ECLI:NL:RBAMS:2025:6843

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
1 september 2025
Publicatiedatum
16 september 2025
Zaaknummer
11706841 WM VERZ 25-7332
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Identiteitsfraude bij huur van deelscooter leidt tot gegrondverklaring beroep tegen verkeerssancties

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 1 september 2025 uitspraak gedaan in een beroep tegen twee administratieve sancties opgelegd aan de betrokkene wegens verkeersgedragingen. De betrokkene, die stelt slachtoffer te zijn van identiteitsfraude, heeft tegen de inleidende beschikkingen van 30 juli 2024 beroep ingesteld. Hij betwist dat hij de huurder was van de bromfietsen waarvoor de sancties zijn opgelegd en voert aan dat zijn persoonsgegevens zonder zijn toestemming zijn gebruikt om een huurcontract af te sluiten. Tijdens de openbare zitting heeft de betrokkene zijn standpunt toegelicht en aangegeven dat hij nooit een huurcontract heeft afgesloten en dat hij vermoedt dat een onbekende persoon zijn rijbewijs heeft misbruikt. De verweerder, die de sancties heeft opgelegd, heeft ter zitting erkend dat de boetes ten onrechte aan de betrokkene zijn opgelegd en heeft verzocht om het beroep gegrond te verklaren. De kantonrechter heeft dit verzoek gevolgd en het beroep gegrond verklaard, waarbij de bestreden beslissingen zijn vernietigd en het betaalde bedrag aan de betrokkene wordt gerestitueerd. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldigheid bij het opleggen van sancties en de bescherming van persoonsgegevens.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
kantonrechter: mr. J.F. Kuiken
zaaknummers: 11706834 WM VERZ 25-7331
11706841 WM VERZ 25-7332
beslissing van: 1 september 2025
func.: 43837
Afschrift van de aantekening in het proces-verbaal van de openbare zitting van 1 september 2025 inzake het beroep ingevolge de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (verder: de Wahv) van:
[betrokkene]
[adres]
verder: betrokkene
welk beroep is ingesteld bij verzoekschriften, ingekomen bij de CVOM te Utrecht op 26 september 2024 en is gericht tegen de beslissingen van 25 september 2024 van de
officier van justitie(verder: verweerder) ten aanzien van betrokkene, geboren op [geboortedatum] 1979.

CJIB-nummers: [nummer 1] en [nummer 2]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Aan betrokkene zijn bij beschikkingen 30 juli 2024 (verder: de inleidende beschikkingen) twee sancties in het kader van de Wahv opgelegd. Betrokkene heeft tegen de inleidende beschikkingen beroep ingesteld bij verweerder. Deze heeft dat beroep in de onderhavige zaken ongegrond verklaard. Tegen die beslissingen heeft betrokkene vervolgens beroep ingesteld bij de kantonrechter. Verweerder heeft de op de zaken betrekking hebbende gegevens overgelegd. Het beroep in de voornoemde zaken is behandeld op de openbare zitting van 1 september 2025. Partijen zijn voor deze zitting opgeroepen.
Betrokkene is bij de zitting verschenen en de cautie verleend.
Ter zitting heeft verweerder gereageerd op de inhoud van de beroepschriften. Verweerder heeft geconcludeerd dat het beroep in de onderhavige zaken gegrond is.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

