ECLI:NL:RBAMS:2025:7517

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 september 2025
Publicatiedatum
10 oktober 2025
Zaaknummer
C/13/765483 / HA ZA 25-752
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Schadevergoedingsuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding door Infra Bouw wegens vertraging en inefficiëntie in uitvoering van aanbesteding door de Gemeente Amsterdam

In deze zaak vordert Infra Bouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Haest, schadevergoeding van de Gemeente Amsterdam, vertegenwoordigd door advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer, wegens vertraging en inefficiëntie in de uitvoering van een aanbesteding. De Gemeente had een aanbesteding uitgeschreven voor bestrating rond een specifieke locatie, waarbij de opdracht op 29 januari 2021 zou worden gegund en de oplevering op 15 september 2021 diende te geschieden. Infra Bouw heeft ingeschreven op deze aanbesteding, maar de gunning vond pas plaats op 14 mei 2021, wat leidde tot een latere startdatum van de werkzaamheden op 16 augustus 2021. Infra Bouw stelt dat deze vertraging heeft geleid tot extra kosten en schade, die de Gemeente zou moeten vergoeden.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de vertraging in de gunning en de latere beschikbaarstelling van het bouwterrein door de Gemeente niet heeft geleid tot de gevorderde schadevergoeding. De Gemeente heeft erkend dat het bouwterrein later beschikbaar is gesteld, maar betwist dat dit heeft geleid tot een langere uitvoeringsperiode. De rechtbank oordeelt dat de vertraging voornamelijk te wijten is aan de problemen met de levering van natuursteen door Infra Bouw zelf en dat de Gemeente niet aansprakelijk is voor de extra kosten die Infra Bouw heeft gemaakt. De vorderingen van Infra Bouw worden afgewezen, en zij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan de Gemeente.

De uitspraak is gedaan op 17 september 2025, waarbij de rechtbank de vorderingen van Infra Bouw afwijst en hen veroordeelt tot betaling van de proceskosten van de Gemeente, die in totaal € 14.043,00 bedragen, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/765483 / HA ZA 25-752
Vonnis van 17 september 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
INFRA DAM AMSTERDAM B.V.,
gevestigd te Medemblik,
eiseres,
advocaat mr. J. Haest te Den Haag,
tegen
de publiekrechtelijke rechtspersoon
DE GEMEENTE AMSTERDAM,
zetelend te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Infra Bouw en de Gemeente worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 21 februari 2025,
  • de akte overlegging producties bij dagvaarding,
  • de conclusie van antwoord, met producties,
  • het tussenvonnis van 25 juni 2025 waarin een mondelinge behandeling is gepaald,
  • de akte overleggen producties 53 en 54 van de Gemeente,
  • de akte vermindering van eis tevens overlegging aanvullende producties van Infra Bouw,
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 23 juli 2025,
  • de brief van 1 augustus 2025 van de Gemeente met een aanvulling op het proces-verbaal.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
De Gemeente heeft een aanbesteding uitgeschreven voor de bestrating rond de [locatie] . In het bestek is opgenomen dat de opdracht op 29 januari 2021 zal worden gegund en dat het project op uiterlijk 15 september 2021 dient te worden opgeleverd. De opdracht behelst onder meer het aanbrengen van natuurstenen tegels en zitelementen rondom de [locatie] , en verder het asfalteren van de openbare weg en ander straatwerk. De zitelementen moeten worden gefundeerd en het natuursteen moet van een bepaalde kleur zijn, aldus het bestek.
Verder is in het bestek opgenomen dat andere aannemers werkzaamheden zullen uitvoeren in het gebied om de [locatie] en omgeving af te bouwen en bewoonbaar te maken. Dit gaat onder meer over bekabeling, het aanleggen van leidingen en buizen, het plaatsen van verkeersborden en het planten van bomen. Die werkzaamheden kunnen op de aanbestede werkzaamheden ingrijpen, zo volgt uit het bestek.
Op het werk zijn de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken (UAV 2012) van toepassing verklaard.
2.2.
In het bestek is onder meer bepaald dat van de aannemer geen zekerheid wordt verlangd en paragraaf 43a lid 8 UAV 2012 is daarin niet van toepassing verklaard. In die paragraaf is bepaald dat de opdrachtgever kan bedingen dat de aannemer zekerheid stelt voor de nakoming van zijn verplichtingen uit de overeenkomst.
2.3.
Infra Bouw heeft ingeschreven op de aanbesteding met een offerte van € 821.750 exclusief btw (€ 994.317,50 inclusief btw). Daarbij heeft zij ook vermeld dat de inschrijving geldig was tot 15 maart 2021 (gestanddoening van de inschrijving).
2.4.
Op 27 februari 2021 heeft Infra Bouw aan de Gemeente bericht dat zij akkoord ging met verlenging van de gestanddoening van haar inschrijving met een maand, tot 15 april 2021.
2.5.
In maart 2021 heeft de Gemeente aangekondigd de opdracht aan Infra Bouw te zullen gunnen, waarbij zij heeft verlangd dat Infra Bouw een bankgarantie zou stellen.
Infra Bouw heeft de bankgarantie op 30 april 2021 gesteld.
2.6.
Uiteindelijk is de opdracht door de Gemeente definitief aan Infra Bouw gegund op 14 mei 2021. De door Infra Bouw voorgestelde natuursteen voor de tegels en de zitelementen was op 11 mei 2021 afgewezen door de Gemeente.
2.7.
Op 25 mei 2021 is het die dag getoonde monster van te gebruiken natuursteen door de Gemeente goedgekeurd en hebben partijen afgesproken dat Infra Bouw de werkzaamheden op 16 augustus 2021 zou beginnen.
2.8.
In de eerste bouwvergadering, gehouden op 8 juni 2021, heeft de Gemeente aan Infra Bouw meegedeeld dat het werk niet geheel zou worden uitgevoerd zoals in het bestek stond beschreven en dat zou worden gewerkt in faseringen. Infra Bouw is gevraagd een kostenopstelling voor deze wijziging op te stellen. Op 16 juni 2021 zou de Gemeente een bespreking hebben met alle aannemers die betrokken zijn bij het [locatie] project. Verder is in het verslag vermeld:
“(…) De ingang van de parkeergarage is 15/09 beschikbaar. In overleg met onze aannemer moeten we kijken wat voor materialen wij aanbrengen aan de ingang van de Zuidzijde en uitgang van Westzijde. Als natuursteen niet aanwezig is gaan we in overleg met Infradam om te kijken wat mogelijk is. (…)”
2.9.
