Op 2 september 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam, in de Internationale Rechtshulpkamer, een beslissing genomen op een verzoek van het Amtsgericht Dresden. Dit verzoek, ingediend op 10 maart 2025, betreft de uitbreiding van de vervolging voor feiten die vóór de overlevering zijn begaan. De overgeleverde persoon, geboren in Nigeria in 2001, is momenteel gedetineerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Duitse autoriteiten de betrokkene en zijn advocaat hebben aangeschreven om vóór 23 mei 2025 eventuele opmerkingen en bezwaren te uiten, maar hierop is niet gereageerd. De rechtbank concludeert dat de voorhanden zijnde stukken toereikend zijn om een beslissing te nemen, met volledige eerbiediging van de rechten van de verdediging. Gezien de omstandigheden verleent de rechtbank toestemming voor de uitbreiding van de vervolging, zoals verzocht, op basis van artikel 14 van de Overleveringswet. Deze beslissing is genomen door de rechters J.G. Vegter, M.C.M. Hamer en M. Scheeper, in aanwezigheid van griffiers A. Korpershoek en A.T.P. van Munster.