Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
WOLTERS KLUWER N.V.,
1.De procedure
- de producties van Vantagepoint
- de conclusie van antwoord
- de producties van Wolters Kluwer
- de mondelinge behandeling van 20 augustus 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt
- de pleitnota van Vantagepoint
- de wijziging van eis
- de pleitnota van Wolters Kluwer.
- namens VantagePoint: [naam 1] , directeur, met F. Klunder (tolk Engelse taal), mr. Dumoulin-Siemens en mr. A. Youssuf;
- namens Wolters Kluwer: mr. [naam 2] (bedrijfsjurist) met mr. De Haan,
mr. F.C. Perrick en mr. M. Zaatout.
2.De feiten
non-cancellable and non-refundable”. Deze Reseller Agreement s.r.l geldt in aanvulling op de Reseller Agreement en verwijst naar de voorwaarden daarvan voor zover daarvan niet afgeweken wordt.
non-cancellable and non-refundable”. Ook deze overeenkomst geldt in aanvulling op de voorwaarden van de Reseller Agreement voor zover daarvan niet wordt afgeweken.
3.Het geschil
a. Uitgewisselde berichten, vanaf april 2024 tot en met 1 maart 2025, tussen [naam 3] en andere leidinggevenden binnen het Wolters Kluwer concern (waaronder [naam 4] ) met betrekking tot het boeken van inkomsten in verband met de in december 2023 met partnerorganisatie VantagePoint gesloten Reseller Agreement S.r.l. and the Reseller Agreement Addendum,
b. Uitgewisselde berichten, vanaf de datum van de Reseller Agreement S.r.l. and the Reseller Agreement Addendum tot en met 1 maart 2025, tussen de accountant van Wolters Kluwer, Deloitte Accountants B.V., (onder meer van [naam 5] , audit partner, en [naam 6] ) en medewerkers in het Wolters Kluwer concern (onder meer [naam 7] , WK Internal Audit en [naam 8] , Tagetik CFO), met betrekking tot de in december 2023 gesloten Reseller Agreement S.r.l. and the Reseller Agreement Addendum;
wording that we will not execute, but has to be in there”).
VantagePoint voert verder aan dat Wolters Kluwer zelfstandig alsmede in groepsverband met haar dochtervennootschappen Tagetik UK en Tagetik s.r.l. onrechtmatig heeft gehandeld jegens VantagePoint. In december 2023 is aan VantagePoint voorgehouden dat als gevolg van een wijziging in het distributiestelsel van Wolters Kluwer een lucratieve rol voor VantagePoint zou zijn weggelegd omdat zij klanten zou kunnen bereiken die normaliter voor haar onbereikbaar zijn. In de loop van 2024 is het VantagePoint echter gebleken dat geen sprake was van een wijziging in het distributiemodel maar dat zij vermoedelijk werd misbruikt, zodat Tagetik (en de divisie van Wolters Kluwer waarvan Tagetik deel uitmaakt) de met de overeenkomsten gemoeide bedragen als rapporteerbare inkomsten kon opnemen, zonder dat daar daadwerkelijke verkopen tegenover stonden. Er is dus sprake van niet gerealiseerde omzetten die worden geboekt als gerealiseerd. [naam 10] van Tagetik UK erkent in correspondentie met VantagePoint dat zijn meerderen bij Tagetik en Wolters Kluwer hiervan volledig op de hoogte waren. Ook blijkt uit die correspondentie dat andere afdelingen of onderdelen binnen de desbetreffende divisie van Wolters Kluwer betrokken waren en/of hebben meegewerkt aan dit onrechtmatig handelen. Wolters Kluwer heeft ook – in andere settingen dan in het geschil met VantagePoint – onder ogen gezien dat sprake is geweest van “revenu fraud”. [naam 10] is om deze reden geschorst. Toen een en ander dreigde uit te komen heeft Wolters Kluwer samen met of door middel van haar dochtervennootschappen ongeoorloofde druk uitgeoefend op VantagePoint om mee te werken aan constructies om dit te verhullen. Toen dat niet mogelijk bleek is VantagePoint onder druk gezet om externe financieringen aan te gaan om de in de boeken van Wolters Kluwer opgenomen vorderingen te voldoen (opdat Wolters Kluwer zou kunnen voldoen aan de eisen van opbrengstverantwoording). Hierbij heeft Wolters Kluwer chantage niet geschuwd. Zij heeft immers gedreigd per direct alle business bij VantagePoint weg te halen als zij niet betaalt.