Infra Bouw heeft op 15 juni 2021 een planning voor haar werkzaamheden gegeven. Volgens die planning zou worden gestart op 16 augustus 2021 en opgeleverd op 17 december 2021. De hardstenen zitelementen zouden daarbij worden aangebracht in 20 werkdagen tussen 27 september en 22 oktober 2021, met de opmerking dat het aanbrengen van de natuurstenen objecten afhankelijk was van de levertijd van materialen.
2.10.
De Gemeente heeft een projectplan opgesteld voor de verschillende aannemers bij de ontwikkeling van [locatie] . Op 16 juni 2021 is dit projectplan besproken met alle bij het project betrokken aannemers. Op een uitdraai van het projectplan van de Gemeente, gedateerd 14 juni 2021, is gemarkeerd dat een mobiele torenkraan van de aannemer van de [locatie] op het bouwterrein zou blijven staan tot 1 november 2021. Een van de werkzaamheden van Infra Bouw in dat projectplan is omschreven als “aanleggen maaiveld west zijde” en staat daar gepland voor de periode van 16 augustus tot 1 november 2021.
2.11.
Op 24 juni 2021 heeft Infra Bouw haar planning aangepast: de hardstenen zitelementen zouden worden geplaatst tussen 3 januari en 28 januari 2022, waarna de hardsteenbanden op fietspaden en trottoirs in verschillende delen zouden worden aangebracht. De geplande oplevering kwam door dit alles op 25 februari 2022. In het verslag van de bouwvergadering van 24 juni 2021 is vermeld:
“(…)
 [naam 1] [bestuurder Infra Bouw, rb] meldt dat met betrekking tot het natuursteen er een complicatie is opgetreden, hierover is nog afstemming gaande.
(…)
3 Stand, werk en prognose
(…)
 [naam 2] [hoofduitvoerder Infra Bouw, rb] heeft een aangepaste planning gemaakt naar aanleiding van de bespreking van 16/06 met alle partijen. Er zijn nog wel onduidelijkheden.
 Met name bij de grondwerkzaamheden aan de westzijde van het gebouw. Zodra het maaiveld omhoog gebracht gaat worden [werkzaamheden van Infra Bouw, rb] moet er zekerheid zijn dat er geen hijswerkzaamheden zullen gaan plaatsvinden.
 In week 33 en 34 wil Infradam de voorzijde van het gebouw gereedmaken en de fundering aanbrengen.
 Er ontstaat hier een conflict tussen het naar achtergestelde natuursteen leverantie en de bereikbaarheid van de [locatie] .
(…)
 In week 34 zal het natuurteen geleverd.
(…)
 Er wordt tot en met week 47 tot aan de buispalen van de fundering gewerkt.
(…)
 Naar verwachting zullen er extra kosten komen en wijziging in de fasering. Er moet inzichtelijk worden hoe veel het ‘gat’ van twee weken zal gaan kosten.
(…)”
2.12.
In het verslag van de bouwvergadering van 20 juli 2021 is opgenomen:
“(…)
3 Stand, werk en prognose
 [naam 2] [hoofduitvoerder Infra Bouw, rb] meldt dat de levering van het natuursteen, in week 34 en 35 kan het natuursteen geleverd worden.
 Als eerste worden de banden geleverd voor de zuidkant (eerste deel van de [straatnaam 1] ). Uitloop van levering is tot en met week 38.
(…)
 De bestelling van het natuursteen heeft plaatsgevonden. (…).
(…)
 Voor ons [de Gemeente, rb] is van belang de datum van wanneer de tegels worden ontvangen van de leverancier, in verband met het leggen van betonplaten. [naam 2] geeft aan dat hij dit moet kortsluiten met de leverancier. [naam 2] zal hierbij ook de bandenleverantie voor de [straatnaam 1] aanvullen.
(…)
(…)”
2.13.
Bij de start van het werk heeft Infra Bouw geconstateerd dat de bomen rond het werkgebied al waren geplant, wat van invloed is op de voorbereiding en de bestrating van de omgeving. In haar offerte is zij uitgegaan van de planning in het bestek, waarin die bomen ruim vijf weken na het begin van het werk zouden worden gepland.
Verder waren ook andere aannemers van het project bezig met werkzaamheden die volgens Infra Bouw van invloed zijn op haar werkzaamheden.
2.14.
Infra Bouw heeft op 16 augustus een notitie voor meerwerk onder nummer [factuurnummer 1] ingediend voor € 25.000 met omschrijving:
“Extra kosten door gefaseerd uitvoeren van de werkzaamheden. Bij inschrijving is gerekend met een aaneengesloten uitvoeringsperiode.”
2.15.
In de maanden augustus en september heeft Infra Bouw melding gemaakt dat Liander bezig was met het aanbrengen van kabels en leidingen in het grondgebied waar Infra Bouw op dat moment werk zou moeten uitvoeren en dat
“dit gemoeid gaat met financiële aspecten”.
2.16.
Op 11 november 2021 heeft de Gemeente aan Infra Bouw bericht:
“(…)
Het bouwterrein aan de westzijde van [locatie] ten noorden van de uitrit van de parkeergarage is vanaf 6 december beschikbaar voor het aanbrengen van de buispalen. Graag deze aanpassing meenemen in de planning.
(…)”
2.17.
Infra Bouw heeft daarop gereageerd dat haar onderaannemers (heier, beton aannemer en ijzervlechter) mogelijk niet beschikbaar zouden zijn op 6 december 2021 omdat die waren ingepland in week 48 (van 29 november tot en met 3 december 2021).
2.18.
Op 21 december 2021 is een nieuwe planning opgemaakt door Infra Bouw, waarbij de hardstenen zitelementen tussen 21 januari en 4 maart 2022 (30 werkdagen) zouden worden geplaatst. In het bouwverslag van de bouwvergadering van die dag is opgenomen:
“(…)
3. Stand, werk en prognose
(…)
 10 januari zal er worden gestart met het betonwerk. [naam 2] [hoofduitvoerder Infra Bouw, rb] geeft aan dat begin week 3 het beton uitgehard zal zijn en de natuursteenelementen aanwezig zullen zijn.
(…)”
2.19.
