Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 september 2025 in de zaak tussen
[eisers] , uit [woonplaats] , eisers
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder (hierna:
Samenvatting
Procesverloop
Beoordeling door de rechtbank
[adres] . Dit is ook als zodanig door de medewerker van het college toegezegd. Daarnaast stellen eisers niet over de financiële middelen te beschikken om het gevraagde bedrag terug te betalen.
[adres] . Dat dit als zodanig aan eisers door het college is toegezegd, hebben zij niet aannemelijk gemaakt. Uit het dossier volgt juist dat door het college aan eisers is gecommuniceerd dat de Bbz-uitkering als renteloze geldlening wordt verstrekt en pas achteraf definitief wordt vastgesteld. Dit staat in het toekenningsbesluit vermeld. Daarin staat ook dat eisers het moeten melden als er extra inkomsten zijn omdat deze met de uitkering worden verrekend als de inkomsten daarmee boven de norm uitkomen. Bovendien waren eisers al bekend met de Bbz-uitkering, omdat zij deze in 2022 ook al hadden ontvangen. De rechtbank is daarom van oordeel dat het college de te veel ontvangen Bbz-uitkering terecht heeft teruggevorderd.