te Amsterdam;
subsidiair:schennis van de eerbaarheid van [aangeefster 3] en/of [aangeefster 4] en/of [aangeefster 1] en/of [aangeefster 5] en/of [aangeefster 2] tot het plegen en/of dulden van ontuchtige handelingen in de periode van 26 oktober 2023 tot en met 12 maart 2024 te Amsterdam.
3.Voorvragen
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
6.Bewijs
7.Strafbaarheid van de feiten
8.Strafbaarheid van verdachte
9.Motivering van de straffen en maatregelen
first offender.Als
first offendergeldt, volgens de Landelijke Oriëntatiepunten voor straftoemeting Jeugd, voor aanranding als uitgangspunt een taakstraf van 120 uur dan wel een dienovereenkomstige jeugddetentie.
10.Benadeelde partijen
11.Toepasselijke wettelijke voorschriften
12.Beslissing
[verdachte] ,daarvoor strafbaar.
60 uren,met aftrek van de tijd die verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis heeft doorgebracht naar de maatstaf van 2 uren per dag.
van 30 dagen.
30 urennietten uitvoerzal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten als de verdachte zich voor het einde van de op
1 jaargestelde proeftijd opnieuw aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.