Op 11 januari 2022 heeft Infra Bouw een meerwerkmelding onder de titel ‘Meerwerk 08 – inefficiëntie en stagnatie’ (met nummer [factuurnummer 2] ) ingediend voor een bedrag van € 1.259.189,50 (inclusief 8% btw). De omschrijving van deze meerwerkmelding luidt:
“Extra kosten door gefaseerd uitvoeren van de werkzaamheden en langere duur van het werk. Bij inschrijving is gerekend met een aaneengesloten uitvoeringsperiode volgens het bestek.
Gunning: 1-3-2021
Oplevering: 15 september 2021
Uitvoeringsperiode: 198 dagen, is 28 weken
Verwachte oplevering: 1 juli 2022
Verwachte uitvoeringsperiode: 487 dagen, is 70 weken. (…)
De Gemeente heeft verzocht om een nadere onderbouwing van deze meerwerkmelding.
2.20.
Infra Bouw heeft de planning voor het leggen van de hardstenen zitelementen verschillende keren aangepast. Op 14 februari 2022 heeft zij een plan ingediend dat de hardstenen zitelementen zouden worden geplaatst tussen 31 januari 2022 en 21 april 2022 (een periode van 59 werkdagen).
2.21.
Voor de bouwvergadering van 15 februari 2022 is de leverancier van de natuursteen uitgenodigd om duidelijkheid te krijgen over wat er is afgesproken over de levering van de natuursteen. In het verslag van die bouwvergadering is opgenomen dat het werk half mei 2022 zou worden opgeleverd.
2.22.
In de planning van 11 maart 2022 is opgenomen dat de hardstenen zitelementen zouden worden geplaatst tussen 9 februari en 6 mei 2022 (een periode van 63 werkdagen). Verder is in dit plan opgenomen dat tussen 12 april en 7 juni 2022 de resterende werkzaamheden zouden worden uitgevoerd: het aanbrengen van hardsteenbanden en kolken langs fietspad deel 2 noord, asfalteren fietspad deel 2, aanbrengen van natuursteen bestrating noord- en westzijde (van de torens), en de fase [straatnaam 2] bestaande uit grondwerkzaamheden en fundering noordzijde (eindigend op 14 april 2022), aanbrengen betonbanden en kolken noordzijde, straatwerkzaamheden trottoirs noodzijde en de asfaltering van fietspaden. Het werk zou volgens die planning op 23 juni 2022 worden opgeleverd.
2.23.
Tijdens de bouwvergadering van 15 maart 2022 is duidelijk geworden dat een deel van de bestelde natuursteen later zou worden geleverd, dat in week 12 van 2022 twee leveringen van de hardstenen zitelementen zouden plaatsvinden en dat dan eerst de blokken D, E, en F zouden worden geplaatst, dit in afwijking van het projectplan, waarin eerst de blokken A, B en C worden geplaatst.
2.24.
Infra Bouw heeft een e-mail aan de leverancier van de hardstenen tegels en zitelementen gestuurd met cc aan de Gemeente. De leverancier heeft op 25 maart 2022 gereageerd:
“(…)
Via deze mail reageer ik graag op de mail van [hoofduitvoerder Infra Bouw, rb]. Hierin wordt aangegeven dat ik toezeggingen heb gedaan wat betreft leveranties van blokken in de vergadering van 15 februari jl. Met deze bewering ben ik het niet eens. Ik heb aangegeven dat, zoals het er toen voorstond, het mogelijk was, echter dat er altijd wijzigingen kunnen optreden. In productie kan er van alles gebeuren met een element, ik heb toen ook aangegeven dat het een natuurproduct blijft. Er is verder geen contract met Infra Bouw, enkel een akkoord op offerte. Daarnaast is er geen leverschema overhandigd, enkel voor de banden, en die zijn conform afspraak geleverd. De blokken worden zo snel mogelijk geproduceerd (…).”
2.25.
Bij e-mail van 4 april 2022 heeft de Gemeente aan Infra Bouw bericht dat het noordelijk terrein wordt vrijgegeven op 1 mei 2022 en dat de opleverdatum hierop dient te worden gebaseerd. Verder staat in die e-mail:
“(…)
Wij hebben elkaar net gesproken voor meerwerk nr 008.
Hierin hebben we vastgesteld dat het werk start op 16 augustus 2021 met 28 werkweken (+ 2 vakantie weken)
Het werk zou dan eind wk 9, 4 maart 2022 gereed zijn.
Door leverings problemen met het natuursteen loopt dit uit.
Het noordelijk terrein word per 1 mei 2022 vrij gegeven, hierdoor word de oplever datum nog vastgesteld.
(…)”
2.26.
In de bouwvergadering van 5 april 2022 heeft Infra Bouw gemeld dat de levering van natuursteen is vertraagd. De nieuwe planning voor oplevering zou 22 juli 2022 zijn, waarbij de uitvoering grondwerkzaamheden en fundering van de noordzijde is verzet naar mei, eindigend op 13 mei 2022. De planning van de hardstenen zitelementen is niet gewijzigd.
2.27.
Op 4 mei 2022 hebben partijen gesproken over de meerwerkspecificatie [factuurnummer 2] van 18 januari 2022. De Gemeente heeft toen aangeboden een bedrag van € 225.000 te betalen voor het meerwerk als gevolg van de gefaseerde uitvoering van het werk en prijsstijgingen. De Gemeente heeft daarbij het standpunt ingenomen dat dit een laatste bod was, omdat volgens haar
“de stagnatie wordt veroorzaakt door leverantie van het natuursteen, de problematiek ligt in handen van Infradam (…)”.
2.28.
De oplevering heeft plaatsgevonden op 14 juli 2022, het proces-verbaal daarvan is ondertekend door de Gemeente op 19 juli en door Infra Bouw op 22 juli 2022.
2.29.
Vervolgens hebben partijen gesproken over een door Infra Bouw gewenste vergoeding voor de langere duur van de uitvoering van het werk. Daarbij is de meerwerkspecificatie ‘Meerwerk 08 – inefficiëntie en stagnatie’ ( [factuurnummer 2] ) is teruggebracht tot € 606.357,50 en heeft de Gemeente aangeboden € 225.754,56 aanvullend te betalen aan Infra Bouw. Deze gesprekken zijn op niets uitgelopen.
2.30.
