Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, gevestigd te Amsterdam,
1.Het verloop van de procedure
- het verzoekschrift t.a.v. [minderjarige 1] met bijlagen, ontvangen op 20 augustus 2025;
- het verzoekschrift t.a.v. [minderjarige 2] met bijlagen, ontvangen op 20 augustus 2025;
- de schriftelijke informatie van Lievegoed met de LACCS van 15 en 22 april 2025, ontvangen op 20 augustus 2025;
- de mail van moeder van 18 september 2025.
2.De feiten
3.Het verzoek met betrekking tot [minderjarige 1]
4.Het verzoek met betrekking tot [minderjarige 2]
5.De standpunten
6.De beoordeling
- [minderjarige 1] kan zich veilig hechten en ontwikkelen in een stabiele opvoed- en verblijfomgeving.
- Binnen de aanvaardbare termijn is duidelijk waar [minderjarige 1] blijvend zal opgroeien (woon-en opvoedperspectief).
- Er wordt aanvullend diagnostisch onderzoek uitgevoerd zodat duidelijk wordt wat [minderjarige 1] nodig heeft om haar ontwikkeling zo goed mogelijk te stimuleren.
- [minderjarige 1] heeft structureel en veilig contact met haar ouders en, indien zo mogelijk, haar broertje en familie, afgestemd op haar leeftijd en belastbaarheid.
- Er wordt onderzocht in hoeverre ouders (ieder afzonderlijk) in staat zijn om bij te dragen aan de verzorging en opvoeding van [minderjarige 1] ; dit omvat een beoordeling van “goed genoeg ouderschap” en het inzetten van passende begeleiding of behandeling voor ouders.
- Er is duidelijkheid over het opvoed- en woonperspectief van [minderjarige 2] .
- [minderjarige 2] krijgt de zorg, structuur en begeleiding die nodig is om zijn ontwikkeling te stimuleren.
- Ouder(s) krijgen inzicht in wat zij nodig hebben om de zorg voor [minderjarige 2] verantwoord te kunnen invullen.
- Ouders communiceren met elkaar op een manier die veilig is voor [minderjarige 2] en in zijn belang bijdraagt aan rust en stabiliteit.
- [minderjarige 2] heeft structureel en voorspelbaar contact met zijn moeder en zusje, passend bij zijn ontwikkelingsniveau en belastbaarheid.
7.De beslissing
- degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak;
- andere belanghebbenden, binnen drie maanden na de betekening van deze beschikking of binnen drie maanden nadat zij op andere wijze daarvan kennis hebben genomen.