ECLI:NL:RBAMS:2025:7246

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
24 september 2025
Publicatiedatum
1 oktober 2025
Zaaknummer
11837852 KK EXPL25-538
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verplichting van huurders tot medewerking aan opname energieprestatie woning in kort geding

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam op 24 september 2025, vorderde de verhuurder in kort geding dat de huurders zouden meewerken aan de opname van de energieprestatie van de woning. De verhuurder had een procedure aangespannen bij de Huurcommissie over de redelijkheid van de huurprijs en had een nieuw energielabel nodig, aangezien het huidige label verouderd was. Huurders weigerden echter mee te werken aan de opname, wat leidde tot deze rechtszaak. De kantonrechter oordeelde dat het opnemen van de energieprestatie geen dringende werkzaamheden zijn zoals bedoeld in de wet, maar dat huurders wel in strijd handelden met hun verplichting tot goed huurderschap door geen medewerking te verlenen. De rechter vond het verzoek van de verhuurder redelijk en niet ingrijpend, en oordeelde dat de belangenafweging ten gunste van de verhuurder moest uitvallen. De huurders werden veroordeeld om op 29 september 2025 de opname te gedogen en te voldoen aan de verzoeken van de verhuurder, met een dwangsom van € 15.000,00 als zij niet meewerkten. De uitspraak werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, gezien de urgentie van de situatie.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11837852 \ KK EXPL 25-538

Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak in kort geding van 24 september 2025

in de zaak van

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
eisende partij,
hierna te noemen: verhuurder,
gemachtigde: mr. D.H. Nauta
tegen