Infra Bouw heeft over de volgens haar gemaakte vertragingskosten een rapport laten opstellen door Samenwerkende Ingenieurs B.V (verder: SI). De opstellers van het rapport hebben begroot dat de vertragingskosten voor Infra Bouw in totaal € 447.749,25 (exclusief indexeringskosten voor loon en materieel) zijn:
“(…)
Opstellen afwijkingen
2.720,00
Extra inzet uitvoerder
54.577,57
Extra inzet projectleider
15.640,00
Correctie inschrijving uitvoering
-16.396,97
Werkelijke uren
527.165,50
Inzet gecalculeerde uren bij inschrijving
-217.036,00
Uren uitgevoerd extra werk
-42.450,25
Subtotaal werkkosten
324.219,85
Faalkosten 6% over werkkosten
-19.453,19
Extra tijd gebonden kosten bouwplaats
2.442,83
Gederfde AK en winst
100.723,20
Winst over meerwerk
-14.483,42
Indexeringskosten
xxxxxx
Prijsstijging natuursteen
42.200,00
Prijsstijging materiaaldienst
3.004,57
(…)
Kosten gebruijk VISI
5.810,40
Totaal EXCL. Indexering
447.749,25
(…)”
In deze begroting is de post ‘Gederfde AK en winst’ (ook ‘Algemene kosten en winst’ genoemd) een totaalbedrag van twee verschillende gestelde schadeposten:
 de late gunning van de opdracht aan Infra Bouw en de latere begindatum van de uitvoering van het werk (een periode van 24 weken – een bedrag van € 56.217,60;
 de langere duur van de uitvoering van het werk (19 werkweken langer dan gepland, een bedrag van € 44.505,40).
2.31.
De Gemeente heeft uiteindelijk de kosten voor de bankgarantie vergoed en heeft de bankgarantie aan Infra Bouw geretourneerd.
2.32.
Infra Bouw en de Gemeente hebben inmiddels overeenstemming bereikt over een eindafrekening van het werk, met uitzondering van de meerwerkspecificaties [factuurnummer 2] (‘Meerwerk 08 – inefficiëntie en stagnatie’) en [factuurnummer 3] (asfaltering laatste deel fietspad).

3.Het geschil

3.1.
Infra Bouw vordert – na eisvermindering – veroordeling van de Gemeente, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van:
€ 453.566,19 (exclusief btw), althans een in goede justitie te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente daarover vanaf 10 januari 2022, dan wel het moment van aanhangig zijn van deze procedure;
€ 4.114,23, dan wel € 4.042,83, althans een in goede justitie te bepalen bedrag, aan buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente daarover vanaf de datum van het instellen van deze eis (de vermindering), dan wel vanaf een in goede justitie te bepalen datum, tot de dag van voldoening,
de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf twee weken na dagtekening van het vonnis.
3.2.
Infra Bouw stelt daartoe dat de Gemeente een vertraging van de uitvoering van het werk heeft veroorzaakt, waardoor sprake is van inefficiëntie en stagnatie. De daaruit voortvloeiende schade van Infra Bouw dient te worden vergoed door de Gemeente.
De eerste vertraging komt door de latere gunning dan in het bestek is aangekondigd. Daardoor zijn de werkzaamheden 24 weken later gestart dan Infra Bouw had gepland in haar inschrijving. Over die periode heeft Infra Bouw omzet- en winstderving ondervonden (de schadepost ‘Algemene kosten en winst’), door SI begroot op € 56.217,60 (exclusief btw).
Tijdens de uitvoering heeft Infra Bouw schade geleden als gevolg van stagnatie, inefficiëntie en uitloop. Het bouwterrein is gefaseerd en later ter beschikking gesteld door de Gemeente. Verder heeft Infra Bouw extra fasering en versnippering van het werk ondervonden, omdat nevenaannemers te laat klaar waren met hun werkzaamheden.
Door dit alles heeft de uitvoering van het werk 47 weken geduurd, in plaats van de geplande 28 weken. De langere tijd van uitvoering van het werk houdt in hogere vaste kosten dan begroot (zoals voor de bouwplaats en materieel), hogere kosten aan personeel (zoals de uitvoerder, de projectleider en ander personeel dat het werk in onderaanneming heeft uitgevoerd) en prijsstijgingen (het transport van de natuursteen en aankoop van materialen van Stadswerken). Bovendien heeft Infra Bouw ook over deze langere periode van uitvoering dan gepland, omzet- en winstderving ondervonden (een tweede post aan ‘Algemene kosten en winst’). De schade van Infra Bouw is in totaal begroot op € 444.463,68 (exclusief btw). Daarnaast heeft de Gemeente meerwerkspecificatie [factuurnummer 3] (van € 9.102,70 inclusief btw) ten onrechte niet betaald, aldus steeds Infra Bouw.
3.3.
De Gemeente erkent dat het bouwterrein later beschikbaar is gesteld dan gepland, maar stelt dat dit niet heeft geleid tot vertraging in de uitvoering van het werk. De door Infra Bouw bestelde natuurstenen materialen – en dan met name de hardstenen zitelementen – konden niet eerder worden geleverd, zoals blijkt uit de verslagen van de bouwvergaderingen en door Infra Bouw aangepaste planningen. Dat heeft geleid tot vertraging in de uitvoering van het werk, en komt voor rekening van Infra Bouw. Het eerdere aanbod van de Gemeente om aanvullend een bedrag van € 225.754 te betalen ter vergoeding van de meerwerkspecificatie [factuurnummer 2] is achteraf beschouwd uit coulance gedaan.
De schadeposten zijn onjuist begroot door SI, want die zijn gebaseerd op nacalculatie in plaats van daadwerkelijke extra kosten die nog niet zijn betaald als meerwerk. Infra Bouw heeft haar stellingen over daadwerkelijk gemaakte extra kosten niet onderbouwd in deze procedure. De Gemeente heeft de aanneemsom volledig voldaan en daarbovenop in totaal € 243.972,61 aan meerwerk vergoed. Dit is niet meegenomen in de begroting van de gestelde schadeposten door SI. De door Infra Bouw gestelde schade kan daarom niet worden vastgesteld.
De kosten van de werkzaamheden opgesomd in meerwerkspecificatie [factuurnummer 3] zijn deels het gevolg van vertraging die voor rekening en risico van Infra Bouw komen en zullen voor het overige worden voldaan als Infra Bouw een aangepaste factuur stuurt. Overigens is een deel van dit meerwerk al voldaan met betaling van de meerwerkspecificatie [factuurnummer 4] , aldus steeds de Gemeente.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
De schade bestaat volgens Infra Bouw uit drie onderdelen:
  • verlate gunning van het werk;
  • vertraging door extra fasering / versnippering van het werk;
  • prijsstijgingen.
verlate gunning van het werk
4.2.
