In deze zaak gaat het om een geschil tussen Dolika B.V. en verschillende entiteiten van Tikehau Capital over een schikkingsovereenkomst met betrekking tot de verkoop van een high-tech datacenter in Nederland. Dolika, een investeerder in het project, stelt dat Tikehau zijn verplichtingen uit de schikkingsovereenkomst niet is nagekomen. De overeenkomst bevatte onder andere verplichtingen om binnen zes maanden een verkoop te bewerkstelligen, de opbrengsten te maximaliseren en derde bieders toe te laten in het biedproces. De rechtbank oordeelt echter dat Dolika niet voldoende bewijs heeft geleverd dat Tikehau deze verplichtingen heeft geschonden. De rechtbank wijst alle claims van Dolika af en oordeelt dat de zes maanden geen harde deadline was, maar een doelstelling. De rechtbank concludeert dat Tikehau niet opzettelijk de verkoop heeft vertraagd en dat de keuze voor de bieding van Pure DC gerechtvaardigd was. Dolika wordt veroordeeld in de proceskosten van Tikehau, die zijn vastgesteld op EUR 25.861,00.