AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd
Verzet tegen uitspraak over naheffingsaanslag parkeerheffing en de gevolgen van hoger beroep
In deze zaak heeft eiser verzet ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 20 december 2024, waarin het beroep van eiser tegen het niet tijdig nemen van een besluit door de heffingsambtenaar gegrond werd verklaard. De heffingsambtenaar, als opposant, heeft verzet ingesteld tegen deze uitspraak, waarbij hij aanvoert dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld omdat de werking van de uitspraak van 14 juni 2024 door het ingestelde hoger beroep was opgeschort. De rechtbank heeft in deze verzetzaak beoordeeld of het eindoordeel van de eerdere uitspraak buiten redelijke twijfel stond. De verzetrechter heeft vastgesteld dat de rechtbank op de hoogte was van het hoger beroep en dat de uitspraak van 14 juni 2024 inderdaad de werking had die door het hoger beroep was opgeschort. Hierdoor is het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt en het onderzoek in de oorspronkelijke stand wordt hervat. De rechtbank heeft geen proceskosten toegewezen, en tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.
Voetnoten
1.artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
2.artikel 8:54 van de Awb
3.uitspraak van 14 juni 2024, verzonden op 20 juni 2024, in AMS 23/7075
4.artikel 8:106, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb
5.dat beroep is geregistreerd onder zaaknummer AMS 23/7075
6.uitspraak van 14 juni 2024
7.dat hoger beroep is geregistreerd onder zaaknummer 24/3412
8.uitspraak van 14 juni 2024
10.artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb
11.als bedoeld in artikel 6:12, tweede lid, aanhef en onder b, van de Awb
12.artikel 8:106, eerste lid, aanhef en onder b, van de Awb
13.artikel 12 van bijlage 2 (Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak) bij de Awb
14.uitspraak in AMS 23/7075
15.artikel 8:106, tweede lid, van de Awb