Partijen hebben hierover de volgende standpunten ingenomen:
4.2.1.
Infra Bouw heeft gesteld dat de Gemeente de aanbesteding later heeft gegund dan in het bestek is opgenomen. In het bestek is opgenomen dat het werk op 29 januari 2021 zou worden gegund en op 15 september 2021 moest worden opleverd. Daarvoor was noodzakelijk dat het werk op 1 maart 2021 kon beginnen. In maart 2021 heeft de Gemeente echter pas een eerste aankondiging gedaan dat de opdracht aan Infra Bouw zou worden gegund. Vervolgens heeft de Gemeente in strijd met het bestek een bankgarantie van Infra Bouw verlangd. Dit alles heeft geleid tot vertraging van de gunning. De opdracht is uiteindelijk gegund op 14 mei 2021. In overleg tussen partijen is de startdatum van de uitvoering van het werk vervolgens op 16 augustus 2021 gepland. Dat is 24 weken (van 1 maart tot 16 augustus) later dan uit het bestek volgt. Over die periode heeft Infra Bouw een schadepost bestaande uit ‘Algemene kosten en winst’, die de Gemeente moet vergoeden, aldus steeds Infra Bouw.
4.2.2.
De Gemeente heeft aangevoerd dat de latere gunning niet heeft geleid tot schade die zij gehouden is te vergoeden. In afwijking van het bestek heeft de Gemeente op 11 maart 2021 inderdaad een bankgarantie gevraagd van Infra Bouw. Op dat moment was de inschrijving van Infra Bouw nog geldig, Infra Bouw heeft daarvoor een gestanddoening afgegeven tot 15 april 2021 en heeft geen bezwaar gemaakt tegen de gevraagde bankgarantie. Uiteindelijk is die bankgarantie op 30 april 2021 afgegeven en op 10 mei 2025 formeel ondertekend door Infra Bouw. Het werk is op 14 mei 2021 gegund aan Infra Bouw, maar kort daarvoor, op 11 mei 2021, was het getoonde monster van de natuursteen afgekeurd door de Gemeente. Pas op 25 mei 2021 is Infra Dam met een monster gekomen dat kon worden goedgekeurd. Toen zijn partijen direct overeengekomen dat Infra Bouw op 16 augustus 2021 zou beginnen met de uitvoering van het werk. Als de inschrijving van Infra Bouw op dat moment niet meer toereikend was voor haar, dan had zij de opdracht toen moeten weigeren. Door onvoorwaardelijk in te stemmen met een begin op 16 augustus 2021 heeft Infra Bouw het recht op vergoeding van de door haar gestelde schadeposten over een periode van 24 weken verwerkt, aldus steeds de Gemeente.
4.3.
Uitgangspunt is dat het opschuiven van de datum van de start van het werk aanleiding kan zijn tot een aanvullende vergoeding voor de aannemer, indien de vertraging is gelegen in de risicosfeer van de opdrachtgever [1] . Dit kan hier echter niet worden vastgesteld.
4.4.
Daarbij is allereerst van belang dat de inschrijving van Infra Bouw in ieder geval tot 15 maart 2021 zou gelden en dat de geldigheid op 27 februari 2021 door haar is verlengd tot 15 april 2021. De vertraging bij de gunning, van 29 januari 2021 tot een latere datum, is voor Infra Dam op 27 februari 2021 klaarblijkelijk geen aanleiding geweest om haar inschrijving aan te passen of zelfs in te trekken, ofschoon op dat moment al duidelijk was dat het werk niet op 1 maart 2021 zou kunnen beginnen. De Gemeente heeft dan ook redelijkerwijs mogen verwachten dat Infra Bouw toen ook heeft ingestemd met een latere start van het werk, zonder aanspraak te maken op een aanvullende vergoeding op de ingeschreven aanneemsom.
4.5.
De Gemeente is inderdaad afgeweken van het bestek door alsnog een bankgarantie van Infra Bouw te verlangen. In beginsel komt deze afwijking van het bestek voor rekening en risico van de Gemeente. Dat heeft zij ook erkend en zij heeft de kosten die Infra Bouw heeft moeten maken voor de bankgarantie vergoed.
4.6.
De bankgarantie is gevraagd op 11 maart 2021. Op dat moment was tussen partijen overeengekomen dat de inschrijving van Infra Bouw nog geldig was tot 15 april 2021. Het is Infra Bouw echter niet gelukt om de gevraagde bankgarantie voor die datum te stellen. De bankgarantie is op 30 april 2021 gesteld en op 10 mei 2021 door Infra Bouw voorzien van de benodigde digitale handtekening. Infra Bouw heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat dit late stellen van de bankgarantie aan de Gemeente te wijten is. Vertraging als gevolg van het late stellen van de bankgarantie komt dan ook voor rekening en risico van Infra Bouw.
4.7.
Bovendien waren het verzoek van de Gemeente om de gestanddoening van de inschrijving te verlengen tot 15 april 2021 en haar verzoek om een bankgarantie te stellen, momenten waarop Infra Bouw haar inschrijving had kunnen intrekken, dan wel waarop zij de Gemeente had kunnen (en moeten) melden dat aanvullende kosten voor de post ‘Algemene kosten en winst’ zouden worden gefactureerd. De Gemeente heeft onweersproken betoogd dat Infra Bouw geen bezwaar heeft gemaakt tegen deze twee verzoeken en haar toen, of kort daarna, ook niet heeft gemeld dat daardoor de prijs als begroot in de inschrijving zou moeten worden verhoogd.
4.8.
Vervolgens is op 11 mei 2021 gebleken dat Infra Bouw natuursteen van een onjuiste kleur had uitgezocht. Daardoor kon op 14 mei 2021, toen de opdracht werd verstrekt, geen afspraak worden gemaakt over het begin van het werk. Uiteindelijk heeft Infra Bouw op 25 mei 2021 een monster met een juiste kleur getoond en toen is ook direct de afspraak over het begin van het werk gemaakt. De door de aanvankelijk onjuiste kleur van de natuursteen ontstane vertraging komt ook voor rekening en risico van Infra Bouw.
4.9.
Partijen zijn het erover eens dat na de definitieve gunning het werk en de uitvoering moesten worden voorbereid. Volgens planning zou dit vier (4) weken duren; zo zou het werk bij gunning op 29 januari starten op 1 maart. Deze voorbereidingstijd is uiteraard ook noodzakelijk na een latere gunning. Verder hebben partijen op 25 mei 2021 afgesproken dat de uitvoering van het werk na de bouwvakvakantie (drie weken) van 2021 zou beginnen. Ook in de oorspronkelijke planning was rekening gehouden met de bouwvak; daarin is immers 15 september 2021 genoemd als opleverdatum.
