Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.
AMSTEL INN HOLDING B.V.,
2.
HOTEL MAX IN MOKUM B.V.,
1.De procedure
- de akte overlegging producties van Amstel c.s.,
- de conclusie van antwoord in incident van Amstel c.s. met één productie.
2.De feiten, voor zover relevant in het incident
4.Het geschil in incident
uitdrukkelijkgebeurt. Artikel 7.1 van de aannemingsovereenkomst is niet van toepassing, omdat in dat artikel niet
uitdrukkelijkis afgeweken van de UAV. Voor zover de rechtbank zou oordelen dat wel uitdrukkelijk is afgeweken van de UAV, dan is sprake van tegenstrijdigheid tussen artikel 7.1 in de aannemingsovereenkomst en paragraaf 49 UAV. Bij tegenstrijdigheden prevaleert de UAV. Ook in dat geval is de rechtbank dus onbevoegd.
5.De beoordeling
nietdat uitdrukkelijk moet worden afgeweken, zodat uitdrukkelijkheid geen vereiste is. Aldus gaat het erom of met artikel 7.1 van de aannemingsovereenkomst (voldoende duidelijk) is afgeweken van (paragraaf 49 van) de UAV. Dat is naar het oordeel van de rechtbank het geval. In artikel 7.1 van de aannemingsovereenkomst staat immers dat alle geschillen die tussen partijen mochten rijzen naar aanleiding van de aannemingsovereenkomst zullen worden beslecht door de bevoegde rechter in Amsterdam. Dat is een duidelijke en ondubbelzinnige keuze voor de burgerlijke rechter.
€ 178,00(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
6.De beslissing
15 oktober 2025voor conclusie van antwoord,