ECLI:NL:RBAMS:2025:7588

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
10 oktober 2025
Publicatiedatum
14 oktober 2025
Zaaknummer
11586157 \ CV EXPL 25-4194
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Oneerlijk prijsbeding in zorgovereenkomst leidt tot niet-voortbestaan van de overeenkomst

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 10 oktober 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen KSYOS EXPERTISE CENTRUM B.V. en een gedaagde partij. Ksyos, een zorgverlener, had een prijsbeding in haar overeenkomst opgenomen dat niet transparant was. De gedaagde had de rekening van Ksyos om ethische redenen onbetaald gelaten en voerde aan dat het prijsbeding oneerlijk was. De kantonrechter oordeelde dat het prijsbeding niet voldeed aan de eisen van transparantie en eerlijkheid zoals gesteld in de Europese richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten. Het beding was niet duidelijk over de kosten en de voorwaarden voor kwijtschelding, wat leidde tot een verstoring van het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen. Hierdoor kon de overeenkomst niet voortbestaan, en de vordering van Ksyos werd afgewezen. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde geen nadelige gevolgen ondervond van het niet-voortbestaan van de overeenkomst, aangezien de behandeling al was verricht. Ksyos werd veroordeeld in de proceskosten, die op nihil werden begroot.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Civiel recht
Kantonrechter
Zaaknummer: 11586157 \ CV EXPL 25-4194
Vonnis van 10 oktober 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
KSYOS EXPERTISE CENTRUM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eisende partij,
hierna te noemen: Ksyos,
gemachtigde: Janssen & Janssen c.s.,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 18 juli 2025,
- de akte van Ksyos, met producties,
- de antwoordakte van [gedaagde] .
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling

