Uitspraak
1.De procedure
- het bericht van 16 mei 2025 met producties van [eiser] ,
- het bericht van 16 mei 2025 met producties van O.C.A.,
2.De feiten
informed consentvan de patiënt voor een zenuwblokkade. De anesthesist gaf te kennen dat de procedure over het verkrijgen van
informed consentin de polikliniek had moeten plaatsvinden en niet – zoals die dag het geval was – direct voorafgaand aan de operatie met de patiënt kan worden doorgenomen. [de chirurg] heeft hierop bij de managing director van O.C.A. zijn beklag gedaan over de anesthesist. De verbale confrontatie tussen [de chirurg] en de managing director vond plaats binnen gehoorsafstand van een familielid van de patiënt, dat daarvan overstuur raakte.
informed consentniet is nagekomen en dat de anesthesist en verschillende medewerkers niet meer met [de chirurg] willen samenwerken op de operatiekamer. De managing director sluit de e-mail als volgt af:
3.Het geschil
4.De beoordeling
artikel 9 van de Overeenkomst, dat een regeling geeft voor beëindiging van de Overeenkomst. De kantonrechter oordeelt dat O.C.A. de Overeenkomst met [eiser] niet conform deze regeling heeft opgezegd en daardoor is tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen jegens [eiser] . Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
informed consentvoor het anesthesiologische gedeelte van een operatie. Daar wordt geen oordeel over gegeven. Relevant is alleen dat O.C.A. in de gegeven omstandigheden voor beëindiging van de Overeenkomst een opzegtermijn van twee maanden in acht had moeten nemen of een beëindigingsvergoeding had moeten voldoen aan [eiser] , zoals bepaald in artikel 9.3. van de Overeenkomst. Dit is niet gebeurd.
€ 135,00(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de
beslissing)