1.[gedaagde 1] ,

2) [gedaagde 2]
beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna gezamenlijk te noemen: huurders,
gemachtigde: drs. [gemachtigde] .
Op 24 september 2025 zijn voor mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, bijgestaan door mr. E.J.E. van IJken, griffier, ter zitting verschenen:
  • verhuurder in persoon, bijgestaan door de gemachtigde;
  • voor de huurders [naam] , bijgestaan door de gemachtigde.
Het procesdossier bestaat uit de navolgende stukken:
- de dagvaarding van 19 augustus 2025, met producties;
  • het verweerschrift van huurders, met producties;
  • een nadere productie aan de zijde van verhuurder, verzonden per e-mail van 22 september 2025.
Partijen hebben hun standpunten toegelicht, de gemachtigde van huurders mede aan de hand van een pleitnota, op elkaars standpunten gereageerd en vragen van de kantonrechter beantwoord. Verhuurder heeft op de mondelinge behandeling nog een nadere productie overgelegd. De kantonrechter heeft daarna de zitting voor korte tijd geschorst. Na hervatting van de zitting heeft de kantonrechter medegedeeld dat hij mondeling uitspraak zal doen. De mondelinge behandeling is gesloten, waarna de kantonrechter in aanwezigheid van partijen mondeling de navolgende uitspraak heeft gedaan.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uit de stukken en hetgeen ter zitting aan de orde is gekomen volgt dat huurders met ingang van 1 juni 2022 van verhuurder een woning huren aan de [adres] (hierna de woning). Verhuurder heeft niet ingestemd met de door huurders voorgestelde huurprijsverlaging per 1 oktober 2025 en huurders hebben vervolgens de Huurcommissie verzocht uitspraak te doen over de redelijkheid van de huurprijs. Verhuurder wenst in het kader van de procedure bij de Huurcommissie te beschikken over een nieuw energielabel (NTA8800). Verhuurder beschikt enkel over een verouderd energielabel dat niet bruikbaar is om de energieprestatie van de woning te waarderen. Huurders willen niet meewerken aan een opname van een nieuw energielabel
In dit kort geding vordert verhuurder - kort gezegd - huurders te veroordelen de opname van de energieprestatie van de woning voor 1 oktober 2025 te gedogen op straffe van een dwangsom.
De vordering is spoedeisend nu huurders hebben voorgesteld de huur te verlagen met ingang van 1 oktober 2025 en beide partijen ervan uitgaan dat dit het moment is waarop het energielabel met zijn geregistreerd.
Verhuurder heeft daarvoor drie rechtsgronden aangevoerd.
Dringende werkzaamheden
De kantonrechter is van oordeel dat het opnemen van de energieprestatie van de woning geen dringende werkzaamheden zijn als bedoeld in de wet. Weliswaar werd in de door de verhuurder in dit kader aangehaalde jurisprudentie geoordeeld dat het bepalen van het energielabel als dringende werkzaamheden heeft te gelden, maar dat in dat geval had dit ten doen vast te stellen welke verduurzamingsmaatregelen in het gehuurde moesten worden uitgevoerd. Van dit laatste is in het onderhavige geval echter geen sprake.
Contractueel
Ook valt naar het oordeel van de kantonrechter een dergelijke opname – op vergelijkebare gronden - niet onder het begrip ‘te gedogen werkzaamheden’ zoals genoemd in de algemene voorwaarden behorend bij de huurovereenkomst.
Goed huurderschap
Door geen medewerking te verlenen aan de verlangde opname handelen huurders wel in strijd met hun wettelijke verplichting zich als goed huurder te gedragen. Daarbij is van belang dat een redelijk verzoek van verhuurder is, dat niet ingrijpend is en dat is gedaan in het kader van een door huurders zelf bij de Huurcommissie aangespannen procedure.
Om een goed oordeel te kunnen geven over het door huurders gedane verzoek, moet de Huurcommissie een volledig beeld kunnen krijgen van de feitelijke situatie om tot het juiste puntenaantal te kunnen komen. Dit is in het belang van zowel de verhuurder als de huurders.
Het verzoek van verhuurder betreft ook een andere situatie dan het geval dat een verhuurder kort vóór de peildatum wijzigingen in de woning gaat aanbrengen die mogelijk leiden tot een hoger puntenaantal. Het onderhavige verzoek ziet niet op het doen van aanpassingen aan de woning, maar enkel op het verkrijgen van een formele beschrijving/waardering van de feitelijke, reeds bestaande situatie. Voorts is van belang dat de opname een kortdurende activiteit is die weinig overlast voor de huurders meebrengt en daarmee een slechts een zeer beperkte inbreuk op het huisrecht van huurders maakt.
Gelet op al deze omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat de belangenafweging ten gunste van verhuurder moet uit vallen. Omdat huurders met deze mondelinge uitspraak direct kennis hebben van hun veroordeling tot het verlenen van medewerking aan de geplande opname van 29 september 2025 om 9:00 uur, zal gelet op de korte termijn, dit deel van de veroordeling niet afhankelijk worden gesteld van betekening van dit vonnis. Dit betekent dat de vordering wordt toegewezen zoals hieronder bepaald.
Omdat huurders niet bereid zijn mee te werken aan de opname van het energielabel is een dwangsom op z’n plaats om de uitvoering van onderhavige beslissing af te dwingen.
Huurders worden in het ongelijk gesteld en zullen worden veroordeeld in de proceskosten van verhuurder zoals hieronder vermeld.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij vonnis verklaard, omdat voor 1 oktober 2025 het energielabel geregistreerd dient te zijn.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt huurders om op maandag 29 september 2025 om 9:00 uur (en indien huurders op dit tijdstip niet meewerken, ook op een later tijdstip) de opname van de energieprestatie van de woning aan [adres] te gedogen en daaraan alle noodzakelijke medewerking te verlenen, waaronder de door verhuurder met de uitvoering van de werkzaamheden belaste perso(o)n(en) toe te laten tot de woning voor de uitvoering van de werkzaamheden en onbelemmerde toegang te verschaffen tot de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd;
veroordeelt huurders tot betaling van een dwangsom van € 15.000,00 indien zij niet meewerken aan de opname op 29 september 2025 om 9:00 uur, en voorts € 5.000,00 per dag dat huurders ook nadien niet meewerken aan de opname, met een maximaal aan te verbeuren dwangsommen van totaal € 25.000,00;
bepaalt dat indien huurders ook na betekening van dit vonnis niet vrijwillig aan de veroordeling onder I. voldoen, huurders de woning tijdelijk, dat wil zeggen voor de duur van de opname van het energielabel, moeten verlaten met alle personen die daar van hun kant aanwezig zijn en met hun spullen voor zover dat noodzakelijk is voor de bereikbaarheid van de plaatsen waar de werkzaamheden moeten worden verricht en ter beschikking van verhuurder te stellen, welke verlating zo nodig door de deurwaarder bewerkstelligd kan worden met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 e.v. jo. 444 Rv bepaalde;
veroordeelt huurders in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van verhuurder begroot op:
exploot € 144,47
salaris € 543,00
griffierecht € 90,00
-----------------
totaal € 777,47
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt huurders in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 67,50 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.