2.1.
Bij voornoemd tussenvonnis is Ksyos in de gelegenheid gesteld, kort gezegd, zich uit te laten over de toepasselijkheid van algemene voorwaarden en zo ja, de bedingen te noemen die aan de vordering ten grondslag zijn of kunnen worden gelegd en een standpunt in te nemen over de (on)eerlijkheid van die bedingen. Daarnaast is Ksyos in de gelegenheid gesteld zich uit te laten over de transparantie en (on)eerlijkheid van het prijsbeding.
2.2.
Ksyos heeft in haar akte laten weten dat in de dagvaarding abusievelijk staat vermeld dat er geen algemene voorwaarden worden gehanteerd. Op de overeenkomst zijn wel algemene voorwaarden van toepassing, die Ksyos in het geding heeft gebracht.
2.3.
Over het prijsbeding voert Ksyos aan dat zij op haar website NZa-tarieven heeft staan. De tarievenlijst staat online en kan door iedereen worden ingezien. Voorafgaand aan het onderzoek wordt duidelijk gecommuniceerd dat de kosten (gedeeltelijk) door de zorgverzekeraar worden vergoed. Dat houdt in dat de patiënt dus enkel het openstaande gedeelte van zijn eigen risico betaalt. Dat wordt uitgelegd op de website van Ksyos en staat ook in de folder die wordt meegezonden met de apparatuur voordat het onderzoek plaatsvindt. Daarmee heeft Ksyos voldaan aan haar verplichting om transparant en eerlijk te zijn over de financiële gevolgen die de behandeling met zich meebrengt. De coulance waarover wordt gesproken in de akte van 14 april 2025 betreft de toezegging van Ksyos om, zelfs nadat de zes maanden termijn is verstreken, het gedeelte dat door de zorgverzekeraar niet wordt vergoed en buiten het eigen risico valt, wordt kwijtgescholden, aldus – steeds – Ksyos.
2.4.
[gedaagde] heeft laten weten dat hij de akte van Ksyos heeft ontvangen. Hij voert aan dat de rekening van Ksyos met een reden onbetaald is gebleven. Daarvoor verwijst hij naar zijn eerdere verweer. [gedaagde] vindt het ethisch onverantwoord en mogelijk neigen naar zorgverzekeringsfraude als Ksyos verzoekt deze rekening bij de zorgverzekeraar in te dienen.
2.5.
Het beding over de prijs ziet op de kern van de prestaties, zodat het moet worden getoetst op transparantie. Als het beding niet transparant is, moet het worden getoetst op oneerlijkheid in de zin van Richtlijn 93/13 EG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
2.6.
Uit de toelichting van Ksyos volgt dat voorafgaand aan de medische behandeling geen informatie wordt gegeven over de daadwerkelijke prijs van de behandeling. Weliswaar heeft Ksyos passantentarieven gepubliceerd op haar website, maar gesteld noch gebleken is dat Ksyos vóór de behandeling verwijst naar de door haar op haar website gepubliceerde passantentarieven. In de folder waaraan Ksyos refereert wordt niet naar de tarieven op de website verwezen. Verder is niet duidelijk of Ksyos de patiënt informeert over de NZa-code van de behandeling, waardoor het voor de patiënt ondoenlijk is om het toepasselijke tarief in die lijst te vinden. Daarbij geldt dat vaak pas gedurende of na de behandeling precies wordt vastgesteld welke NZa-codes in rekening moeten worden gebracht. De kantonrechter is er ambtshalve mee bekend dat de prijs die betaald wordt voor gecontracteerde zorg lager is dan het passantentarief en dat de prijs voor niet-gecontracteerde zorg afhankelijk is van het bedrag dat de zorgverzekeraar achteraf vergoedt. In dat laatste geval staat de prijs die Ksyos uiteindelijk in rekening brengt voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst dus nog niet vast. Gevolg hiervan is dat het prijsbeding niet transparant is en daarom getoetst moet worden op oneerlijkheid.
2.7.
Ingevolge artikel 3 lid 1 van de richtlijn wordt een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld als oneerlijk beschouwd als het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Dat een beding niet transparant is leidt nog niet direct tot het oordeel dat het beding ook oneerlijk is, maar het is wel een (belangrijk) element binnen die toets.
2.8.
Ksyos heeft gesteld dat zij bij niet-gecontracteerde zorg de prijs voor de behandeling achteraf aanpast aan de vergoeding die de verzekeraar voor de behandeling aan de patiënt betaalt. Voorwaarde daarvoor is wel dat de patiënt zijn factuur indient bij de verzekeraar en de specificatie daarvan aan Ksyos stuurt. In dat geval dient de patiënt alleen de van de verzekeraar ontvangen vergoeding aan Ksyos te voldoen, eventueel nog vermeerderd met het verrekende eigen risico. Voldoende gebleken is dat Ksyos informatie over deze wijze van factureren voorafgaande aan de behandeling op haar website en in de folder die voorafgaand aan de behandeling met de apparatuur wordt meegezonden.
2.9.