1. Aan betrokkene zijn bij inleidende beschikkingen wegens verkeersgedragingen twee administratieve sancties opgelegd ingevolge de Wahv.
 Betrokkene wordt verweten dat hij als huurder van de bromfiets [kenteken 1] niet de rijbaan heeft gebruikt als er geen verplicht fiets/bromfietspad aanwezig is (bord G12a). Deze gedraging is geconstateerd op 17 september 2023 om 20:53 uur op de Buysbrug, rijstrook 1 te Amsterdam en
 betrokkene wordt verweten dat hij als huurder van de bromfiets met kenteken [kenteken 2] niet de rijbaan heeft gebruikt als er geen verplicht fiets/bromfietspad aanwezig is (bord G12a). Deze gedraging is geconstateerd op 18 september 2023 om 15:20 uur op de Buysbrug, rijstrook 1 te Amsterdam.
2. Het beroep in beide zaken is tijdig ingesteld.
3. Betrokkene voert tegen de beslissingen van verweerder aan dat hij nooit een huurcontract voor een bromfiets heeft afgesloten en zelfs nog nooit op een bromfiets heeft gereden. Hij vermoedt dat er sprake is van identiteitsfraude, waarbij een ander gebruik heeft gemaakt van zijn persoonsgegevens om het betreffende huurcontract af te sluiten. Betrokkene heeft geen idee bij welke partij het huurcontract zou zijn afgesloten, noch met welk identiteitsbewijs en welke handtekening dit zou zijn gebeurd. Betrokkene stelt dat hij geen enkele betrokkenheid heeft bij de overtredingen en dat de boetes ten onrechte aan hem zijn opgelegd. Betrokkene is het dan ook niet eens met de stelling van de officier van justitie dat het niet relevant is wie ten tijde van de overtredingen het voertuig bestuurde.
Tevens geeft betrokkene aan dat hij graag duidelijkheid wil over de wijze waarop met zijn identiteit een contract kon worden afgesloten.
In een aanvullend beroepschrift, ingekomen op 22 augustus 2025, stelt betrokkene nogmaals dat er sprake is van identiteitsfraude met zijn rijbewijs, dat in oktober 2022 al ongeldig is verklaard en is doorgegeven aan Felyx. Op 31 mei 2023 heeft Felyx per e-mail aan betrokkene bevestigd dat het account op naam van betrokkene is geblokkeerd en dat niemand meer gebruik kan maken van het account. Hiervan is een kopie in het geding gebracht. Ondanks deze bevestiging ziet betrokkene zich toch geconfronteerd met boetes van het CJIB. Om escalatie te voorkomen heeft betrokkene de onderhavige boetes wel betaald.
4. Op de zitting heeft betrokkene de beroepschriften nader toegelicht. Betrokkene voert aan dat hij in 2022 een date heeft gehad met iemand, die ook bij hem thuis is geweest. Deze persoon, waarvan betrokkene verder geen gegevens heeft, heeft het rijbewijs van betrokkene gebruikt om een contract af te sluiten bij Felyx. Betrokkene heeft vervolgens zijn rijbewijs ongeldig laten verklaren en een nieuw rijbewijs aangevraagd, maar ondanks dat is het toch nog mogelijk geweest om scooters te huren met het account waaraan het oude rijbewijs van betrokkene is gekoppeld. In maart 2024 heeft betrokkene van de incassopartner van Felyx, TKB, een voicemail met excuses ontvangen voor het feit dat er toch nog gebruik is gemaakt van het account na blokkering.
5. Aan de hand van het nieuwe rijbewijsnummer van betrokkene deelt verweerder ter zitting mede dat uit de systemen inderdaad blijkt dat betrokkene in oktober 2022 vanwege diefstal een nieuw rijbewijs heeft aangevraagd. Hoewel verweerder in dit soort situaties een proces-verbaal van aangifte verwacht, kan zij zich voorstellen dat betrokkene in deze privacygevoelige situatie dit niet heeft gedaan. Daarnaast stelt verweerder dat betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er misbruik is gemaakt van zijn identiteitsgegevens bij het huren van de voornoemde scooters bij Felyx. Daarom verzoekt verweerder de kantonrechter om het beroep in de onderhavige zaken gegrond te verklaren. De boetes zijn ten onrechte bij betrokkene terecht gekomen.
6. Het volgende wordt overwogen.
7. Verweerder heeft ter zitting medegedeeld dat de onderhavige sancties ten onrechte aan betrokkene zijn opgelegd. De kantonrechter kan zich verenigen met het door verweerder ter zitting ingenomen standpunt. Het beroep in beide zaken wordt gegrond verklaard.
8. Daarom wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De kantonrechter:

  • verklaart het beroep in de onderhavige zaken gegrond en vernietigt de bestreden beslissingen, alsmede de inleidende beschikkingen;
  • bepaalt dat het in de onderhavige zaken als zekerheid betaalde bedrag aan betrokkene wordt gerestitueerd.
De griffier De kantonrechter
Datum verzending
Bent u het met deze beslissing niet eens, dan kunt u
binnen zes wekenna de hierboven vermelde datum van verzending van deze beslissing hoger beroep instellen bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, maar alleen indien de als gevolg van deze beslissing te betalen administratieve sanctie meer dan € 110,00 bedraagt. Het beroepschrift dient schriftelijk (niet per e-mail) te worden ingediend bij rechtbank Amsterdam, afdeling privaatrecht, team kanton, postbus 70515, 1007 KM, Amsterdam en dient door degene die het beroep instelt of een gemachtigde te worden ondertekend. De procedure bij het gerechtshof verloopt schriftelijk,
tenzij in het beroepschrift uitdrukkelijk om een mondelinge behandeling wordt gevraagd.