4.10.
Het ligt voor de hand dat de post ‘Algemene kosten en winst’ voor deze in totaal zeven (7) weken ook onderdeel is geweest van de begroting waarmee Infra Bouw heeft ingeschreven. Niet valt in te zien waarom Infra Bouw over deze weken recht zou hebben op een dubbele vergoeding daarvan, alleen omdat de uitvoering van het werk later is gestart dan waarvan zij is uitgegaan bij de inschrijving.
4.11.
Tenslotte geldt dat Infra Bouw op 14 mei 2021 zonder enig voorbehoud akkoord is gegaan met aanvang van de werkzaamheden op 16 augustus 2021. Als zij op dat moment van mening was dat zij recht had op vertragingsschade, dan had zij dat toen moeten melden. Nu zij dat niet heeft gedaan, mocht de Gemeente erop vertrouwen dat Infra Bouw het werk zou uitvoeren voor de in haar offerte vermelde prijs.
4.12.
De tussenconclusie is dat Infra Bouw geen recht heeft op vergoeding van ‘Algemene kosten en winst’ over de periode van 24 weken dat het werk later is gestart dan in het bestek was vermeld.
vertraging van het werk
4.13.
Vast staat dat het werk langer heeft geduurd dan gepland bij de inschrijving. In plaats van 28 werkweken zijn 47 werkweken nodig geweest voor de oplevering. Partijen verschillen van mening over de oorzaak van deze vertraging.
4.13.1.
Volgens Infra Bouw is de langere uitvoeringsperiode veroorzaakt door het te laat en gefaseerd beschikbaar stellen van het bouwterrein. Voor de geplande uitvoering van het werk was het noodzakelijk dat het gehele bouwterrein beschikbaar was. Volgens het bestek zou dit in week 34 van 2021 (eind augustus) zijn, en volgens een bestekswijziging in juni 2021 zou de westzijde op 1 november 2021 (week 44 van dat jaar) beschikbaar zijn voor de geplande werkzaamheden van Infra Bouw. De westzijde is pas op 6 december 2021 (in dat jaar week 49) beschikbaar gekomen, en de noordzijde pas op 4 mei 2022. Omdat het bouwterrein niet beschikbaar was, heeft Infra Bouw de leverancier van de hardstenen zitelementen gevraagd de levering van die blokken (die ieder meer dan 21 ton wegen) uit te stellen totdat het bouwterrein kon worden voorbereid voor plaatsing, aldus steeds Infra Bouw.
4.13.2.
De Gemeente heeft erkend dat het bouwterrein later beschikbaar is gesteld dan gepland, maar voert aan dat het tijdig beschikbaar stellen van het bouwterrein niet zou hebben geleid tot een kortere uitvoeringsperiode. Vanaf het begin van de werkzaamheden heeft Infra Bouw namelijk herhaaldelijk kenbaar gemaakt dat er problemen waren met de levering van de natuurstenen materialen. Dit is blijven voortduren tot eind april 2022.
De westzijde is later beschikbaar gesteld aan Infra Bouw met een vertraging van een (1) week. De gehele tijd is de zuidzijde wel beschikbaar geweest. De noordzijde is ook later dan gepland ter beschikking gesteld aan Infra Bouw. Ook dat heeft niet geleid tot vertraging van het werk, omdat Infra Bouw eind april 2022 nog bezig was met de westzijde en niet eerder kon beginnen aan de noordzijde, aldus steeds de Gemeente.
4.14.
Zoals gezegd heeft de Gemeente erkend dat het bouwterrein aan de westzijde en aan de noordzijde later aan Infra Bouw ter beschikking is gesteld dan voorzien in de planning van 24 juni 2021. De Gemeente stelt om die reden ook te hebben afgezien van een tegenvordering tot betaling van een boete voor het te laat opleveren van het werk. Zij stelt echter ook dat Infra Bouw sowieso niet eerder had kunnen opleveren, voornamelijk vanwege de te late levering(en) van de natuursteen.
4.15.
De Gemeente zal de juistheid van dit (bevrijdend) verweer moeten aantonen. Ter ondersteuning daarvan heeft zij gewezen op de volgende stukken in het procesdossier:
 de verschillende verslagen van bouwvergaderingen waarin is gesproken over vertraging in de levering van de natuursteen:
o verslag van 24 juni 2021 waarin Infra Bouw melding maakt van complicaties met betrekking tot de natuursteen en achtergestelde levering van natuursteen;
o verslag van 15 februari 2022 waarin Infra Bouw meldt dat de zitelementen 03 en 01 in week 10 (week van 7 maart 2022) kunnen worden geleverd en de Gemeente het volgende heeft opgemerkt
“De vertraging van natuursteen levert claims op vanuit de omgeving/directie. De uitloop is te groot qua data en is niet te verenigen met wat er is afgesproken (…). (…) Het werk zal opgeleverd kunnen worden half mei 2022 (…). Dat is het uitgangspunt.”;
o verslag van 15 maart 2022 waarin is meegedeeld dat de leverancier van de natuursteen een e-mail heeft gestuurd waarin zij schrijft
“(…) vertraging is gekomen in de levering. Op 16/03 zullen de stenen van afgelopen week arriveren.”;
o verslag van 5 april 2022 waarin is vermeld dat
“de natuursteenlevering is vertraagd”;
o verslag van 4 mei 2022 waarin Infra Bouw te kennen heeft gegeven dat zij
“in afwachting is van een reactie van de leverancier m.b.t leverantie en kosten”;
 de verschillende planningen van Infra Bouw voor het plaatsen van de hard stenen zitelementen, waarin zowel de duur van het plaatsen als de start- en einddatum voor die werkzaamheden steeds is aangepast:
Datum planning
Begin
Eind
Duur
24 juni 2021
3 januari 2022
28 januari 2022
20 werkdagen
21 december 2021
21 januari 2022
4 maart 2022
30 werkdagen
27 januari 2022
31 januari 2022
29 maart 2022
42 werkdagen
14 februari 2022
31 januari 2022
21 april 2022
59 werkdagen
11 maart 2022
9 februari 2022
6 mei 2022
63 werkdagen
 de uitnodiging van de leverancier van de natuursteen voor de bouwvergadering van 15 februari 2022;
 de e-mail van 25 maart 2022 van de leverancier van de natuursteen:
“(…) Via deze mail reageer ik graag op de mail van [hoofduitvoerder Infra Bouw, rb]. Hierin wordt aangegeven dat ik toezeggingen heb gedaan wat betreft leveranties van blokken in de vergadering van 15 februari jl. Met deze bewering ben ik het niet eens. Ik heb aangegeven dat, zoals het er toen voorstond, het mogelijk was, echter dat er altijd wijzigingen kunnen optreden. In productie kan er van alles gebeuren met een element, ik heb toen ook aangegeven dat het een natuurproduct blijft. Er is verder geen contract met Infra Bouw, enkel een akkoord op offerte. Daarnaast is er geen leverschema overhandigd, enkel voor de banden, en die zijn conform afspraak geleverd. De blokken worden zo snel mogelijk geproduceerd (…).”