Als de patiënt, na een van te voren duidelijk gecommuniceerde instructie ten aanzien van de factuur, uiteindelijk alleen de vergoeding van de verzekeraar en het eventuele eigen risico hoeft te betalen aan de zorgverlener, is het (niet-transparante) prijsbeding in beginsel niet oneerlijk (zie ook ECLI:NL:RBAMS:2024:7938). Het evenwicht tussen partijen is namelijk ondanks de onduidelijkheid van de prijs niet in strijd met de goede trouw aanzienlijk verstoord. Zowel bij contractuele als bij niet-contractuele zorg is de patiënt als hij de declaratie indient bij zijn zorgverzekeraar (uiteindelijk) de prijs verschuldigd die door de verzekeraar aan de patiënt wordt vergoed, zodat een patiënt zelf ten hoogste het eigen risico moet betalen. Dat bij niet-gecontracteerde zorg het bedrag aan eigen risico, zoals in het onderhavige geval, betaald moet worden aan Ksyos in plaats van aan de verzekeraar, maakt het voorgaande niet anders.
2.10.
In de algemene voorwaarden van Ksyos staat echter een beding waaruit volgt dat het bovenstaande niet in alle gevallen geldt. Het beding staat in artikel 9 lid 4 van de algemene voorwaarden en luidt als volgt:
“Bij bepaalde behandelingen kan de patiënt in aanmerking komen voor de kwijtschelding van onvergoede kosten, op voorwaarde dat de patiënt het vergoedingsoverzicht bij Ksyos indient binnen 6 maanden na de factuurdatum.”
2.11.
Uit het hiervoor aangehaalde beding in de algemene voorwaarden volgt dat de kwijtschelding slechts bij bepaalde behandelingen geldt en vervalt als niet binnen zes maanden na factuurdatum bij de zorgverzekeraar is gedeclareerd en het vergoedingsoverzicht bij Ksyos is ingediend. Uit de algemene voorwaarden volgt bovendien (artikel 9 lid 6) dat de factuur binnen de betalingstermijn moet worden betaald, die blijkens de factuur één maand bedraagt. Hoe zich dat met de termijn van zes maanden verhoudt is niet duidelijk. Nu de kwijtscheldingsregeling onder bepaalde omstandigheden – in ieder geval zes maanden na de factuurdatum – vervalt en de patiënt dan aansprakelijk is voor het totale factuurbedrag, wordt het prijsbeding, mede vanwege de intransparantie, als oneerlijk aangemerkt. Als niet tijdig wordt gedeclareerd en doorbetaald, heeft dat tot gevolg dat Ksyos alsnog het niet-transparante passantentarief moet betalen, dat van te voren niet met hem is besproken en dat bovendien vele malen hoger is dan het vergoede deel. Bovendien maakt het beding het voor Ksyos mogelijk om met een beroep daarop eenvoudig onder de kwijtschelding uit te komen, door de patiënt mede te delen dat de genoten behandeling niet valt onder de ‘bepaalde behandelingen’ als bedoeld in het beding. Als de kwijtscheldingsregeling vervalt, is de patiënt veel slechter af dan bij een gecontracteerde zorgverlener, nog daargelaten dat de patiënt voorafgaand aan de overeenkomst met Ksyos niet heeft kunnen inschatten wat de consequentie van het te laat betalen precies inhield. Daarbij geldt dat het passantentarief altijd hoger is dan het bedrag dat door de zorgverzekeraar wordt vergoed. Het evenwicht tussen de rechten en verplichtingen van partijen wordt, door het bedingen van vervaldatum en een ‘ontsnappingsmogelijkheid’ (door het opnemen van ‘bepaalde behandelingen’) aan de kwijtscheldingsregeling, in strijd met de goede trouw ernstig verstoord. Het prijsbeding is daarom oneerlijk en bindt [gedaagde] niet.
2.12.
De kantonrechter moet het prijsbeding daarom ambtshalve buiten toepassing laten. Als gevolg daarvan kan de overeenkomst niet blijven voortbestaan. De vraag is vervolgens of [gedaagde] hiervan uiterst nadelige gevolgen ondervindt en in zijn belangen wordt geschaad (zie onder andere ECLI:EU:C:2020:954).
2.13.
Nu de behandeling is verricht, heeft [gedaagde] in die zin geen belang bij het voortbestaan van de overeenkomst. Wel komt hij door het vervallen van de overeenkomst in een situatie van rechtsonzekerheid te verkeren, omdat het Ksyos de mogelijkheid biedt om op basis van het recht op ongedaanmaking van de prestaties (artikel 6:203 lid 3 jo. 6:210 lid 2 BW) dan wel ongerechtvaardigde verrijking (artikel 6:212 lid 1 BW) een vergoeding voor de verrichte diensten te vorderen (ECLI:EU:C:2023:14, punt 62). In dit geval is het echter niet redelijk om een vergoeding van de waarde van de prestatie in de plaats te laten treden van het ongedaan maken van de prestatie dan wel [gedaagde] tot schadevergoeding te verplichten, omdat Ksyos gebruik heeft gemaakt van een oneerlijk prijsbeding. Een eventueel in de toekomst in te stellen vordering door Ksyos op een andere grond dan de overeenkomst zal derhalve niet slagen. Het niet voortbestaan van de overeenkomst brengt [gedaagde] dan ook niet in een zodanig onzekere situatie dat dit uiterst nadelig voor hem is, zodat aanvulling van de overeenkomst niet nodig is (zie ook ECLI:NL:RBAMS:2025:2289).
2.14.
Conclusie van het bovenstaande is dat geen overeenkomst (en dus geen betalingsverplichting uit hoofde daarvan) meer bestaat tussen partijen. De vordering van Ksyos moet daarom worden afgewezen. Dat maakt dat het verweer van [gedaagde] over de kwaliteit van de behandeling geen bespreking meer behoeft.
2.15.
Ksyos wordt bij deze uitkomst als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten aan de zijde van [gedaagde] , tot op heden begroot op nihil.

3.De beslissing

De kantonrechter
3.1.
wijst de vordering af,
3.2.
veroordeelt Ksyos in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.W. van der Veen en in het openbaar uitgesproken op 10 oktober 2025.
991