Informatie over hoger beroep
Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.
BIJLAGE
1. De toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in artikel 19a, eerste lid, maken het feit dat een bestuurlijke boete is opgelegd wegens overtreding van deze wet als bedoeld in artikel 18, dat een besluit is genomen als bedoeld in artikel 17b, tweede lid, of dat na een afgerond onderzoek geen overtreding is geconstateerd openbaar teneinde de naleving van deze wet te bevorderen en inzicht te geven in het uitvoeren van toezicht op grond van deze wet.
2. Bij de openbaarmaking, bedoeld in het eerste lid, is artikel 5.1, eerste lid, onderdelen c, d en e, en tweede lid, onderdeel f, van de Wet open overheid van overeenkomstige toepassing.
3. Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de openbaar te maken gegevens, waaronder de mogelijke reactie van een belanghebbende in verband met de openbaarmaking van zijn gegevens, de termijn waarop deze gegevens beschikbaar worden gesteld en de wijze waarop de openbaarmaking plaatsvindt.
Besluit uitvoering Wet arbeid vreemdelingen
Artikel 11.2. Inhoud openbare inspectiegegevens
1. De gegevens, bedoeld in artikel 19g van de wet, betreffen:
a. de punten waarop is gecontroleerd en de wet of wetten die de grondslag daarvoor bieden;
b. de locatie waar het onderzoek heeft plaatsgevonden;
c. de datum of periode waarop het onderzoek heeft plaatsgevonden;
d. de naam en vestigingsplaats van de betreffende normadressaat;
e. het nummer waaronder de betreffende normadressaat is ingeschreven in een register van het land van vestiging, dan wel de unieke code die naar de betreffende normadressaat te herleiden is; en
f. de sector of branche waarin deze normadressaat zijn economische activiteit verricht.
Artikel 11.3. Openbare gegevens omtrent opgelegde boetes en stilleggingen
1. In aanvulling op artikel 11.2, eerste lid, worden indien een onderzoek door de toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren, bedoeld in de artikelen 14, eerste lid, en 19a, eerste lid, van de wet, wordt gevolgd door een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete als bedoeld in artikel 19a, dan wel door een besluit tot bevel tot staken van de werkzaamheden als bedoeld in artikel 17b, tweede lid, van de wet, de volgende inspectiegegevens over dat besluit openbaar gemaakt:
a. welk besluit is genomen, de artikelen van de wet die de grondslag daarvoor bieden en de datum van dat besluit; en
b. welke rechtsmiddelen tegen het besluit zijn of kunnen worden aangewend en wat hiervan de uitkomst was, of dat het besluit onherroepelijk is geworden.
Artikel 11.5. Reactie van belanghebbende
1. Op verzoek van de belanghebbende kan een schriftelijke reactie over de openbaarmaking van de gegevens, bedoeld in de artikelen 11.2 en 11.3, van ten hoogste 2.000 leestekens worden gegeven, die zal worden gevoegd bij de openbaar te maken gegevens op de website met informatie van de toezichthouder of de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.
2. Onderdelen van de schriftelijke reactie die persoonsgegevens, bedrijfsnamen of bedrijfsgegevens van derden dan wel strafbare of aanstootgevende uitlatingen bevatten, worden niet op de website gepubliceerd.
Artikel 5.1. Uitzonderingen
1. Het openbaar maken van informatie ingevolge deze wet blijft achterwege voor zover dit:
c. bedrijfs- en fabricagegegevens betreft die door natuurlijke personen of rechtspersonen vertrouwelijk aan de overheid zijn meegedeeld;
2. Het openbaar maken van informatie blijft eveneens achterwege voor zover het belang daarvan niet opweegt tegen de volgende belangen:
f.de bescherming van andere dan in het eerste lid, onderdeel c, genoemde concurrentiegevoelige bedrijfs- en fabricagegegevens;