De Engelse advocaten van VantagePoint en van Wolters Kluwer en haar dochtervennootschappen hebben overleg gevoerd, maar dit heeft tot niets geleid. VantagePoint heeft daarom verschillende juridische procedures, waaronder dit kort geding, in het vooruitzicht gesteld in Engeland en Nederland. Ter nadere bepaling van haar processuele positie jegens Wolters Kluwer en haar dochtervennootschappen heeft VantagePoint inzage in en/of afschrift gevraagd van bepaalde gegevens. Wolters Kluwer heeft dit geweigerd, reden waarom VantagePoint die inzage en/of afschrift in dit kort geding vordert. Die vordering voldoet aan de eisen die de artikelen 194 e.v. Rv hieraan stellen (er is sprake van een rechtsbetrekking, van bepaalde gegevens en van voldoende belang).
VantagePoint heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vordering omdat zij in financiële nood verkeert en haar continuïteit op het spel staat.
4.De beoordeling
rechtsbetrekkingtegenover degene die beschikt over
bepaalde gegevensover die rechtsbetrekking, recht heeft op inzage in of afschrift van die gegevens, als zij daarbij
voldoende belangheeft. Een
verschoningsrechtof
gewichtige redenenkunnen zich verzetten tegen verstrekking van inzage of afschrift.
spoedeisend belangheeft.
bepaalde gegevens. Het is niet nodig de verzochte gegevens zo precies aan te duiden dat elk stuk afzonderlijk is aangeduid. Het informatieverzoek moet wel voldoende nauwkeurig worden afgebakend onder aanduiding van het geschil of het feitencomplex met het oog waarop de informatie wordt opgevraagd. Volgens de Memorie van Toelichting bij artikel 194 Rv wordt met het bepaalbaarheidsvereiste beoogd een passend evenwicht te vinden tussen de belangen van de informatieverzoeker en die van de informatiebezitter.
fishing expeditionen dat is niet toegestaan.
rechtsbetrekking. De vordering van VantagePoint is gestoeld op vermeend onrechtmatig handelen gepleegd door Wolters Kluwer. VantagePoint heeft in haar dagvaarding echter onderbelicht welk verwijt zij maakt aan welke vennootschap. Zo heeft Wolters Kluwer er terecht op gewezen dat in punt 24 van de dagvaarding staat dat Wolters Kluwer zich er van bewust is dat zij in gebreke is gebleven met het aanleveren van klanten, terwijl in punt 76 staat dat Wolters Kluwer zich er van bewust is dat haar dochtermaatschappijen hiermee in gebreke zijn gebleven. Wolters Kluwer is niet betrokken geweest bij de totstandkoming van de Reseller Agreement s.r.l en de Reseller Agreement Addendum noch bij de grote hoeveelheid WhatsApp-berichten die VantagePoint aanhaalt in haar dagvaarding. Voorshands kunnen de verwijten van VantagePoint die hieruit voortkomen dan ook niet aan Wolters Kluwer worden toegerekend. Dat Wolters Kluwer zich schuldig zou hebben gemaakt aan chantage of het uitoefenen van ongeoorloofde druk is onvoldoende uit de verf gekomen, zeker tegen de achtergrond dat het onderhavige conflict zich in hoofdzaak afspeelt tussen Engelse vennootschappen (en een Italiaanse vennootschap die een rechts- en forumkeuze voor Engels recht heeft gemaakt) en Wolters Kluwer “alleen maar” de moedervennootschap is van een van die vennootschappen en op afstand functioneert. Indien Wolters Kluwer zich schuldig zou hebben gemaakt aan “revenue fraud” valt voorshands niet in te zien dat dit onrechtmatig is jegens VantagePoint. Op welke gronden sprake zou zijn van groepsaansprakelijkheid is evenmin voldoende uit de verf gekomen. De stelling “dat alles altijd door elkaar liep” is hiervoor niet voldoende. Al met al is de voorzieningenrechter van oordeel dat het maar zeer de vraag is of hier sprake is van een
rechtsbetrekkingin de zin van artikel 194 Rv.
disclosure-procedure worden gevoerd. Dat dit in Engeland lastiger en duurder is dan in Nederland, zoals VantagePoint heeft aangevoerd, en zij mogelijk om die reden Wolters Kluwer heeft “gebruikt” om in Nederland een rechtsingang te hebben, maakt – voor zover dat al juist is - niet dat zij in dit kort geding een
voldoende belangheeft in de zin van artikel 194 Rv.