Op 21 augustus 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van MDMA, een vuurwapen en een taser. De verdachte, geboren in 1995 en momenteel gedetineerd, werd beschuldigd van het bezit van deze verboden middelen en wapens op 4 juni 2025 in Amsterdam. Tijdens de zitting heeft de officier van justitie, mr. V.C. Padberg, de feiten als wettig en overtuigend bewezen aangemerkt, terwijl de verdediging geen verweer voerde. De rechtbank heeft de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastelegging en heeft de feiten bewezen verklaard. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en de adviezen van de reclassering. De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan ernstige strafbare feiten die een grote inbreuk op de rechtsorde vormen. De rechtbank heeft een gevangenisstraf van 6 maanden opgelegd, waarvan 2 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. Bij de voorwaardelijke straf zijn bijzondere voorwaarden opgelegd, waaronder reclasseringstoezicht en behandeling voor middelengebruik. De rechtbank heeft de verdachte de kans gegeven om te laten zien dat hij gemotiveerd is om aan zijn problemen te werken en zich aan de voorwaarden te houden. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van de rechtbank, waarbij de rechters de ernst van de feiten en de noodzaak van een passende straf benadrukten.