In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 22 september 2025, wordt het beroep van eiser tegen de afwijzing van zijn aanvragen om twee omgevingsvergunningen voor de legalisatie van een dakterras en een driehoeksbalkon beoordeeld. De rechtbank oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam de aanvragen terecht heeft afgewezen. De afwijzing is gebaseerd op het feit dat de uitbreiding in strijd is met het bestemmingsplan, dat dakterrassen op de betreffende locatie niet zijn toegestaan. Eiser had aangevoerd dat de uitbreiding onder het overgangsrecht valt, maar de rechtbank volgt deze redenering niet, omdat er geen bouwvergunning voor de uitbreiding aanwezig is. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid heeft kunnen besluiten om niet af te wijken van het bestemmingsplan, en dat de belangen van de privacy van omwonenden zwaarder wegen dan het belang van eiser bij de uitbreiding. Het beroep op het evenredigheidsbeginsel en het gelijkheidsbeginsel wordt eveneens verworpen, omdat de rechtbank oordeelt dat er geen sprake is van gelijke gevallen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk krijgt en geen vergoeding van proceskosten ontvangt.