4.16.
Infra Bouw heeft dit met bewijsstukken gestaafde verweer van de Gemeente onvoldoende gemotiveerd betwist.
4.16.1.
Het had op haar weg gelegen om bijvoorbeeld gemotiveerd uiteen te zetten dat en waarom de aanpassingen in 2022 van haar planning voor het plaatsen van de hardstenen zitelementen (zowel in startdatum als in periode waarin dit werk zal worden uitgevoerd: van 20 tot 63 werkdagen) los staan van de leveringen van de natuurstenen en geheel en al te wijten zijn aan het later beschikbaar stellen van het bouwterrein. De laatste vier planningen zijn immers gemaakt op dagen dat de westzijde aan Infra Dam ter beschikking was gesteld.
4.16.2.
Als de aanpassingen in de levering en plaatsing van de natuurstenen inderdaad louter door de Gemeente zijn veroorzaakt, dan zouden er berichten moeten zijn van Infra Bouw aan haar leverancier, waarin zij verzoekt de levering van de natuurstenen telkens op te schorten, maar die ontbreken, evenals een verklaring van die leverancier hierover. Uit de enige verklaring van de leverancier die wèl is overgelegd blijkt alleen dat Infra Bouw haar geen leverschema had overhandigd en dat de leverancier betwist dat zij toezeggingen heeft gedaan over (het tijdstip van) leveranties. Op die verklaring is Infra Bouw niet ingegaan, evenmin als op de opmerkingen over vertraging van de natuurstenen in de bouwverslagen van 5 april en 4 mei 2022.
4.16.3.
De noordzijde is ook later beschikbaar gesteld (namelijk op 1 mei 2022). Uit de op 6 april 2022 aangepaste planning blijkt dat daarom de grondwerkzaamheden en de fundering van de noordzijde vier weken later zouden beginnen. Infra Bouw heeft in het midden gelaten waarom dit zou leiden tot een nieuwe oplevering van het gehele werk op 22 juli 2022 in plaats van de tot dan geplande half mei 2022, een vertraging van ongeveer tien (10) weken.
4.17.
Al met al heeft de Gemeente, bij gebrek aan voldoende gemotiveerde betwisting, afdoende aangetoond dat de vertraging waarvoor Infra Bouw schadevergoeding vordert, ook was ontstaan als het bouwterrein overeenkomstig de oorspronkelijke bedoeling was opgeleverd, namelijk vanwege vertraging bij de leveringen van de natuurstenen, een oorzaak die voor rekening en risico van Infra Bouw moet komen.
ten overvloede
4.18.
Overigens is het rapport van SI, waarop Infra Bouw haar vordering tot betaling van € 453.566,19 (exclusief btw) grotendeels heeft gebaseerd, ongeschikt voor vaststelling van de extra kosten die Infra Bouw heeft gemaakt in verband met de langere uitvoeringstijd van het werk als gevolg van het te laat beschikbaar stellen van de bouwterreinen aan de westzijde en de noordzijde.
4.19.
De in dat rapport opgenomen schadeposten ‘algemene kosten en winst’, ‘vaste bouwplaats kosten (…)’ en ‘tijd gebonden bouwplaats kosten personeel’ blijken geheel te zijn gebaseerd op een nacalculatie dat de uitvoering van het werk 19 werkweken langer heeft geduurd dan vooraf gepland (bij de inschrijving), zonder dat daarbij rekening is gehouden met het door Infra Bouw uitgevoerde en door de Gemeente betaalde meerwerk (€ 243.972,61), dat ook oorzaak was van een langere bouwtijd. SI heeft van alle betaalde meerwerkdeclaraties slechts een bedrag van € 42.450,25 meegeteld in haar begroting van ‘vertragingskosten door oprekken uitvoeringstermijn’.
4.20.
Verder vermeldt het rapport van SI dat de post ‘Vertragingskosten door oprekken uitvoeringstermijn’ is begroot aan de hand van door Infra Bouw onderbouwde inzet van mensen en materieel per week waarin werkzaamheden zijn uitgevoerd. In het rapport zijn echter slechts totaalbedragen voor ingezette uren van mensen en materieel opgenomen. Dit kan op geen enkele wijze worden gecontroleerd door de Gemeente. Het had op de weg van Infra Bouw gelegen om de in het rapport gebruikte gegevens (totaal aantal uren van ingezette mensen en materieel tegen welk uurtarief, kosten van werkvoorbereiding en de uitvoeringskosten) inzichtelijk te maken voor de Gemeente. Dit heeft Infra Bouw nagelaten. De Gemeente heeft meermaals om een nadere toelichting en onderbouwing gevraagd: nadat Infra Bouw de meerwerkspecificatie [factuurnummer 1] had ingediend (op 16 augustus 2021), nadat Infra Bouw die meerwerkspecificatie had uitgebreid (op 18 januari 2022) en bij de onderhandelingen over de eindafrekening, voorafgaand aan deze procedure.
4.21.
Nu Infra Bouw haar gestelde schadepost ‘Vertragingskosten door oprekken uitvoeringstermijn’ voor extra kosten aan personeel en materieel ook nu niet heeft onderbouwd met stukken en gegevens die de Gemeente (en de rechter) kan (kunnen) verifiëren, is de kostenbegroting in het rapport van SI voor die post (€ 304.766,66) onbruikbaar in deze procedure.
4.22.
Dit geldt ook voor de gestelde versnippering van de uitvoering van het geplande werk. Infra Bouw heeft ter zitting daarover betoogd dat vooral de stratenmaker veel duurder is geweest, omdat die het werk versnipperd moest uitvoeren. Het had op de weg van Infra Bouw gelegen om duidelijk te maken tot hoeveel extra uren dat heeft geleid en wat dat heeft gekost. Dit heeft zij nagelaten.
