Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[belanghebbende 1] ,
1.Het verloop van de procedure
- Het e-mailbericht met bijlagen van mr. Haksteeg van 23 april 2025;
- het verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 25 april 2025;
- de brief met bijlage van mr. Haksteeg, ingekomen ter griffie van deze rechtbank op 16 mei 2025;
- het e-mailbericht van mr. G .M.S. Janssen, toegevoegd gerechtsdeurwaarder te Amsterdam, van 8 mei 2025.
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
de huidige gerechtigde tot een lidmaatschapsrecht met medewerking van de Vereniging in staat [is] om in plaats van een lidmaatschapsrecht een appartementsrecht aan een derde te vervreemden en leveren.”.Op grond van artikel 7 lid 3 van de akte heeft de [belanghebbende 2] aan ieder lid een onherroepelijke volmacht gegeven om deze overdracht tot stand te brengen. De analoge toepassing van artikel 474g lid 4 Rv brengt mee dat de aan het lid (in dit geval [belanghebbende 1] ) toekomende rechten en op hem drukkende verplichtingen als het gaat om de vervreemding, worden uitgeoefend en nagekomen door de deurwaarder. Dat betekent dat de deurwaarder ook een beroep toekomt op de aan [belanghebbende 1] verleende onherroepelijke volmacht om voornoemde overdracht te effectueren.