ECLI:NL:RBAMS:2025:7576

• Datum uitspraak: 2 september 2025
• Publicatiedatum: 14 oktober 2025
• Zaaknummer: 13-200712-25
• Instantie: Rechtbank Amsterdam
• Type: Uitspraak
• Rechtsgebied: Strafrecht; Europees strafrecht
• Procedures: Eerste en enige aanleg
• Rechters: J.G. Vegter; M.C.M. Hamer; M. Scheeper
• Vindplaatsen: Rechtspraak.nl

AI samenvatting door Lexboost • Automatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel; niet-ontvankelijkheid officier van justitie na intrekking EAB

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 2 september 2025 uitspraak gedaan in een vordering van de officier van justitie tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door het Landgericht Krefeld in Duitsland. Het EAB was gericht op de aanhouding en overlevering van een persoon, geboren in Roemenië, die op dat moment in Nederland verbleef. Tijdens de zitting was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T.E. Korff, en een tolk in de Poolse taal.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering, omdat het EAB op 22 augustus 2025 door de Duitse autoriteiten was ingetrokken. Dit leidde tot de conclusie dat de rechtsgang niet verder kon worden voortgezet. De rechtbank heeft in haar beslissing verwezen naar artikel 23, eerste lid, van de Overleveringswet, dat de basis vormt voor de ontvankelijkheid van de officier van justitie in dergelijke zaken.

De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, onder leiding van voorzitter mr. J.G. Vegter, en de rechters mrs. M.C.M. Hamer en M. Scheeper. De beslissing is openbaar uitgesproken en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak, zoals bepaald in artikel 29, tweede lid, van de Overleveringswet.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13.200712-25

Datum uitspraak: 2 september 2025

UITSPRAAK

op de vordering van 8 juli 2025 van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). ^[1]

Dit EAB is uitgevaardigd op 30 juni 2025 door het
Landgericht Krefeld in Duitsland (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:

[de opgeëiste persoon] ,

geboren in [geboorteplaats] (Roemenië) op [geboortedag] 1993,

verblijvend op het adres [adres] ,

hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1. Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 2 september 2025, in aanwezigheid van mr. A.L. Wagenaar, officier van justitie. De opgeëiste persoon is verschenen en is bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. T.E. Korff, advocaat te Amsterdam, en door een tolk in de Poolse taal.

2. Identiteit van de opgeëiste persoon

Ter zitting heeft de opgeëiste persoon verklaard dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat [hij/zij]hij de Roemeense nationaliteit heeft.

3. Ontvankelijkheid officier van justitie

Bij brief van 22 augustus 2025 heeft
Der leitende Oberstaatsanwalt in Krefeld meegedeeld dat het uitgevaardigde EAB is ingetrokken. Op grond van deze mededeling is de rechtbank, met de raadsvrouw en de officier van justitie, van oordeel dat de officier van justitie niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering ex artikel 23, eerste lid, OLW.

4. Beslissing

VERKLAART de officier van justitie
niet-ontvankelijk in de vordering tot het in behandeling nemen van het EAB.

Deze uitspraak is gedaan door

mr. J.G. Vegter, voorzitter,

mrs. M.C.M. Hamer en M. Scheeper, rechters,

in tegenwoordigheid van A. Korpershoek en mr. A.T.P. van Munster, griffiers, en in het openbaar uitgesproken op de zitting van 2 september 2025.

Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1. Zie artikel 23 Overleveringswet.