Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
proces-verbaal van mondelinge uitspraak in de zaak van
Stichting Ymere
de vertegenwoordiger van Ymere.
De mondelinge behandeling:
De gronden van de beslissing
In conventie
Beoordeling
A als niet aannemelijk is dat eiser zijn hoofdverblijf in de woning had.
De kantonrechter gaat er in deze zaak vanuit dat [betrokkene] eerst, toen zijn zus nog huurder van de woning was, bij haar heeft ingewoond en dat later zijn vader (door woningruil met de zus van [betrokkene] ) huurder van de woning is geworden. Uit de inschrijving in het bevolkingsregister, de verklaringen van buren en familie en de bewindvoerder kan worden afgeleid dat [betrokkene] al lange tijd in de woning woont. [betrokkene] heeft toegelicht dat hij even uitgeschreven is geweest in verband met zijn schuldenproblematiek, hetgeen de kantonrechter niet onaannemelijk voorkomt. Gelet op het bovenstaande is het aannemelijk dat [betrokkene] zijn hoofdverblijf in de woning had.
B indien er geen sprake was van een gemeenschappelijke huishouding.
In dit geval is niet gespecificeerd aangetoond dat er een financiële verwevenheid bestond tussen [betrokkene] en zijn vader. Vast staat echter dat zowel [betrokkene] als zijn vader een laag inkomen had en dat [betrokkene] een grote schuld had. Het is daarom aannemelijk dat niet alle bijdragen aan de huishouding via bankoverschrijvingen zijn gegaan. Volgens [betrokkene] betaalde hij de huur ook vaak contant op het kantoor van Ymere. Uit de verklaringen van de familie van [betrokkene] , zijn ex-vrouw en de SVB die geld had teruggevorderd omdat zij de samenleving tussen de vader en [betrokkene] als een gezamenlijke huishouding beschouwde, is het echter wel aannemelijk dat er een gemeenschappelijke huishouding tussen [betrokkene] en zijn vader was. Gelet op de lange duur van de samenwoning, de leeftijd van [betrokkene] en het feit dat [betrokkene] zijn kinderen in de woning opvangt, wordt ervan uitgegaan dat de samenleving ook duurzaam was. [betrokkene] en zijn vader waren ook van elkaar afhankelijk. [betrokkene] verzorgde zijn vader en zijn vader hielp [betrokkene] .
C eiser onvoldoende financiële waarborg biedt.
Gelet op het feit dat er een bewindvoerder is, [betrokkene] zijn schulden aan het aflossen is en hij toeslagen ontvangt, is het aannemelijk dat [betrokkene] voldoende financiële waarborg biedt voor een behoorlijke nakoming van de huur.
D indien er geen huisvestingvergunning is.
Partijen zijn het erover eens dat [betrokkene] deze moet kunnen ontvangen.
In reconventie
De beslissing
In conventie
huurovereenkomst tussen Ymere en de heer [erflater] met betrekking tot de woning
aan het [adres] voor onbepaalde tijd
voortzet;
aanvraag voor het verkrijgen van een huisvestingsvergunning voor [betrokkene] in te
dienen en daarvan een kopie aan de advocaat van [betrokkene] toe te zenden;
begroot op:
exploot € 144,74
salaris € 408,00
griffierecht € 135,00
--------------------
totaal € 687,74
inclusief eventueel verschuldigde btw en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover met ingang van 14 dagen na betekening van het vonnis tot de algehele voldoening;
€ 67,50 aan salaris gemachtigde, inclusief eventueel verschuldigde btw, en te vermeerderen met de wettelijke rente hierover indien deze proceskosten niet betaald zijn binnen 14 dagen na aanschrijving daartoe;
In reconventie
tot op heden begroot op nihil.