ECLI:NL:RBAMS:2025:7006

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 september 2025
Publicatiedatum
22 september 2025
Zaaknummer
774474 / FA RK 25.6358
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene met vasculaire dementie

Op 9 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de rechterlijke machtiging tot opname en verblijf van een betrokkene, geboren in 1940, die lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, specifiek vasculaire dementie. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) had een verzoek ingediend voor een machtiging voor de duur van twee jaar, op basis van artikel 24 van de Wet zorg en dwang (Wzd). Tijdens de mondelinge behandeling werd duidelijk dat de betrokkene consistent verbaal verzet toont tegen haar verblijf in de accommodatie, wat volgens de rechtbank niet kan worden genegeerd. De rechtbank oordeelde dat er sprake is van ernstig nadeel, waaronder levensgevaar en ernstige verwaarlozing, en dat de betrokkene wilsonbekwaam is ten aanzien van het besluit om al dan niet in een instelling te verblijven. De rechtbank concludeerde dat de opname en het verblijf noodzakelijk zijn om het ernstig nadeel te voorkomen. De machtiging werd verleend voor een periode van twee jaar, tot en met 9 september 2027. De beschikking werd openbaar uitgesproken door rechter A. van Luijck, bijgestaan door griffier J. Koomen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/774474 / FA RK 25/6358
Rechterlijke machtiging tot opname en verblijf
Beschikking van 9 september 2025naar aanleiding van het door het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) ingediende verzoek tot het verlenen van een machtiging voor de duur van 2 jaar als bedoeld in artikel 24 e.v. van de Wet zorg en dwang (Wzd), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1940,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. G.Th. Offreins te Badhoevedorp.

1.Procesverloop

Het procesverloop blijkt uit het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 21 augustus 2025.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 9 september 2025, op de locatie [verblijfplaats] .
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- bovengenoemde advocaat;
- verpleeghuisarts, de heer [naam 1] ;
- praktijkverpleegkundige, mevrouw [naam 2] ;
- psycholoog, mevrouw [naam 3] .

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat betrokkene lijdt aan een psychogeriatrische aandoening, in de vorm van een uitgebreide neurocognitieve stoornis, passend bij vasculaire dementie.
2.2.
Deze aandoening leidt tot ernstig nadeel. Dit ernstig nadeel bestaat uit:
- levensgevaar;
- ernstig lichamelijk letsel;
- ernstige psychische schade;
- ernstige verwaarlozing;
- maatschappelijke teloorgang;
- de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept;
- de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
2.3.
De arts heeft ter zitting medegedeeld dat betrokkene vanuit [plaats] naar de onderhavige instelling is overgeplaatst omdat het hier een meer stimulerende omgeving zou zijn voor betrokkene, waardoor zij meer afleiding ervaart en zich niet verder verzet tegen opname. Dat is helaas niet gelukt. Betrokkene vindt het vreselijk hier. Er is weliswaar geen fysiek verzet, maar wel steeds verbaal verzet.
Betrokkene vindt het prettig om op haar eigen kamer te verblijven.
2.4.
De advocaat heeft betoogd dat het verzoek afgewezen moet worden omdat louter verbaal verzet geen verzet in de zin van artikel 24 Wzd is. Betrokkene verblijft sinds 2023 in de accommodatie. Zij wil graag weer thuis, maar zij heeft nooit aanstalten gemaakt om de accommodatie te verlaten. De advocaat stelt ook dat de rechterlijke machtiging niet effectief is omdat het risico op het ernstig nadeel niet is afgenomen. Er is geen verandering of verbetering opgetreden. Ten aanzien van de termijn heeft de advocaat zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat zij het verschrikkelijk vindt op de huidige verblijfsplek. Zij snapt niet waarom ze tegen haar zin wordt vastgehouden en waar mensen zich druk om maken. Zij was altijd zeer zelfstandig en alles zou goed gaan als zij terug zou gaan naar haar eigen huis gaat met haar atelier en bloemen in de tuin. Zij zou direct door het raam ontsnappen als de mogelijkheid zich zou aandienen. Verder is ze in de nacht angstig. Ze is altijd blij als het weer licht wordt.
2.5.
Uit de overgelegde stukken en hetgeen de deskundigen tijdens de mondelinge behandeling naar voren hebben gebracht blijkt dat betrokkene kampt met impulsdoorbraken en gedragsproblematiek, waarbij zij gemakkelijk geïrriteerd, onrustig en verbaal agressief raakt. Ook heeft betrokkene als gevolg van haar vasculaire dementie moeite met het houden van overzicht, persoonlijke hygiëne en het aanhouden van een dagstructuur. Het gedrag van betrokkene zorgt in de thuissituatie voor gevaarlijke situaties. Als zij terug naar huis gaat is er sprake van een aanzienlijk risico op lichamelijk letsel ten gevolge van inadequaat inschatten van gevaar voor haar veiligheid en gezondheid (valrisico). Daarnaast is er risico op zelfverwaarlozing door ontbrekende zelfzorg en een slechte intake en psychische schade door eenzaamheid en maatschappelijke teloorgang. Betrokkene accepteert geen zorg en begeleiding, waarmee het risico op het voornoemde ernstig nadeel onverminderd aanwezig is sinds de aanvang van de opname. Zij is wilsonbekwaam terzake het besluit om wel of niet in een instelling te moeten verblijven. Vasculaire dementie kent een progressief ziektebeeld, waardoor de verwachting gerechtvaardigd is dat de situatie van betrokkene niet zal verbeteren.
2.6.
Anders dan de advocaat betoogt, ziet de rechtbank wel verzet bij betrokkene hetgeen een rechterlijke machtiging rechtvaardigt. Betrokkene geeft bij voortduring aan naar huis te willen. Consistent verbaal verzet tegen het verblijf in een accommodatie laat zien dat er geen sprake is van vrijwilligheid. Anders gezegd, consistent verbaal verzet is ook verzet, weglopen uit het verpleeghuis is niet vereist.
2.7.
De opname en het verblijf van betrokkene zijn noodzakelijk en geschikt om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Binnen de huidige accommodatie kan door de behandelaars aan betrokkene de begrenzing, bejegening en duidelijkheid geboden worden die zij nodig heeft. Met de deskundigen is de rechtbank van oordeel dat er geen reëel alternatief is om het ernstig nadeel te voorkomen of af te wenden. Er ligt geen concreet plan om het ernstig nadeel in de thuissituatie af te wenden en gebleken is dat de zorg die betrokkene nodig heeft niet thuis geboden kan worden.
2.8.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat is voldaan aan de criteria voor een machtiging. De machtiging zal worden verleend voor 2 jaren, en geldt aldus tot en met 9 september 2027.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot opname en verblijf ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1940;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 9 september 2027.
Deze beschikking is gegeven en in het openbaar uitgesproken op 9 september 2025 door mr. A. van Luijck, rechter, bijgestaan door J. Koomen als griffier en op schrift gesteld op 15 september 2025.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.