Uitspraak
uitspraak van de meervoudige kamer van 22 september 2025 in de zaak tussen
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Samenvatting
Wat aan deze procedure voorafging
Beoordeling door de rechtbank
geenbelangenafweging heeft gemaakt. Dat is voor het kunnen toepassen van een relatieve weigeringsgrond zoals de i-grond echter wel noodzakelijk. Zonder die (nadere) toelichting en afweging is het voor de rechtbank onduidelijk waarom het belang van het goed functioneren van de Staat volgens de staatssecretaris zwaarder moet wegen dan het algemene belang van openbaarmaking. Nu de gegeven motivering de weigering op grond van de i-grond niet kan dragen, constateert de rechtbank een gebrek in het bestreden besluit.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- draagt de staatssecretaris op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eiseressen met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat de staatssecretaris het griffierecht € 371,- aan eiseressen moet vergoeden;
- veroordeelt de staatssecretaris tot het betalen van € 1.814,- aan proceskosten van eiseressen.