Op 8 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiser en het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van het college om zijn auto, die op 13 juli 2024 verkeerd geparkeerd stond, weg te slepen. Het college had op 20 december 2024 het bezwaar van eiser afgewezen en het besluit om de auto weg te slepen gehandhaafd. Tijdens de zitting op 8 oktober 2025 heeft de rechtbank de argumenten van eiser en het college gehoord. De rechtbank oordeelde dat eiser kon weten dat hij geparkeerd stond op een plek waar dat niet mocht, en dat het college derhalve gerechtigd was om de auto weg te slepen. De rechtbank benadrukte dat de feitelijke situatie ter plekke bepalend is en dat verkeersborden leidend zijn. Eiser had geen bijzondere omstandigheden aangevoerd die het kostenverhaal onredelijk zouden maken. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond, wat betekent dat eiser geen gelijk kreeg en het griffierecht niet terugontving. Partijen werden gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.