Uitspraak
1.De procedure
- de producties van de Gemeente Amsterdam,
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderde de werknemer, hierna te noemen [eiser], dat de Gemeente Amsterdam werd veroordeeld om binnen vier weken een tweetal onderzoeken af te ronden. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen door de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam. De procedure begon met een dagvaarding op 24 juli 2025, gevolgd door een mondelinge behandeling op 6 augustus 2025. [eiser] was in dienst bij de Gemeente Amsterdam als leerplichtambtenaar en had zich ziekgemeld. Na een periode van arbeidsongeschiktheid en een melding van integriteitsschending, vorderde [eiser] dat de Gemeente Amsterdam een onderzoek zou instellen naar de re-integratie en de vermoedelijke integriteitsschending door een collega, [naam 3]. De Gemeente Amsterdam voerde aan dat zij al een onderzoek had ingesteld en dat dit zorgvuldig moest gebeuren. De kantonrechter oordeelde dat het belang van de Gemeente Amsterdam om het onderzoek zorgvuldig uit te voeren zwaarder woog dan het belang van [eiser] bij een snelle afronding. De vorderingen van [eiser] werden afgewezen, en zij werd veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente Amsterdam, die op € 562,00 werden begroot.