Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie
- de akte van Vesteda, tevens houdende conclusie van antwoord in reconventie
- de akte van [gedaagde] .
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 augustus 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen CUSTODIAN VESTEDA FUND I B.V. en een huurder. De huurder had een huurachterstand van € 17.015,61, maar heeft deze voor de mondelinge behandeling voldaan, waardoor de verhuurder haar vorderingen tot ontbinding en ontruiming niet langer handhaafde. De huurder vorderde in reconventie schadevergoeding wegens onbewoonbaarheid van de woning en vernietiging van een huurverhoging die was overeengekomen na renovatie van de badkamer, het toilet en de keuken. De kantonrechter oordeelde dat de huurder onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn schade en dat de huurverhoging niet vernietigd kon worden. De kantonrechter wees de vorderingen van de huurder af en veroordeelde hem in de proceskosten van de verhuurder, die in totaal € 2.033,39 bedroegen. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de voorwaarden waaronder een huurverhoging kan worden aangevochten.