4.23.
Tenslotte heeft de Gemeente terecht betoogd dat in het bestek is opgenomen dat andere aannemers gelijktijdig werkzaamheden zouden uitvoeren. Daaruit heeft Infra Bouw kunnen en moeten afleiden dat de uitvoering van haar werkzaamheden afhankelijk zou zijn van de voortgang van andere aannemers. Infra Bouw heeft geen feiten en omstandigheden gesteld waaruit kan worden afgeleid dat het voor haar onmogelijk is geweest die factoren in haar aangepaste planning van 24 juni 2021 te verwerken en eventueel op dat moment de extra kosten daarvan te begroten, waartoe zij in de bouwvergadering van 8 juni 2021 was uitgenodigd door de Gemeente. Bovendien blijkt uit de stellingen van Infra Bouw niet dat meer van haar is verlangd dan redelijkerwijs van haar kon worden gevergd door die aanpassingen of doordat tijdens de uitvoering van het werk de werkzaamheden van andere aannemers in de weg hebben gestaan aan een tijdige uitvoering van het werk door Infra Bouw. Voor zover dit al zou hebben geleid tot hogere kosten dan begroot had het op de weg van Infra Bouw gelegen om die hogere kosten met voldoende toelichting als meerwerkspecificatie in te dienen. Dit heeft zij nagelaten, zowel tijdens de uitvoering van het werk als in deze procedure. Haar stelling dat de versnippering van het werk heeft geleid tot hogere kosten die door de Gemeente moeten worden vergoed heeft daarmee onvoldoende handen en voeten gekregen.
prijsstijgingen
4.24.
Infra Bouw heeft gesteld dat de koopprijs voor de natuursteen en andere materialen hoger is uitgevallen dan in de inschrijving is begroot. De andere materialen zijn duurder geworden (afgenomen van Stadswerken), en het transport van de natuursteen is duurder geworden door gestegen brandstofprijzen, aldus Infra Bouw.
4.25.
In het rapport van SI (gedateerd 24 september 2024) is hierover vermeld:
“De prijsstijging van natuursteen bedraagt: € 42.000,00 conform opgaaf maar is verder niet onderbouwd.”
4.26.
Ook in deze procedure heeft Infra Bouw geen onderbouwing van haar stelling over de prijsstijging in het geding gebracht, ook niet van de gestelde stijging van prijzen voor materialen die zijn afgenomen bij de materiaaldienst van Stadswerken.
4.27.
Dat sprake is van prijsstijgingen voor het transport van natuursteen of de materialen van Stadwerken kan dan ook niet worden vastgesteld. De door Infra Bouw gevorderde vergoeding voor de prijsstijging van materialen (in totaal een bedrag van
€ 45.204,01) wordt daarom als onvoldoende onderbouwd afgewezen.
meerwerkfactuur asfalteren fietspad
4.28.
Naast vergoeding van vertragingskosten en prijsstijgingen heeft Infra Bouw ook betaling van een meerwerkspecificatie ( [factuurnummer 3] ) gevorderd.
4.28.1.
Zij heeft daartoe gesteld dat zij op 13 april 2022 een meerwerkspecificatie heeft ingediend voor:
“Extra kosten ivm extra fase asfalteren laatste gedeelte fietspad. In verband met beschikbaarheid van het werkterrein kan het asfalt in het fietspad niet in 1 fase worden aangebracht. Mede door het vervallen van de asfaltwerkzaamheden op de [straatnaam 2] brengt dit extra kosten met zich mee.”
De Gemeente heeft die factuur van € 9.102,51 (inclusief 8% btw) ten onrechte onbetaald gelaten, aldus Infra Bouw.
4.28.2.
De Gemeente heeft aangevoerd dat zij een deel van deze kosten wil betalen, namelijk voor zover het gaat om de extra handelingen voor het frezen en extra aan- en afvoer van de asfaltset. Infra Bouw heeft echter nagelaten om een daarop aangepaste meerwerkofferte te sturen, reden waarom dit bedrag nog niet is betaald. Over de rest, de meerprijs voor prijsstijging van asfalt en brandstoftoeslag, is geen overeenstemming bereikt, omdat die een gevolg is van de langere, aan Infra Bouw te wijten, uitvoeringsduur. Overigens heeft de Gemeente een bedrag van € 13.694,88 (exclusief btw) betaald (meerwerkspecificatie [factuurnummer 4] , ingediend op 28 februari 2022) ter zake de extra kosten voor asfaltwerkzaamheden. Eventuele vertragingsschade had in die meerwerkspecificatie inbegrepen moeten zijn.
4.29.
Infra Bouw is niet meer ingegaan op het verweer dat de langere uitvoeringsduur die heeft geleid tot prijsstijging van het asfalt en de brandstoftoeslag voor haar rekening en risico komt. De kosten die daarmee gepaard gaan zijn dan ook niet toewijsbaar.
Naar mag worden aangenomen zullen de overige kosten na toezending van een aangepaste meerwerkofferte worden betaald. In deze procedure kan niet worden vastgesteld om hoeveel dat gaat.
4.30.
De slotsom is dat de vorderingen van Infra Bouw moeten worden afgewezen.
proceskosten
4.31.
Als de in het ongelijk gestelde partij wordt Infra Bouw verwezen in de proceskosten. Die worden aan de zijde van de Gemeente als volgt begroot:
- griffierecht
6.861,00
- salaris advocaat
7.004,00
- nakosten
178,00
(plus verhoging als vermeld in de beslissing)
Totaal
14.043,00

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt Infra Bouw tot betaling van € 14.043,00 aan proceskosten van de Gemeente, te vermeerderen met € 92,00 aan salaris advocaat en de explootkosten indien Infra Bouw niet binnen 14 dagen na aanschrijving van dit vonnis aan deze kostenveroordeling voldoet en dit vonnis wordt betekend,
5.3.
veroordeelt Infra Bouw tot betaling van de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over de proceskosten vanaf 14 dagen na aanschrijving van dit vonnis tot de dag van voldoening,
5.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, rechter in deze rechtbank, bijgestaan door mr. R.E.R. Verloo, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2025.

Voetnoten

1.Zoals bijvoorbeeld ook blijkt uit de Raad voor Arbitrage, 26 juni 2009, nr. 29.167