Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
CUSTODIAN VESTEDA FUND I B.V.,
advocaat mr. J. van Lunen te Den Haag,
advocaat mr. E.M. Prins te Den Haag,
advocaat mr. M. Schuckink Kool te Den Haag,
[gedaagde 16] ( [nummer] )
[gedaagde 17] ( [nummer] )
[gedaagde 18] ( [nummer] )
[gedaagde 19] ( [nummer] )
advocaat mr. M.F. van Hulst te Utrecht
1.De procedure
De verschenen gedaagden hebben verweer gevoerd. Mrs. Goeman, Van Hulst, Prins en Van Lunen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht. Mr. Van Lunen heeft tevens een conclusie van antwoord in het geding gebracht. Op de mondelinge behandeling van 23 april 2025 heeft mr. Prins waargenomen voor mr. Schuckink Kool.
2.2. De feiten
3.Het geschil
1. gedaagden te veroordelen tot ontruiming van de woningen aan het [adres] met de nummers [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] en [nummer] , zoals opgenomen in dagvaarding 1, en met de nummers [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] , [nummer] en [nummer] , zoals opgenomen in dagvaarding 2, binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, dan wel binnen een door de voorzieningenrechter vast te stellen termijn en conform artikel 557a lid 3 Rv een herkraaktermijn te bepalen van een jaar,
2. gedaagden te veroordelen tot ontruiming van alle woningen in het complex ‘ [naam complex] ’ aan het [adres] , binnen drie dagen na betekening van dit vonnis, dan wel binnen een door de voorzieningenrechter vast te stellen termijn en conform artikel 557a lid 3 Rv een herkraaktermijn te bepalen van een jaar,
3. gedaagden hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding, te vermeerderen met de kosten van de advertentie als bedoeld in artikel 61 Rv.
Verder voorzag Vesteda ten tijde van het uitbrengen van dagvaarding 1 dat gedaagden, al dan niet in wisselende samenstelling, het niet zullen laten bij het kraken van de woningen die zij thans kraken. Gaandeweg zijn immers steeds meer woningen gekraakt. Om die reden vordert Vesteda in dagvaarding 1 op voorhand ook ontruiming van andere vrijgekomen woningen in ‘ [naam complex] ’ wanneer die door gedaagden voor aanvang van de renovatiewerkzaamheden worden gekraakt. Een soortgelijke vordering is eerder toegewezen door de Rechtbank Midden Nederland [1] en door de Rechtbank Limburg [2] .
4.De beoordeling
5.De beslissing
17 september 2025 .