ECLI:NL:RBAMS:2025:6482
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Huurrecht woonruimte; ontruiming en huurachterstand in kort geding
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 12 augustus 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen [eiseres] en [gedaagde] over een huurovereenkomst voor een woning. De partijen hebben op 18 december 2024 een huurovereenkomst gesloten voor een periode van zes maanden, met een einddatum van 30 juni 2025. [eiseres] vorderde ontruiming van de woning en betaling van huurachterstand, terwijl [gedaagde] zich op het standpunt stelde dat de huurovereenkomst voor onbepaalde tijd was gesloten en dat hij recht had op huurprijsbescherming. De kantonrechter oordeelde dat de huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur was en dat de vordering tot ontruiming toewijsbaar was. De rechter heeft [gedaagde] een termijn van ontruiming tot 12 september 2025 gegeven, rekening houdend met zijn persoonlijke omstandigheden. Daarnaast werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van huurachterstand en een gebruikersvergoeding. De vordering van [gedaagde] in reconventie werd afgewezen, en de proceskosten werden toegewezen aan [eiseres].