ECLI:NL:RBAMS:2025:6538
Rechtbank Amsterdam
- Proceskostenveroordeling
- Rechtspraak.nl
Executiegeschil over ontruiming van woning na ontbinding huurovereenkomst
In deze zaak heeft de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam op 29 augustus 2025 uitspraak gedaan in een executiegeschil tussen BeauFin B.V., in hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van [betrokkene], en Woningstichting Eigen Haard. De bewindvoerder vorderde schorsing van de ontruiming van de woning van [betrokkene], nadat de kantonrechter eerder op 2 mei 2025 de ontbinding van de huurovereenkomst had uitgesproken en de ontruiming had bevolen. De bewindvoerder stelde dat de ontruiming zou leiden tot een acute noodtoestand voor [betrokkene], die medische zorg nodig heeft en niet op straat kan komen te staan. Eigen Haard voerde verweer en stelde dat er geen nieuwe feiten waren die een heroverweging rechtvaardigden, aangezien de gezondheidstoestand van [betrokkene] al in de eerdere procedure was meegenomen. De kantonrechter oordeelde dat er geen sprake was van een kennelijke misslag of nieuwe feiten die de uitvoerbaarheid bij voorraad van het bodemvonnis konden ondermijnen. De primaire en subsidiaire vorderingen van de bewindvoerder werden afgewezen, maar de kantonrechter schorste de ontruiming voor zeven weken, zodat er tijd was om passende woonruimte voor [betrokkene] te vinden. De bewindvoerder werd veroordeeld in de proceskosten van Eigen Haard, die op € 610,50 werden vastgesteld.