In deze zaak heeft de rechtbank Amsterdam op 16 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam over een naheffingsaanslag parkeerbelasting. Eiseres had een naheffingsaanslag ontvangen op 7 juli 2023, maar haar bezwaar tegen deze aanslag werd op 30 januari 2025 niet-ontvankelijk verklaard omdat het bezwaar te laat was ingediend. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, maar is niet verschenen op de zitting op 19 augustus 2025. De heffingsambtenaar heeft tijdens de zitting verklaard dat de naheffingsaanslag zou worden ingetrokken, omdat de gehandicaptenvergunning van eiseres op de dag van de overtreding alsnog was geactiveerd. De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve beoordeeld of eiseres nog procesbelang had bij haar beroep. Aangezien de heffingsambtenaar aan de klachten van eiseres tegemoet was gekomen en de naheffingsaanslag had ingetrokken, was er geen geschil meer en kon de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk verklaren. De rechtbank heeft de heffingsambtenaar opgedragen het griffierecht van € 53,- aan eiseres te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.